ECLI:NL:GHSHE:2021:3088
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake rijden tijdens ontzegging van de rijbevoegdheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, waarbij de verdachte op 23 juli 2019 was veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 weken voor het rijden tijdens een ontzegging van de rijbevoegdheid. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het vonnis zal bevestigen, terwijl de verdediging primair heeft bepleit dat de verdachte vrijgesproken dient te worden van het tenlastegelegde. Subsidiair heeft de verdediging verzocht om een gevangenisstraf van 1 dag, gecombineerd met een taakstraf, gelet op het taakstrafverbod.
Het hof heeft het dossier bestudeerd en is tot de conclusie gekomen dat de kennisgeving van de ontzegging van de rijbevoegdheid aan de verdachte is uitgereikt op 18 december 2018, en dat deze ontzegging nog van kracht was op het moment van de verkeerscontrole op 17 april 2019. De verdediging heeft aangevoerd dat de kennisgeving eerder was uitgereikt, maar het hof heeft geen aanleiding gevonden om aan de juistheid van de doorhaling van de datum te twijfelen. De verklaring van de verdachte dat hij dacht dat de ontzegging al was afgelopen, staat haaks op eerdere verklaringen die hij tegenover de politie heeft afgelegd.
Het hof heeft het verweer van de verdediging verworpen en heeft geoordeeld dat de eerdere veroordelingen van de verdachte voor overtredingen van de Wegenverkeerswet 1994 een gevangenisstraf van 4 weken passend maken. Het hof bevestigt het vonnis waarvan beroep, met inachtneming van de overwegingen in dit arrest.