ECLI:NL:GHSHE:2021:2809
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake hoofdverblijf en uithuisplaatsing van minderjarige
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de moeder tegen de beschikkingen van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, die betrekking hebben op de verblijfplaats van de minderjarige [minderjarige] en de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing. De moeder, die samen met de vader het ouderlijk gezag over [minderjarige] uitoefent, heeft verzocht om het hoofdverblijf van [minderjarige] bij haar te bepalen en de machtiging tot uithuisplaatsing te beëindigen. De rechtbank had eerder besloten dat [minderjarige] onder toezicht staat van de William Schrikker Stichting en sinds 20 november 2019 bij pleegouders verblijft, vanwege zorgen over de opvoedvaardigheden van de ouders. De moeder heeft in het hoger beroep aangevoerd dat zij zich positief heeft ontwikkeld en dat [minderjarige] veilig bij haar kan opgroeien. De GI heeft echter betoogd dat de moeder niet in staat is om de benodigde stabiliteit en voorspelbaarheid te bieden, en dat [minderjarige] een wisseling van opvoedsituatie niet kan aan. Het hof heeft de argumenten van de moeder en de GI afgewogen en geconcludeerd dat het in het belang van [minderjarige] is om de huidige situatie bij de pleegouders te handhaven. Het hof heeft de bestreden beschikkingen van de rechtbank bekrachtigd, waarbij de machtiging tot uithuisplaatsing is verlengd en het verzoek van de moeder is afgewezen.