ECLI:NL:GHSHE:2021:3379

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
17 mei 2021
Publicatiedatum
11 november 2021
Zaaknummer
20-001361-20
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis politierechter in strafzaak met geldboete en hechtenis

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 17 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, dat op 1 juli 2020 was gewezen. De verdachte, geboren in 1992 en thans verblijvende in het Huis van Bewaring Roermond, was in eerste aanleg veroordeeld tot een geldboete en een gevangenisstraf. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd ten aanzien van de opgelegde straf en heeft in zoverre opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een geldboete van € 300,00 en 6 dagen hechtenis. Daarnaast is de verdachte voor de duur van 8 maanden de bevoegdheid ontzegd om motorrijtuigen te besturen. Het hof heeft bepaald dat een gedeelte van de bijkomende straf van ontzegging niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. Tevens is bepaald dat de tijd waarin het rijbewijs van de verdachte is ingevorderd, in mindering zal worden gebracht op de bijkomende straf. Het hof heeft het vonnis voor het overige bevestigd. Deze uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer voor strafzaken en is mondeling uitgesproken door mr. K.J. van Dijk.

Uitspraak

Parketnummer: 20-001361-20

Uitspraak : 17 mei 2021
TEGENSPRAAK
Arrest van de enkelvoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof, gewezen op het beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, van 1 juli 2020, in de strafzaak onder parketnummer 96-187768-19 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats/land] op [geboortedag] 1992,
thans uit anderen hoofde verblijvende in Huis van Bewaring Roermond te Roermond.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de opgelegde straf en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 300,00 (driehonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
6 (zes) dagen hechtenis.
Bepaalt dat het totaal van de
geldboetesmag worden voldaan in
3 (drie) termijnenvan
1 maand, elke termijn groot
€ 100,00
(honderd euro).
Ontzegt de verdachte ter zake van het bewezenverklaarde de
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
8 (acht) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de bijkomende straf van ontzegging, groot
7 (zeven) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bepaalt dat de tijd, gedurende welke het rijbewijs van de verdachte ingevolge artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994 vóór het tijdstip, waarop deze uitspraak voor wat betreft de in artikel 179 van die wet genoemde bijkomende straf voor tenuitvoerlegging vatbaar is geworden, ingevorderd of ingehouden is geweest, op de duur van bovengenoemde bijkomende straf geheel in mindering zal worden gebracht.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige.
Dit arrest is mondeling gewezen door mr. K.J. van Dijk.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 17 mei 2021.