ECLI:NL:GHSHE:2021:3277
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- J.T.F.M. van Krieken
- E.E. van der Bijl
- M.C.C. van de Schepop
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis politierechter met betrekking tot ontvankelijkheid
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 20 april 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, gewezen op 19 november 2020. De verdachte, geboren in 1994, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis dat bij verstek was gewezen. De dagvaarding in eerste aanleg was niet in persoon betekend, waardoor de verdachte recht had op een termijn van veertien dagen na kennisneming van de uitspraak om hoger beroep in te stellen. De verdachte heeft op 17 februari 2021 kennisgenomen van de uitspraak en heeft op 10 maart 2021 hoger beroep ingesteld. Het hof heeft vastgesteld dat het hoger beroep pas na het verstrijken van de wettelijke termijn is ingesteld, waardoor de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep werd verklaard.
De beslissing van het hof was als volgt: de verdachte wordt niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. Deze uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer voor strafzaken van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, onder leiding van voorzitter mr. J.T.F.M. van Krieken, met de raadsheren mr. E.E. van der Bijl en mr. drs. M.C.C. van de Schepop. De uitspraak vond plaats ter openbare terechtzitting en is op 20 april 2021 gedaan. De griffier mw. S. Dijkstra was aanwezig bij de uitspraak, maar de raadsheren mr. E.E. van der Bijl en mr. drs. M.C.C. van de Schepop waren buiten staat om het arrest mede te ondertekenen.