In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingslocatie Breda, van 22 januari 2021. De verdachte, geboren in 1962, werd in eerste aanleg veroordeeld. Het gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft op 8 oktober 2021 uitspraak gedaan in deze zaak, onder parketnummer 20-000152-21. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd ten aanzien van de opgelegde straf en heeft in zoverre opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken, die niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van twintig uren en tien dagen hechtenis, waarbij de hechtenis kan worden vervangen indien de taakstraf niet naar behoren wordt verricht. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep voor het overige bevestigd. Deze uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de verdachte en is mondeling gewezen door de enkelvoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof.