In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep van de moeder tegen een beschikking van de rechtbank Limburg, waarin een zorgregeling voor hun minderjarige kind is vastgesteld. De moeder, vertegenwoordigd door mr. F.Y. Gans, verzocht om de eerdere beschikking te vernietigen en een nieuwe contactregeling vast te stellen, waarbij het contact tussen de vader en het kind onder begeleiding zou plaatsvinden. De vader, vertegenwoordigd door mr. A.M. Holmes, verzocht de grieven van de moeder af te wijzen en de eerdere beschikking te bekrachtigen.
De mondelinge behandeling vond plaats op 6 juli 2021, waarbij de vader niet verscheen. De moeder voerde aan dat de vader tijdelijk sociaal wenselijk gedrag vertoonde en dat er zorgen waren over zijn middelengebruik en huiselijk geweld. De raad voor de Kinderbescherming steunde de standpunten van de moeder en pleitte voor begeleid contact. De vader betwistte de beschuldigingen van de moeder en stelde dat er geen reden was om aan te nemen dat het contact niet in het belang van het kind was.
Het hof overwoog dat de door de rechtbank vastgestelde contactregeling in het belang van het kind was en dat er geen contra-indicaties waren voor onbegeleid contact. Het hof bekrachtigde de beschikking van de rechtbank en compenseerde de proceskosten in hoger beroep, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg. De beslissing werd op 2 september 2021 uitgesproken in het openbaar.