Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellant sub 1] ,
Pachanga B.V.,
R.K.V.V. D.E.S.O.,
5.Het verdere geding in hoger beroep
in het incident: onder aanhouding van de proceskostenbeslissing de door [appellant c.s.] gedane vordering tot schorsing wegens het overlijden van [appellant sub 1] heeft afgewezen;
in de hoofdzaak: heeft verstaan dat mr. Van der Tak zich onttrekt als advocaat van [appellant c.s.] , het aanhoudingsverzoek heeft afgewezen en de zaak naar de rol heeft verwezen voor het stellen van een nieuwe advocaat door [appellant c.s.] ;
- de rolaantekening dat mr. Van der Tak zich (opnieuw) stelt als advocaat voor [appellant c.s.] ;
- de pleitnota’s van (de advocaten van) partijen.
6.De beoordeling
“de geleende bedragen resp. (…) ter beschikking gestelde bedragen”van € 198.858,78 aan [appellant sub 1] en € 27.200,-- aan Pachanga moeten worden terugbetaald.
in conventie: afgewezen de vordering van [appellant c.s.] om DESO te veroordelen tot:
in reconventie: afgewezen de vordering van DESO om [appellant sub 1] te veroordelen tot:
“lening”en “
tijdelijke lening”), kan het hof er bovendien niet aan voorbijzien dat [appellant sub 1] als penningmeester van DESO zelf die afschriften pleegde te beheren en zelf die omschrijvingen als overschrijvende partij heeft bepaald. Die afschriften leveren bewijs op van de wens en verklaring van [appellant sub 1] als overschrijvende partij (een aanbod om een geldlening te verstrekken), maar zijn onder deze omstandigheden niet zonder meer voldoende voor conclusies over de reactie van DESO (een eventuele aanvaarding).
“daarvoor golden ook geen termijnen/afspraken daaromtrent!”(memorie van grieven nr. 19). Die praktijk duidt immers eerder op het ontbreken (dan op het bestaan) van (enige vorm van) terugbetalingsafspraken.
- kennis heeft genomen van de wensen van [appellant c.s.]
- daarover zo nodig met [appellant c.s.] heeft gecommuniceerd en
- de aangeboden geldleningen heeft aanvaard (in plaats van de door DESO aangevoerde
Het lag op de weg van [appellant c.s.] hierover concrete feiten te stellen. Dat hebben zij niet (voldoende) gedaan.