Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
,
hierna te noemen: [minderjarige] .
hierna te noemen: de GI.
hierna te noemen: de raad.
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de vader, bijgestaan door mr. Ergec;
- de moeder, bijgestaan door mr. Abbo;
- de GI, vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger van de GI] ;
- de raad, vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger van de raad] .
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg d.d. 4 november 2019;
- het V-formulier met brief met bijlagen van de advocaat van de vader d.d. 13 maart 2020;
- de brief van de GI met bijlagen d.d. 24 november 2020;
- het V-formulier met brief met bijlagen van de advocaat van de vader d.d. 6 december 2020.
3.De beoordeling
.
Indien de andere ouder niet met het verzoek instemt, wordt het verzoek ingevolge artikel 1:253c lid 2 BW slechts afgewezen indien:
a. er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zou komen, of
b. afwijzing anderszins in het belang van het kind noodzakelijk is.