ECLI:NL:GHSHE:2021:3594

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
18 juni 2021
Publicatiedatum
30 november 2021
Zaaknummer
20-000899-19
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis politierechter in strafzaak Wegenverkeerswet

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 18 juni 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, dat op 11 maart 2019 was gewezen. De verdachte, geboren in 1967 en woonachtig in [adres], was aangeklaagd voor een overtreding van artikel 163, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994, gepleegd op 2 december 2018 te Helmond. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan.

De beslissing van het hof houdt in dat de verdachte is veroordeeld tot een geldboete van € 1.000,00 en 20 dagen hechtenis. Bij gebreke van betaling kan deze hechtenis worden omgezet in een geldboete van € 600,00 en 12 dagen hechtenis. Daarnaast is de verdachte voor de duur van 10 maanden de bevoegdheid ontnomen om motorrijtuigen te besturen, waarvan 6 maanden onvoorwaardelijk. Het hof heeft bepaald dat een gedeelte van de geldboete en de bijkomende straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.

Het hof heeft ook bepaald dat de tijd waarin het rijbewijs van de verdachte is ingevorderd of ingehouden, in mindering zal worden gebracht op de duur van de bijkomende straf. Deze uitspraak is mondeling gedaan door mr. A.M.G. Smit en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof.

Uitspraak

Parketnummer: 20-000899-19

Uitspraak : 18 juni 2021
TEGENSPRAAK
Arrest van de enkelvoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, locatie
’s-Hertogenbosch, van 11 maart 2019, in de strafzaak onder parketnummer 96-252048-18 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1967,
wonende te [adres] .
Kwalificatie
Het bewezenverklaarde levert op:

overtreding van artikel 163, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994.

Gepleegd op 2 december 2018 te Helmond.
Toegepaste wetsartikelen
De beslissing is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24a, 24c en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 163, 176 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 1.000,00 (duizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis.
Bepaalt dat een gedeelte van de geldboete, groot
€ 600,00 (zeshonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
12 (twaalf) dagen hechtenis, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bepaalt dat het onvoorwaardelijke deel van de
geldboetemag worden voldaan in
4 (vier) termijnenvan
1 maand, elke termijn groot
€ 100,00 (honderd euro).
Ontzegt de verdachte ter zake van het bewezenverklaarde de
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
10 (tien) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de bijkomende straf van ontzegging, groot
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bepaalt dat de tijd, gedurende welke het rijbewijs van de verdachte ingevolge artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994 vóór het tijdstip, waarop deze uitspraak voor wat betreft de in artikel 179 van die wet genoemde bijkomende straf voor tenuitvoerlegging vatbaar is geworden, ingevorderd of ingehouden is geweest, op de duur van bovengenoemde bijkomende straf geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit arrest is mondeling gewezen door mr. A.M.G. Smit.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 18 juni 2021.