Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
[minderjarige 1](hierna: [minderjarige 1] ), geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2010, en
[minderjarige 2](hierna: [minderjarige 2] ), geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2015.
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- primair eenmaal per veertien dagen van vrijdagmiddag na school tot vrijdagochtend voor aanvang van de school, alsmede gedurende de helft van de vakanties, welke regeling in overleg met de GI wordt opgebouwd en binnen zes maanden na de te wijzen beschikking geheel is gerealiseerd;
- subsidiair eenmaal per veertien dagen van donderdagmiddag tot maandagochtend, eenmaal per veertien dagen van donderdagmiddag tot vrijdag om 19.00 uur, alsmede gedurende de helft van de vakanties, welke regeling in overleg met de GI wordt opgebouwd en binnen zes maanden na de te wijzen beschikking geheel is gerealiseerd,
- de vader, bijgestaan door mr. Smeets;
- de moeder;
- de GI, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de GI] ;
- de raad, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de raad] .
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg op 20 januari 2020 en 1 december 2020;
- het V-formulier met bijlagen van de advocaat van de vader, ingekomen op 1 april 2021;
- het V-formulier met bijlage van de advocaat van de vader, ingekomen op 11 juni 2021;
- het V-formulier met bijlagen van de advocaat van de vader, ingekomen op 27 augustus 2021.
3.De beoordeling
- tussen de vader en de [minderjarige 2] een contactregeling vastgesteld inhoudende dat [minderjarige 2] eenmaal per veertien dagen van donderdagmiddag tot maandagochtend bij de vader verblijft en eenmaal per veertien dagen van donderdag na de zwemles tot vrijdag om 19.00 uur;
- verstaan dat de contactregeling tussen de vader en [minderjarige 1] in goed onderling overleg tussen de ouders en de hulpverlening zal worden geregeld, waarbij het tempo en het belang van [minderjarige 1] bepalend is.
De GI heeft stapsgewijs ingezet op het opbouwen van het contact door middel van knutseltherapie en beeldbellen. De begeleiding van het contact vindt plaats door [oud-stagiaire] met wie [minderjarige 1] een klik heeft en bij wie zij zich veilig voelt. Tijdens de vakantie van de vader en [minderjarige 2] is [minderjarige 1] ook een paar dagen geweest en zij is mee naar de Efteling gegaan, hetgeen goed is verlopen. Met de raad is het hof van oordeel dat het uitbreiden van het contact niet te snel moet gaan en dat het tempo van [minderjarige 1] hierbij gevolgd moet worden. [minderjarige 1] moet zich veilig voelen en aan kunnen geven wat wel of niet kan en dat daar rekening mee gehouden wordt. Op [minderjarige 1] moet geen druk worden gelegd om het contact met de vader aan te gaan, omdat het risico te groot is dat dit averechts werkt en [minderjarige 1] zich terugtrekt. Zij moet het gevoel moet hebben dat zij de regie heeft. Zij wordt wel gestimuleerd het contact met de vader aan te gaan.