Uitspraak
Parketnummer: 20-000667-19
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte]
(feit 1), medeplegen van mishandeling
(feit 2)en mishandeling
(feit 3)veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, met daaraan verbonden als bijzondere voorwaarden een meldplicht en ambulante behandeling. Voorts heeft de rechtbank beslist dat de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] gedeeltelijk zal worden toegewezen tot een bedrag van € 2.021,88, bestaande uit € 21,88 aan materiële schade en € 2.000,00 aan immateriële schade, waarvoor de verdachte en de medeverdachte hoofdelijk aansprakelijk zijn, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Tot slot heeft de rechtbank beslist dat de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2] gedeeltelijk zal worden toegewezen tot een bedrag van € 2.040,40, bestaande uit € 40,40 aan materiële schade en € 2.000,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Voor het overige zijn de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] niet-ontvankelijk verklaard.
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd.
Inleiding” op pagina 2 van het vonnis elimineren.
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
85 (vijfentachtig) dagen.
taakstrafvoor de duur van
150 (honderdvijftig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
75 (vijfenzeventig) dagen hechtenis.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
€ 2.521,88 (tweeduizend vijfhonderdeenentwintig euro en achtentachtig cent) bestaande uit € 21,88 (eenentwintig euro en achtentachtig cent) materiële schade en € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
€ 2.540,40 (tweeduizend vijfhonderdveertig euro en veertig cent) bestaande uit € 40,40 (veertig euro en veertig cent) materiële schade en € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.