ECLI:NL:GHSHE:2021:3517

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
18 juni 2021
Publicatiedatum
23 november 2021
Zaaknummer
20-000149-20
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • A.J.A.M. Nieuwenhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant inzake verduistering en overtredingen van de Wegenverkeerswet

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, gewezen op 20 januari 2020, in de strafzaak met parketnummer 01-140069-19. De verdachte, geboren in 1972, is beschuldigd van meerdere feiten die zich op 10 mei 2019 in Vught hebben voorgedaan. De bewezenverklaarde feiten omvatten verduistering, overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994, en het opgeven van een valse voornaam en geboortedatum aan het bevoegd gezag.

Het gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft op 25 juni 2021 uitspraak gedaan in deze zaak. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan. Ten aanzien van de verduistering en de overtreding van de Wegenverkeerswet is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie weken. Voor het opgeven van een valse voornaam en geboortedatum is de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 250,00 en vijf dagen hechtenis, met de mogelijkheid dat deze hechtenis kan worden omgezet in een gevangenisstraf van twee weken bij gebreke van betaling.

Daarnaast heeft het hof de tenuitvoerlegging gelast van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf, die was opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank ‘s-Gravenhage op 22 januari 2018, met parketnummer 96-208356-17. Deze uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof en is mondeling uitgesproken op de openbare terechtzitting.

Uitspraak

Parketnummer: 20-000149-20

Uitspraak : 25 juni 2021
TEGENSPRAAK
Arrest van de enkelvoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, locatie
’s-Hertogenbosch van 20 januari 2020, in de strafzaak onder parketnummer 01-140069-19 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1972,
wonende te [adres]
Kwalificatie
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
verduistering.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
Het onder 3 bewezenverklaarde levert op:
door het bevoegd gezag naar zijn identiteitsgegevens gevraagd, een valse voornaam en geboortedatum opgeven.
gepleegd
feit 1:
op 10 mei 2019 te Vught;
feit 2:
op 10 mei 2019 te Vught;
feit 3:
op 10 mei 2019 te Vught.
Toegepaste wetsartikelen
De beslissing is gegrond op de artikelen 23, 24, 24c, 57, 62, 63, 321 en 435 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 9 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.
gepleegd
feit 1:
op 10 mei 2019 te Vught;
feit 2:
op 10 mei 2019 te Vught;
feit 3:
op 10 mei 2019 te Vught.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 01-140069-19 onder 1 en onder 2 bewezenverklaarde:
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) weken.
Ten aanzien van het onder 3 bewezenverklaarde:
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 250,00 (tweehonderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
5 (vijf) dagen hechtenis.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank ‘s-Gravenhage van 22 januari 2018, parketnummer 96-208356-17, te weten een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) weken.
Dit arrest is mondeling gewezen door mr. A.J.A.M. Nieuwenhuizen.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 25 juni 2021.