In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep van de moeder tegen een beschikking van de rechtbank Limburg inzake de omgangsregeling en het gezag over hun minderjarige kind, geboren in 2012. De moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. M. Dorgelo, verzoekt de vernietiging van de eerdere beschikking, waarin de rechtbank een omgangsregeling heeft vastgesteld en het verzoek van de vader om gezamenlijk gezag heeft afgewezen. De vader, vertegenwoordigd door mr. A. Hollman, verzet zich tegen de verzoeken van de moeder en vraagt om niet-ontvankelijk verklaring van haar beroep.
De mondelinge behandeling vond plaats op 21 december 2020, waarbij zowel de moeder als de vader zijn gehoord, evenals de Raad voor de Kinderbescherming. De moeder stelt dat de minderjarige angstklachten heeft en dat omgang met de vader niet in het belang van het kind is. De vader betwist dit en stelt dat de omgang goed verloopt. Het hof heeft besloten dat er onvoldoende informatie is om een beslissing te nemen en heeft een aanvullend onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming gelast. Het hof houdt verdere beslissingen aan tot het rapport van de raad is ontvangen, dat uiterlijk op 29 juli 2021 moet worden ingediend.
De zaak is complex, met verschillende visies van de ouders op de situatie van de minderjarige. Het hof benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging van de belangen van het kind en de noodzaak van aanvullend onderzoek om tot een weloverwogen beslissing te komen.