In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2], die onder toezicht zijn gesteld van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering. De moeder van de kinderen, die in hoger beroep is gegaan, verzoekt de eerdere beschikking van de rechtbank Oost-Brabant te vernietigen, waarin de machtiging tot uithuisplaatsing werd verlengd. De moeder stelt dat zij haar leven weer op de rit heeft en dat er geen aanleiding is om de uithuisplaatsing voort te zetten. De GI daarentegen verzoekt de beschikking te bekrachtigen, stellende dat de kinderen momenteel in een positieve behandelsetting zitten en dat een thuisplaatsing op dit moment niet in hun belang is.
Tijdens de mondelinge behandeling op 19 augustus 2021 zijn zowel de moeder als de GI gehoord. De vader en de Raad voor de Kinderbescherming waren niet aanwezig. Het hof heeft vastgesteld dat de kinderen sinds hun overplaatsing naar de Mutsaersstichting een positieve ontwikkeling doormaken, maar dat er nog een behandeltraject moet worden doorlopen voordat een thuisplaatsing kan worden overwogen. De moeder heeft weliswaar stappen gezet in haar persoonlijke ontwikkeling, maar het hof oordeelt dat het nog te vroeg is voor een terugkeer van de kinderen naar huis.
Uiteindelijk heeft het hof de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk werd geacht in het belang van de kinderen. Het hof benadrukt dat het behandeltraject bij de Mutsaersstichting leidend moet zijn voor de toekomst van de minderjarigen.