ECLI:NL:GHSHE:2021:3285

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
4 mei 2021
Publicatiedatum
1 november 2021
Zaaknummer
20-000330-19
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • A.J.A.M. Nieuwenhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis politierechter in strafzaak wegens overtreding Wegenverkeerswet

Op 4 mei 2021 heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, dat op 31 januari 2019 was gewezen. De zaak betreft een verdachte, geboren in 1991, die op 21 oktober 2018 in Eindhoven een overtreding heeft begaan van artikel 8, tweede lid, onderdeel a van de Wegenverkeerswet 1994, waarbij een alcoholpromillage van 610 microgram werd vastgesteld. Het hof heeft de beslissing van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een geldboete van € 600,00 en 12 dagen hechtenis. Daarnaast is de verdachte voor de duur van vier maanden de bevoegdheid ontzegd om motorrijtuigen te besturen. Het hof heeft bepaald dat de tijd waarin het rijbewijs van de verdachte is ingevorderd of ingehouden, in mindering zal worden gebracht op de bijkomende straf. Deze uitspraak is gedaan in tegenspraak en is mondeling gewezen door de enkelvoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof.

Uitspraak

Parketnummer: 20-000330-19

Uitspraak : 4 mei 2021
TEGENSPRAAK
Arrest van de enkelvoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof, gewezen op het beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, van 31 januari 2019, in de strafzaak onder parketnummer 96-207378-18 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1991,
wonende te [adres] .
Kwalificatie
Het bewezenverklaarde levert op:
overtreding van artikel 8, tweede lid, onderdeel a van de Wegenverkeerswet 1994 (610 microgram).
Toegepaste wetsartikelen
De beslissing is gegrond op de artikelen 23, 24, 24c en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 8, 176 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.
Gepleegd: op 21 oktober 2018 te Eindhoven.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 600,00 (zeshonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
12 (twaalf) dagen hechtenis.
Ontzegt de verdachte ter zake van het bewezenverklaarde de
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
4 (vier) maanden.
Bepaalt dat de tijd, gedurende welke het rijbewijs van de verdachte ingevolge artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994 vóór het tijdstip, waarop deze uitspraak voor wat betreft de in artikel 179 van die wet genoemde bijkomende straf voor tenuitvoerlegging vatbaar is geworden, ingevorderd of ingehouden is geweest, op de duur van bovengenoemde bijkomende straf geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit arrest is mondeling gewezen door mr. A.J.A.M. Nieuwenhuizen.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 4 mei 2021.