ECLI:NL:GHSHE:2021:4301

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
16 december 2021
Publicatiedatum
9 februari 2022
Zaaknummer
20-003773-17
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake meervoudige diefstal en bedreiging met levensgevaar

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 16 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de verdachte, die eerder door de rechtbank Limburg was veroordeeld voor meerdere inbraken en bedreiging. De verdachte, geboren in 1977, werd beschuldigd van diefstal door middel van braak, meermalen gepleegd, en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. De rechtbank had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, maar de verdachte ging in hoger beroep. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld, waarbij het hof de bewijsvoering en de omstandigheden van de inbraken in detail heeft onderzocht. De verdachte was betrokken bij inbraken in een winkel en een basisschool, waarbij hij zich toegang verschafte door met een scooter tegen de deuren te rijden. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de bewezenverklaarde feiten, met inbegrip van de bedreiging van zijn ex-partner. De strafmaat is vastgesteld op 38 maanden gevangenisstraf, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot schadevergoeding aan de benadeelde partij, die materiële schade heeft geleden door de inbraken.

Uitspraak

Parketnummer : 20-003773-17
Uitspraak : 16 december 2021
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Limburg van 21 november 2017, zittingsplaats Maastricht, in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 03-700584-16, 03-136700-16 en 03-704557-15, tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1977,
wonende te [adres 1] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van de onder parketnummer 03-700584-16 bewezenverklaarde feiten 1 tot en met 6 (telkens gekwalificeerde diefstal), de onder parketnummer 03-704557-15 bewezenverklaarde feiten 1 en 2 (telkens gekwalificeerde diefstal), alsmede het onder parketnummer 03-136700-16 bewezenverklaarde feit (bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht), veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren, met aftrek van voorarrest. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de onder parketnummer 03-700584-16 onder 7 en 8 ten laste gelegde feiten. Tevens heeft de rechtbank beslist op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] . De rechtbank heeft voorts de teruggave gelast van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen aan de rechthebbende [benadeelde 2] .
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Omvang van het hoger beroep
Het hoger beroep is in de appelakte d.d. 30 november 2017 uitdrukkelijk beperkt tot de veroordeling ter zake van hetgeen aan de verdachte onder parketnummer 03-700584-16, feiten 1 tot en met 6, onder parketnummer 02-704557-15, feiten 1 en 2 alsmede onder parketnummer 03-136700-16, ten laste is gelegd. Al hetgeen hierna wordt overwogen en beslist heeft uitsluitend betrekking op dat gedeelte van het beroepen vonnis dat aan het oordeel van het hof is onderworpen.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, de onder parketnummer 03-700584-16 tenlastegelegde feiten 1 tot en met 6, onder parketnummer 03-704557-15 ten laste gelegde feiten 1 en 2 alsmede het onder parketnummer 03-136700-16 tenlastegelegde bewezen zal verklaren en de verdachte ter zake van het bewezenverklaarde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren met aftrek van voorarrest. Daarnaast heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen tot een bedrag van € 3.000,00 met betrekking tot materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente en met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f Sr, en de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk zal verklaren in de vordering. Voorts heeft de advocaat-generaal de teruggave gevorderd van de in beslag genomen voorwerpen aan de rechthebbende.
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van de onder parketnummer 03-700584-16 onder 1, 2, 4 en 6 tenlastegelegde feiten. Ten aanzien van de onder voormeld parketnummer tenlastegelegde feiten 3 en 5, de onder parketnummer 03-704557-15 tenlastegelegde feiten 1 en 2 alsmede het onder parketnummer 03-136700-16 tenlastegelegde feit heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van het hof.
Gelet op de bepleite vrijspraak van feit 1 onder parketnummer 03-700584-16 heeft de raadsman betoogd dat de benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering. Subsidiair heeft de raadsman bepleit dat, indien het hof tot een bewezenverklaring komt van het voormelde feit, de vordering van de benadeelde partij ter zake van immateriële schade zal worden afgewezen.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat in hoger beroep de tenlastelegging van de feiten 4 en 6 onder parketnummer 03-700584-16 - en aldus in zoverre de grondslag van het onderzoek - is gewijzigd. Tevens dient het beroepen vonnis te worden vernietigd omdat het niet te verenigen is met de hierna te geven beslissing.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep - tenlastegelegd dat :
parketnummer 03-700584-16:1.
hij in of omstreeks de periode 22 augustus 2016 tot en met 12 oktober 2016 te Sittard, gemeente Sittard-Geleen, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een pand gelegen aan [adres 2] ( [benadeelde 1] ), (telkens) heeft weggenomen diverse rookwaren, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de [benadeelde 1] en/of [aangever 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen voornoemd(e) goed(eren) onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
2.
hij in of omstreeks de periode 17 augustus 2016 tot en met 22 augustus 2016 te Sittard, gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een pand gelegen aan [adres 3] ( [benadeelde 3] ) heeft weggenomen een geldkistje (met (ongeveer) 800 euro en/of abonnementskaarten), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 3] en/of [benadeelde 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen voornoemd(e) goed(eren) en/of geld onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
3.
hij in of omstreeks de periode 3 oktober 2016 tot en met 4 oktober 2016 te Sittard, gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een pand gelegen aan [adres 4] ( [benadeelde 5] ) heeft weggenomen een kluis (met (ongeveer) 470 euro en/of een betaalpas en/of een randomreader van de Rabobank ), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 5] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen voornoemd(e) goed(eren) en/of geld onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
4.
hij in of omstreeks de periode 15 juli 2016 tot en met 22 september 2016 te Sittard, gemeente Sittard-Geleen, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een pand gelegen aan [adres 5] ( [benadeelde 2] / [benadeelde 2] ) (telkens) heeft weggenomen diverse geneesmiddelen en/of Vichy producten, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 2] / [benadeelde 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen voornoemd(e) goed(eren) onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
5.
hij in of omstreeks 22 november 2016 te Sittard, gemeente Sittard-Geleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een pand gelegen aan [adres 6] , heeft weggenomen (ongeveer) 700 euro en/of sieraden (oorbellen en/of een ring en/of een horloge en/of een ketting), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 6] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen voornoemd(e) goed(eren) onder zijn heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
6.
hij op of omstreeks 2 september 2016 in de gemeente Beek tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een pand gelegen aan [adres 7] ( [benadeelde 7] ) heeft weggenomen diverse sieraden, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de [benadeelde 7] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen voornoemd(e) goed(eren) onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
parketnummer 03-704557-15:1.
hij in of omstreeks de periode van 28 januari 2015 tot en met 30 januari 2015 te Geleen, gemeente Sittard-Geleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan [adres 8] ) heeft weggenomen een zilveren armband en/of drie sloffen halfzware shag en/of 3 doosjes vloeitjes, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 5] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
2.
hij op of omstreeks 30 januari 2015 te Geleen, gemeente Sittard-Geleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan [adres 9] ) heeft weggenomen een iPad en/of een gouden horloge en/of een hoeveelheid sieraden, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 6] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
parketnummer 03-136700-16:1.
hij, op of omstreeks 2 juli 2016, in de gemeente Sittard-Geleen, [aangever 7] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [aangever 7] middels tussenkomst van verbalisant(en) [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2] dreigend de woorden toegevoegd : "ik maak haar kankerkop kapot" en/of "zij krijgt een kogel door haar kop, dat beloof ik jullie" en/of " als ik vrij kom kan zij voor mij vluchten" en/of "ik snij haar keel door", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte in de zaak met parketnummer 03-700584-16 de onder feit 1 tenlastegelegde inbraken op 1 september 2016 en 2 september 2016 bij de [benadeelde 1] te Sittard, alsmede het onder de feiten 2, 5 en 6 tenlastegelegde heeft begaan, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 03-700584-16 onder 1 , 3 en 4 en in de zaak met parketnummer 03-704557-15 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 03-136700 -16 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
parketnummer 03-700584-16:1.
hij in de periode 22 augustus 2016 tot en met 12 oktober 2016, te weten op 22 augustus 2016, 27 september 2016 en 12 oktober 2016, te Sittard, gemeente Sittard-Geleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een pand gelegen aan [adres 2] ( [benadeelde 1] ), telkens heeft weggenomen diverse rookwaren, toebehorende aan de [benadeelde 1] en/of [aangever 1] , waarbij verdachte zich telkens de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
3.
hij op 3 oktober 2016 te Sittard, gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een pand gelegen aan [adres 4] ( [benadeelde 5] ) heeft weggenomen een kluis (met ongeveer 470 euro en een betaalpas en een randomreader van de Rabobank ), toebehorende aan [benadeelde 5] , waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak;
4.
hij in de periode 15 juli 2016 tot en met 22 september 2016 te Sittard, gemeente Sittard-Geleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een pand gelegen aan [adres 5] ( [benadeelde 2] / [benadeelde 2] ) heeft weggenomen:
  • op 15 juli 2016, in vereniging met een ander, diverse geneesmiddelen en Vichy producten, toebehorende aan [benadeelde 2] / [benadeelde 2] , waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak en
  • op 22 september 2016, Vichy producten, toebehorende aan [benadeelde 2] / [benadeelde 2] , waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming.
parketnummer 03-704557-15:
1.
hij de periode van 28 januari 2015 tot en met 30 januari 2015 te Geleen, gemeente Sittard-Geleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (gelegen aan [adres 8] ) heeft weggenomen een zilveren armband en drie sloffen halfzware shag en 3 doosjes vloeitjes, toebehorende aan [aangever 5] , waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak;
2.
hij op 30 januari 2015 te Geleen, gemeente Sittard-Geleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (gelegen aan [adres 9] ) heeft weggenomen een iPad en een gouden horloge en een hoeveelheid sieraden, toebehorende aan [aangever 6] , waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak;
parketnummer 03-136700-16:1.
hij omstreeks 2 juli 2016, in de gemeente Sittard-Geleen, [aangever 7] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [aangever 7] middels tussenkomst van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] dreigend de woorden toegevoegd : "ik maak haar kankerkop kapot" en "zij krijgt een kogel door haar kop, dat beloof ik jullie" en "als ik vrij kom kan zij voor mij vluchten" en "ik snij haar keel door".
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Ten aanzien van parketnummer 03-700584-16: [1]
feit 1 inbraken [benadeelde 1] op 22 augustus 2016, 27 september 2016 en 12 oktober 2016

22 augustus 2016

1. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 24 augustus 2016, met bijlage (p. 1031-1033), voor zover inhoudende als verklaring van aangeefster [aangever 1] :

(p. 1031)
Ik ben namens de benadeelde [benadeelde 1] gerechtigd tot het doen van aangifte. Ik ben franchisenemer van [benadeelde 1] aan [adres 2] . Ik werd op 22 augustus 2016 omstreeks 05:18 uur gebeld door mijn alarmcentrale. Er was namelijk om 05:15 uur een alarmmelding binnengekomen. Ik ben toen direct naar de zaak gegaan. Ik zag toen dat de ruit van de toegangsdeur was ingeslagen. Toen ik binnen was zag ik dat er diverse pakjes sigaretten op de grond lagen. Dit is achter de toonbank.(..)
Ik heb vervolgens de politie gebeld. Ik heb toen samen met hen de camerabeelden bekeken. Op deze beelden zie je dat de dader via het forceren van het raam van de deur binnenkomt en vervolgens de sigaretten weg graait. De dader was met een scooter. Alles bij elkaar duurde het ongeveer 3 à 4 minuten.
(p. 1032)
Na inventarisatie blijkt dat er ongeveer 36 pakjes sigaretten weg zijn. Hoofdzakelijk
van het merk L&M, voor een totaalbedrag van ongeveer 264,30 euro.
Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.

2. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 september 2016, met fotobijlagen (p. 1034-1045), voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] :

(p. 1034)
Op 16 september 2016 werden door mij de veiliggestelde camerabeelden uitgelezen van de bedrijfsinbraak bij [benadeelde 1] (
het hof begrijpt: van 22 augustus 2016) gelegen aan [adres 2] in de gemeente Sittard-Geleen.
De beveiligingscamera neemt continue op en is in de winkel gepositioneerd op de toegangsdeur van de winkel. Op de aangedragen camerabeelden loopt de datum en tijd
linksboven in beeld. Deze tijd wijkt een aantal minuten af van de werkelijke tijd.
Ik zie op de beelden op 22-8-2016 om 05:05:22 uur een persoon rustig het beeld in lopen van rechts naar links die een scooter duwt en deze precies voor de toegangsdeur op de standaard zet. Ik zie dat deze persoon een lange schroevendraaier neemt en hiermee in het kozijn begint te wrikken op een aantal punten aan de onderste helft van de rechter
toegangsdeur.
Ik zie op 22-08-2016, omstreeks 05:06:36 uur, dat deze persoon zich omdraait met de rug naar de toegangsdeur en vijfmaal met kracht met zijn rechter voet naar achteren tegen de onderste helft van de rechter toegangsdeur schopt. Ik zie dat er barsten ontstaan in de ruit maar dat deze niet breekt.
Ik zie dat deze persoon vervolgens op zijn scooter stapt en dat hij met zijn scooter met de nodige snelheid en kracht op het raam van de rechter toegangsdeur inrijdt. Ik zie dat de onderste helft van het raam nu naar binnen geslagen wordt door de klap.
Ik zie op 22-08-2016 omstreeks 05:06:56 uur dat deze persoon het raam naar binnen
duwt en gebukt door het raam de winkel in klimt. Ik zie dat de persoon een capuchon op heeft die aan het raam blijft hangen als de persoon door het raam naar binnen klimt. Ik zie hierdoor dat deze persoon een man is en een blanke huidskleur heeft en een donkerbruine/
zwarte haarkleur heeft. Foto 12 (
hof: p. 1041).
Ik zie aan de zijkant van het gezicht van de persoon dat hij een iets teruglopende haargrens heeft. Foto 13 (
hof: p.1042).
Ik zie dat de persoon (..) sportschoenen draagt met een witte lijn aan de onderzijde en mogelijk rode/oranje veters. Foto 14 (
hof: p. 1042).
(p. 1035)
Ik zie dat de persoon snel weer de capuchon over zijn hoofd trekt. Ik zie dat de persoon grijskleurige handschoenen draagt. Ik zie verder dat deze persoon een blauw/paarskleurige jas draagt tot over zijn middel. Op deze jas is een wit of zilverkleurig logootje zichtbaar. Ik zie dat de schoenzolen van deze persoon zwart/wit gevlekt zijn. (..) Ik zie dat de persoon op de scooter stapt en van rechts naar links uit het beeld van de beveiligingscamera verdwijnt.

3. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 december 2016 met betrekking tot herkenning [verdachte] , met fotobijlagen (p. 1063-1067), voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] :

(p. 1063)
Op 19 september 2016 was ik, verbalisant [verbalisant 3] , bezig met het onderzoek naar de bedrijfsinbraak bij de [benadeelde 1] gelegen aan [adres 2] . Nadat ik de beelden van beveiligingscamera’s had uitgelezen en hiervan proces verbaal had opgemaakt, vergeleek ik deze beelden met soortgelijke zaken in de regio die overeenkomen met de modus operandi van deze bedrijfsinbraak. Ik, [verbalisant 3] , zie dat bij een doorzoeking van een garagebox, gelegen aan [adres 10] in de gemeente Sittard-Geleen, politiefoto’s waren gemaakt van de daar aanwezige personen. Een apart proces verbaal van bevindingen is gemaakt onder BVH-nummer 20161256-40 (
hof: pagina 1061) met betrekking tot de fotografische vastlegging van [verdachte] . Deze foto is in het bijzijn van verbalisant [verbalisant 4] toentertijd gemaakt. Wij, verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] , zien bij dit proces-verbaal van bevindingen een foto van [verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1977 (
hof: p. 1065). Wij zien dat [verdachte] dezelfde sportschoenen draagt als de dader van de bedrijfsinbraak in de [benadeelde 1] op 22 augustus 2016, omstreeks 05.00 uur. Wij zien dat deze sportschoenen voorzien zijn van oranjekleurige veters. Wij zien dat deze sportschoenen een dikke witte zool hebben (zie bijlage: foto 2/
hof: p.1066.)Verder zien wij op foto 1 (
hof: p. 1065) dat [verdachte] een blanke huidskleur heeft, een tamelijk smal/langwerpig gezicht heeft, en diepe inhammen heeft in zijn (donkerkleurige) haarlijn welke ook duidelijk te herkennen zijn op de beelden van de bedrijfsinbraak bij de [benadeelde 1] op 22 augustus 2016. (foto 3
/ hof: p. 1067). Verder heeft [verdachte] een relatief smal postuur.
Samenvattend kan gesteld worden dat [verdachte] , geboren op [geboortedag] 1977 te [geboorteplaats] , wordt herkend als de dader van de inbraak bij [benadeelde 1] te Sittard, op 22 augustus 2016 op basis van de vorm van het gezicht (smal/langwerpig), de huidskleur, de specifieke haarlijn en-kleur, het smalle postuur, het schoeisel met oranje veters.

27 september 2016

4. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 29 september 2016, met bijlage (p. 1101-1103), voor zover inhoudende als verklaring van aangeefster [aangever 1] :

(p. 1101)
Ik ben namens de benadeelde gerechtigd tot het doen van aangifte. Hierbij doe ik aangifte van diefstal door middel van braak, uit mijn winkel, zijnde de [benadeelde 1] gelegen aan [adres 2] , alwaar ik eigenaresse ben. Op 27 september 2016, omstreeks 00:40 uur, werd ik door de alarm-centrale in kennis gesteld, dat er een inbraakalarm afging in vernoemde winkel. Toen ik ter plaatse kwam, zag ik dat de politie reeds ter plaatse was. Ik zag dat de toegangsdeur tot de winkel was geforceerd en dat de ruit van deze deur was gebarsten. Binnen in de winkel zag ik dat er diverse kasten achter de toonbank open stonden en dat er sigarettenpakjes op de grond lagen. (..) Er zijn camerabeelden beschikbaar van binnen in de winkel, die ik aan de politie beschikbaar stel.
Hierbij werd het goed, zoals genoemd op de bijlage goederen, weggenomen.
Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
(p. 1103)
Bijlage goederen:
Rookwaar: diverse pakjes sigaretten (..) ter waarde van € 603,10, toebehorende aan [aangever 1] .

5. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 oktober 2016, fotobijlage(p. 1110-1116), voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] :

Op 14 oktober 2016 werden door mij de veiliggestelde camerabeelden uitgelezen van de bedrijfsinbraak bij [benadeelde 1] gelegen aan [adres 2] , in de gemeente Sittard-Geleen. De pleegdatum van dit feit is 27 september 2016 omstreeks 00:40 uur.
De beveiligingscamera neemt continue op en is in de winkel gepositioneerd op de
toegangsdeur van de winkel. Op camerabeelden loopt de datum en tijd linksboven in beeld. Deze tijd wijkt een aantal minuten af van de werkelijke tijd.
Op 27 september 2016 omstreeks 00:26:55 uur zie ik, verbalisant, dat een (..) scooter met de voorkant op de linker toegangsdeur (vanuit camerastandpunt gezien) wordt gericht. Ik zie dat de scooter een voorlamp heeft die over de gehele breedte van de scooter loopt. Ik zie dat de scooter zilverkleurige vering heeft bij het voorwiel. Ik zie vervolgens dat deze scooter naar voren rijdt en met kracht tegen het raam van de toegangsdeur rijdt. Ik zie dat het glas van de toegangsdeur barst en dat het raam los laat van het kozijn. Ik zie dat de bestuurder
van de scooter afstapt en ik zie dat deze persoon de scooter op de standaard neerzet voor de toegangsdeur.
(..)
Op 27 september 2016 omstreeks 00:27:06 uur zie ik, verbalisant, dat de bestuurder van de scooter tegen het glas van de toegangsdeur naar binnen duwt en op deze manier de winkel betreedt.
(..)
(..) ik, verbalisant, zie dat de verdachte op 27 september 2016 omstreeks 00:27:12 achter de balie van de winkel loopt en hier kastjes opent. Ik zie dat de verdachte producten uit de kastjes neemt en deze in een tas stopt.
(..)
Op 27 september 2016 omstreeks 00:28:26 uur zie ik, verbalisant, dat dezelfde persoon
als hierboven beschreven weer in beeld komt en naar de toegangsdeur door het gebroken glas naar buiten gaat. Ik zie dat deze persoon een gele tas bij zich draagt met rode strepen/letters. Ik zie dat de persoon buiten op de scooter stapt en links uit beeld verdwijnt.
(p. 1111)
Op basis van de bovengenoemde beelden kan ik de persoon die deze bedrijfsinbraak pleegt als volgt omschrijven:
NN01-man, smal postuur, lichtblauwe jeans, blauw/paars vest van het merk Adidas waarbij de rits, de touwtjes van capuchon, de binnenkant van de capuchon en de drie strepen over de mouwen feloranje van kleur zijn, (..) sportschoenen met witte zool, draagt een zwarte helm zonder vizier, draagt handschoenen waarvan in ieder geval de bovenkant grijs van kleur is.
Maakt dus gebruik van een (..) scooter met brede voorlamp en zilverkleurige vering en heeft een grote gele tas met rode strepen/letters.

12 oktober 2016

6. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 29 september 2016, met bijlage (p. 1123-1127), voor zover inhoudende als verklaring van aangeefster [aangever 1] :

(p. 1123)
Ik ben eigenaar van de [benadeelde 1] gelegen op [adres 2] . Op 12 oktober 2015 omstreeks 04:00 uur, werd ik gebeld door de alarmcentrale, mij werd medegedeeld dat een inbraakalarm was afgegaan in mijn winkel,. Ik ben toen direct naar de zaak gereden. Toen ik ter plaatse kwam zag ik dat de politie aanwezig was. Ik zag dat aan de voorzijde van het pand vanaf de straat naar het pand toe, de meest linkse ruit was kapot geslagen. Ik zag aan de onderzijde van de ruit een beschadiging.
(..)
Ik heb in de winkel gezien dat sigarettenpakjes zijn weggenomen. (..) Ik heb in de winkel camera’s. Ik heb de beelden bekeken. Ik zag dat omstreeks 03:48 uur op de beelden de inbraak plaatsvond. De daadwerkelijke tijd van de camerabeelden is 12 minuten later.
(p. 1124)
Ik zag op de beelden dat een persoon in donker gekleed, smal postuur met een donkere
helm op naar de balie liep en vermoedelijk sigarettenpakjes pakte. Ik stel de camerabeelden veilig en lever u deze vrijwillig aan.
Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.”
(1125)
Bijlage goederen (p. 1127) rookwaar/sigaretten toebehorende aan [aangever 1] .
3 x jps silver
2 x jps red
3 x winston
3 x Austin rood
3 x Davidoff
3 x L&M Menthol
3 x Chesterfield
3 x L&M Blue
3 x L&M Blue

7. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 oktober 2016, met fotobijlage (p. 1128-1134), voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] :

(p. 1128)
Op 14 oktober 2016 werden door mij de veiliggestelde camerabeelden uitgelezen van de bedrijfsinbraak bij [benadeelde 1] gelegen aan [adres 2] , in de gemeente Sittard-Geleen. De pleegdatum van dit feit is 12 oktober 2016, omstreeks 04:00 uur.
Camerabeelden
De beveiligingscamera neemt continue op en is in de winkel gepositioneerd op de toegangsdeur van de winkel, Op de aangedragen camerabeelden loopt de datum en tijd
linksboven in beeld. Deze tijd wijkt een aantal minuten af van de werkelijke tijd.
Waarnemingen
Op 12 oktober 2016 omstreeks 03:46:47 uur zie ik, verbalisant, dat aan de buitenzijde van
de toegangsdeuren een (..) scooter met de voorkant naar de deur wijzend stopt. Ik zie dat de scooter zilverkleurige vering heeft en dat de voorlamp over de hele breedte loopt van de scooter. Ik zie dat de scooter wegrijdt en links uit beeld verdwijnt. Ik zie dat de persoon op de scooter een lichtkleurige jeans draagt.
Op 12 oktober 2016 omstreeks 03:47:15 uur zie ik, verbalisant, dat vanaf de linkerkant een persoon in beeld komt en naar de toegangsdeur van de winkel loopt. Ik zie dat deze persoon met zijn rechterhand tegen de deurgreep van de toegangsdeur duwt. Ik zie dat deze persoon hierna achteruit weg loopt van de toegangsdeuren en daarna weer naar links het beeld uit loopt. (..)
Op 12 oktober 2016 omstreeks 03:48:16 uur zie ik, verbalisant, dat eenzelfde scooter als hierboven omschreven tegen de ruit rijdt rechts van de toegangsdeur (vanaf camera-standpunt gezien). Ik zie dat de scooter achteruit gaat en nogmaals met kracht tegen de zelfde ruit rijdt. Ik zie dat de kaartenhouders binnen in de winkel met kracht naar achter geschoven worden door de impact van de scooter. Ik zie vervolgens dat de persoon de scooter op de standaard zet met de voorkant naar links gericht. (..) Ik zie vervolgens dat de kaartenhouders ter hoogte van de ruit gaan draaien alsof er iemand langs af loopt.
(p. 1129)
Op basis van bovengenoemde beelden kan ik de persoon die deze bedrijfsinbraak pleegt
als volgt omschrijven:
Man, blanke huidskleur, smal postuur, lichtblauwe jeans, blauw/paars vest van het merk Adidas waarbij de rits, de touwtjes van capuchon en de drie strepen over de mouwen feloranje van kleur zijn, (..) sportschoenen met witte zool, draagt een zwarte helm zonder vizier, draagt handschoenen waarvan in ieder geval de bovenkant grijs van kleur is. Maakt gebruik van een zwartkleurige scooter met brede voorlamp en zilverkleurige vering.
Het valt mij, verbalisant, op dat qua modus operandi, postuur van de verdachte, kleding van de verdachte en scooter die deze verdachte gebruikt, deze persoon dezelfde is als de persoon van de eerdere bedrijfsinbraak bij [benadeelde 1] van 27-9-2016.
Met betrekking tot de inbraken bij [benadeelde 1] op 22 augustus 2016, 27 september 2016 en 12 oktober 2016:

1. Het proces-verbaal van bevindingen met betreffen tot het aantreffen diverse goederen [verdachte] , met fotobijlage (p. 1135-1142), voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] :

(p. 1135)
Op 12 december 2016 vond een doorzoeking van de woning plaats op [adres 11]
. Dit betreft de verblijfplaats van verdachte [verdachte] (1977) en zijn gezin.
(..)
In het schuurtje in de tuin van de voornoemde woning, werden een geel/rode Nettorama-tas, en een blauwe jas (..) aangetroffen. (
hof: foto’s p. 1137 en 1138).
(p. 1136)
Adidas-vest met oranje elementen
Bij binnenkomst van het onderzoeksteam in voornoemde woning, ten behoeve van de doorzoeking, droeg bewoonster [aangever 7] (
hof: de ex-partner van de verdachte) een blauw/paarskleurig Adidas-vest met oranje elementen.
(..)
Nike-schoenen met oranje veters
In de woonkamer van het pand [adres 11] , werden Nike-schoenen in beslaggenomen met daarin oranje veters.
(..)
Alle voornoemde goederen werden in beslag genomen behalve de geel/rode Nettorama-tas.

2. Het proces-verbaal van aanhouding d.d.12 december 2016 (p. 352-353), voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisanten [verbalisant 5] , [verbalisant 6] en [verbalisant 7] :

Op 12 december 2016 omstreeks 7.31 uur, hielden wij op de locatie [adres 11] , als verdachte aan: [verdachte] , geboren op [geboortedag] 1977 te [geboorteplaats] .

3. Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 10 februari 2017, met fotobijlage (p. 380-393), voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:

V: vraag verbalisant
A: antwoord verdachte
(p. 382)
Vraag verbalisant: Er zijn (
hof: op 12 december 2016) diverse goederen in de woning van [aangever 7] (
hof: [aangever 7] , de ex-partner van de verdachte, wonende op [adres 11]) aangetroffen.
V: In november/december afgelopen jaar ben ik weer bij [aangever 7] thuisgekomen.
(p. 385)
V: We hebben dit paar overduidelijk gedragen Nike schoenen met oranje veters, zoals getoond op fotonummer 5 (
hof: p. 391), in beslag genomen.
A: Dat zijn mijn schoenen.

4. Een foto opgenomen in het het proces-verbaal zaaksdossier 14, [benadeelde 2] d.d. 3 mei 2017 (feit 4/p. 1306), met daarin opgenomen een foto van een tijdens de doorzoeking op 12 december 2016 in de schuur van het adres [adres 11] aangetroffen jas. Op deze foto is een donkere jas met capuchon te zien met op de linkermouw tussen de schouder en de elleboog een ritsje met daaraan een zilver lipje.

5. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 januari 2017, met fotobijlage (p. 1143-1147), voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 8] :

(p. 1143)
Op 14 januari 2017 bevond ik mij in het pand van [bedrijf] gevestigd in perceel [adres 12] . (..) Op 21 januari 2017 heb ik een beeldbestand ontvangen van [bedrijf] d.d. 30/11/2016. Ik herkende op de beelden de mij bekende [verdachte] , geboren op [geboortedag] 1977. Ik heb prints van de beelden toegevoegd waarop [verdachte] voornoemd op staat.

alsmede de printscreen op pagina 1146.

6. De ter terechtzitting in hoger beroep op 18 november 2021 afgelegde verklaring van de verdachte, inhoudende:

Ik beschik over een blauw/paarskleurig Adidasvest met oranje touwtjes aan de capuchon en oranje strepen over de mouwen.
Feit 3 De inbraak in de [benadeelde 5] op 3 oktober 2016

1. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 5 oktober 2016, met fotobijlage (p 1214-1226), voor zover inhoudende als verklaring van aangever [aangever 2] :

(p. 1214)
Ik doe aangifte van diefstal door middel van braak in basisschool [benadeelde 5]
, gelegen aan [adres 4] , gemeente Sittard-Geleen. Ik ben conciërge van deze school en namens de school gerechtigd tot het doen van aangifte.(..)
(p. 1215)
Op dinsdag 4 oktober 2016, omstreeks 07.10 uur, arriveerde ik op school. Ik zag aan
de voorzijde van het schoolpand dat de toegangsdeur openstond. Ik zag dat deze
toegangsdeur geforceerd was. Ik zag een moet in het kozijn zitten, ter hoogte van het cilinderslot. Ik zag dat deze moet een grootte had van ongeveer twee centimeter. Ik zag bovendien dat een beschermlat op de deur kapot was. Ik zag dat de deur met een breekvoorwerp is opengebroken. Ik zag dat de deur ernstig beschadigd was en het binnenwerk van het slot geheel kapot was. Hierna liep ik door naar een leslokaal, waarin een aantal computers staan. Ik zag dat ook de toegangsdeur hiervan was opengebroken op dezelfde wijze als de andere deuren.(..) Ik zag tevens dat er in deze ruimte een raam geopend was. Ik zag namelijk dat het kozijn van het raam, een draaikiepraam, met een grootte van ongeveer 150 cm bij 90 cm kapot was gemaakt. Ik zag namelijk dat het scharnier helemaal geforceerd is.(..)
Vervolgens liep ik naar de kamer van de directrice. Ik zag dat ook deze deur geforceerd was. Ik zag dat deze deur opengebroken was. (..) Via deze ruimte is het mogelijk om een andere ruimte te betreden via een toegangsdeur. Ook deze deur was eerder afgesloten. Ik zag dat deze deur ook geforceerd was op exact dezelfde wijze als alle andere deuren. Ook hier is een moet zichtbaar die afkomstig is van een breekvoorwerp. Deze ruimte wordt gebruikt als opslagplaats. In deze ruimte stond een kluis. In deze kluis lag geld. Dit betrof ongeveer 470 euro. (..) Tevens lag er in deze kluis een bankpas en een random reader van de Rabobank . Ik zag dat deze kluis weggenomen was. Ik kan deze kluis als volgt omschrijven:
Beige kluis, (..) ongeveer 60x30x30, ongeveer 30 kilogram.(..)
In het schoolgebouw hangen camera’s. Deze camera’s nemen voortdurend op. De beelden
(p. 1216) hiervan worden opgeslagen. Ik zag dat er van deze diefstal ook beelden zijn.
Het bankpasje van de Rabobank stond op naam van de basisschool. (..)
Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tet plegen van het feit.
(p. 1218)
Bijlage weggenomen goederen:
- Goednummer: PL2300-2016183540-852371
Object: 470 euro, kleingeld en briefgeld in coupures van 5,10,20 en 50 euro
- Goednummer: PL2300-2016183540-852373
Object: Bankbescheiden (Pas)
Bijzonderheden: betaalpas Rabobank inclusief random reader
- Goednummer: PL2300-2016183540-852379
Object: kluis, beige van kleur, afmetingen ongeveer 60x30x30

2. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 oktober 2016, met fotobijlage (p. 1281-1293), voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] :

(p. 1281)
Op dinsdag, 25 oktober 2016 werden door mij de veiliggestelde camerabeelden uitgelezen van de inbraak bij [benadeelde 5] gelegen aan [adres 4] in de gemeente Sittard-Geleen. De pleegdatum van dit feit is 3 oktober 2016.
Camerabeelden
De beveiligingscamera’s nemen continue op. Er zijn vijf beveiligingscamera’s aangesloten op het beveiligingssysteem waarvan opnames bewaard blijven.
(..)
Cam 1 = voorzijde (..)
Cam 5 = zijgevel rechts
Op de aangedragen camerabeelden loopt een datum/tijd registratie mee onder in beeld.
Waarnemingen
(..)
Op 3 oktober 2016 omstreeks 22:18:33 uur zie ik, verbalisant, dat er op cam 1 een persoon verschijnt die over het schoolplein loopt aan de voorzijde van de school. Ik noem deze persoon in dit proces verbaal NN01. Ik zie dat deze persoon uit het zicht van de camera verdwijnt en niet op een andere camera verschijnt. Ik zie dat NN01 omstreeks 22:20:09 uur weer in beeld komt van dezelfde camera en van het pand weg loopt.
(..)
Op 3 oktober 2016 omstreeks 22:20:21 uur zie ik op cam 5 dat NN01 met zijn gezicht richting de camera door het beeld rent. Ik zie dat de capuchon van het jack/sweater op zijn rug hangt waardoor NN01 duidelijk met zijn gezicht op deze camera verschijnt.
Zie foto 5 tot met 8 (
hof: p. 1285-1287)
Op 3 oktober 2016 omstreeks 22:25:12 uur zie ik, verbalisant, dat NN01 weer in beeld komt van cam 1 en opnieuw richting het schoolgebouw loopt. Omstreeks 22:20:09 zie ik dat NN01 weg rent uit het beeld van cam 1.
(p. 1282)
Op 3 oktober 2016 omstreeks 23:03:34 uur zie ik op cam 1 dat een persoon met een baseball cap op het schoolplein van de school loopt. Ik noem deze persoon NN02.
(..)
Op 3 oktober 2016 omstreeks 23:03:40 uur zie ik dat een persoon in beeld komt van cam 1
die schijnbaar vanaf het hekwerk van de omheining van het schoolplein op het terrein van de school springt. Ik zie dat deze persoon richting het pand loopt.
(..)
Op 3 oktober 2016 omstreeks 23:03:53 uur zie ik op cam 5 dat de persoon die over het hek klom langs de gevel van de school loopt en zich hier tegen aan drukt omdat er een voertuig over de weg voor de school rijdt. Ik zie dat deze persoon exact hetzelfde postuur, dezelfde kleding en schoenen draagt als de eerder omschreven persoon NN01. Ik zie dat NN01 vervolgens richting de voorzijde van de school loopt.
(..)
Op 3 oktober 2016 omstreeks 23:12:08 zie ik op cam 1 dat NN01 van het schoolgebouw
weg loopt richting het toegangshek.
Zie foto 19 met opschrift: NN01 komt vanuit de school het schoolplein oplopen om 23.12.08. (
hof: p. 1292).
Op 3 oktober 2016 omstreeks 23:12:09 zie ik op cam 1 dat NN02 van het schoolgebouw
wegloopt richting het toegangshek. Ik zat (
hof: zie dat) NN02 een kubusvormig voorwerp in zijn handen draagt van ongeveer 30-40 cm hoog, 30-40 cm lang.
Zie foto 20 met opschrift: NN02 komt vanuit de school het school oplopen om 23.12.09 en draagt een kubusvormige doos (
hof: p. 1293).
Verdachten
Op basis van bovengenoemde beelden kan ik NN01 als volgt omschrijven:
NN01: Man, blanke huidskleur, donkere haarkleur met diepere inhammen, slank postuur.
Draagt sportschoenen van het merk Nike type Air Classic met een witte zool, ‘air’ in de hak, en een donkerkleurig Nike teken op de zijkant.

3. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 november 2016, met foto’s (p. 1294-1296), voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 9] :

(p. 1294)
Op 25 oktober 2016 ontving het gehele Basisteam Westelijke Mijnstreek een mail van collega [verbalisant 3] met het verzoek voor de herkenning van een persoon, afgebeeld op bijgevoegde foto (
hof: foto p. 1295, ook foto 6 op pagina 1286 van NN01). Deze persoon zou betrokken zijn bij een inbraak in [benadeelde 5] te Sittard. Op 2 november 2016 opende ik dit emailbericht waarbij ik de persoon die afgebeeld stond op de bijgevoegde foto direct herkende als de mij ambtshalve bekende [verdachte] . Genoemde [verdachte] is bij mij bekend daar deze vaker aangehouden werd als verdacht van inbraken en waarvan de foto meerdere malen op de dagelijkse briefing getoond wordt. Tevens kom ik genoemde [verdachte] in privétijd vaker tegen in de supermarkt waar ik mijn boodschappen doe. Derhalve herken ik genoemde [verdachte] vanaf de foto aan zijn postuur, de vorm van zijn gelaat en de opvallende inhammen van zijn haarlijn op zijn voorhoofd. (..)
Tevens heb ik bij dit proces-verbaal foto 2 (
hof: p. 1296) gevoegd waar [verdachte] op afgebeeld staat. Deze foto is afgebeeld in kleur en brengt goed zijn gelaatsvorm en haardracht in beeld. Deze foto is afkomstig uit het bedrijfsprocessensysteem BVI van de politie en staat afgebeeld bij de ingevoerde persoonsgegevens van de hieronder genoemde
[verdachte] . Beide foto’s met elkaar vergelijkend en mijn persoonlijke kennis van genoemde [verdachte] kan ik met 100% zekerheid verklaren dat de persoon die afgebeeld is op de foto in bijgevoegd emailbericht de hieronder genoemde [verdachte] betreft.

4. Het proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 14 november 2016, met fotomap (p. 1227-1237), voor zover inhoudende als bevindingen van [verbalisant 10] :

(p. 1227)
Op 4 oktober 2016 te 10:45 uur, werd door mij verbalisant als forensisch medewerker op verzoek van de politie, Eenheid Limburg een forensisch onderzoek naar sporen verricht in verband met een gekwalificeerde diefstal in/uit school, gepleegd tussen 3 oktober 2016 te 16:30 uur en 4 oktober 2016 te 06:30 uur.
Onderzoekslocatie
Het onderzoek is verricht in en om een basisschool, [benadeelde 5] ,
[adres 4] , binnen de gemeente Sittard-Geleen.
(p. 1228)
Sporenonderzoek
Ik zag dat de deur van de hoofdingang was open gebroken. (..) Ik zag dat in het gebouw meerdere deuren van leslokalen en kantoren waren open gebroken. (..). Ik zag dat dit gedaan was met een breekwerktuig gelijkend op een brede schroevendraaier. (..) Ik zag dat de deur van de directiekamer was open gebroken. Ik zag dat in deze kamer kasten waren open gebroken. (..) De aangever overhandigde mij in de directiekamer een vel A4 papier. Ik zag dat op dit vel A4 papier een schoenzoolafdruk zichtbaar was. Dit vel A4 papier is waarschijnlijk op de vloer gevallen tijdens het doorzoeken door een dader van de kantoor- ruimte en vervolgens heeft hij hier op gestaan. Deze
(p. 1229)
schoenzoolafdruk is veiliggesteld, spoor SIN AAKB4747NL.
(..)
Het hierna genoemde spoor werd omschreven, gewaarmerkt en rekeninghoudende met de aard van de spoorsoort op de daartoe geëigende wijze veiliggesteld.
(..)
Spoornummer: PL2300-2016183540-41088
SIN: AAKB4747NL
Wijze veiligstellen: folie
Tijdstip veiligstellen: 4 oktober 2016
Plaats veiligstellen: A4 papier op vloer directiekamer.

5. Het proces-verbaal van bevindingen met betreffen tot het aantreffen diverse goederen [verdachte] , met fotobijlage (p. 1271-1278), voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] :

(p. 1271)
Op 12 december 2016 vond een doorzoeking van de woning plaats op [adres 11]
. Dit betreft de verblijfplaats van verdachte [verdachte] (1977) en zijn gezin.
(p. 1272)
In de woonkamer van het pand [adres 11] , werden Nike-schoenen met oranje veters inbeslaggenomen. (
hof: p. 1278)

6. Kennisgeving van inbeslagneming d.d. 12 december 2016 (p. 1501), inhoudende:

Op 12 december 2016 werden op [adres 11] in beslag genomen:
Goednummer PL2300-2016154323-879918
Object: schoeisel (sport)
Merk/type: Nike
Kleur: blauw
Bijzonderheden: met oranje veters

7. Het proces-verbaal van aanhouding d.d.12 december 2016 (p. 352-353), voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisanten [verbalisant 5] , [verbalisant 6] en [verbalisant 7] :

Op 12 december 2016 omstreeks 7.31 uur, hielden wij op de locatie [adres 11] , als verdachte aan: [verdachte] , geboren op [geboortedag] 1977 te [geboorteplaats] .

8. Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 10 februari 2017, met fotobijlage (p. 380-393), voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:

V: vraag verbalisant
A: antwoord verdachte
(p. 382)
Vraag verbalisant: Er zijn (
hof: op 12 december 2016) diverse goederen in de woning van [aangever 7] (
hof: [aangever 7] , de ex-partner van de verdachte, wonende op [adres 11]) aangetroffen.
V: In november/december afgelopen jaar ben ik weer bij [aangever 7] thuisgekomen.
(p. 385)
V: We hebben dit paar overduidelijk gedragen Nike schoenen in de kleur jeans/paars, met oranje veters, zoals getoond op fotonummer 5 (
hof: p. 391), in beslag genomen.
A: Dat zijn mijn schoenen.

9. Het proces-verbaal vergelijkend schoensporenonderzoek d.d. 1 februari 2017, met fotomap (p. 1238-1270), voor zover inhoudende als bevindingen van deskundige schoen-en bandsporen [verbalisant 11] :

(p. 1239)
Op 21-11-2016, ontving ik, [verbalisant 11] , brigadier van politie, Eenheid Limburg, Forensisch Onderzoeker, Deskundige Schoen- en Bandsporen, werkzaam bij de Dienst Regionale Recherche, Forensische Opsporing, met tussenkomst van de Frontoffice van de Forensische Opsporing:
(..)
[4] Een folie met een afgenomen schoenafdrukspoor, gewaarmerkt: PL2300-2016183540-
AAKB4747NL
(..)
[A] een paar schoenen, merk: Nike, maat: 42,5, gewaarmerkt: PL2300-2016154323-AAJN2O12NL, van de verdachte [verdachte] .
Onderzoek
Op 21-11-2016, startte ik een vergelijkend schoensporenonderzoek, waarbij het volgende is
waargenomen, verricht en bevonden:
(p. 1240)
Spoor 4
Folie [4] toont een schoenafdrukspoor van een linkerschoen met profiel, bestaande uit hoofdzakelijk vierhoekige blokken. Ter hoogte van het geleng bevinden zich, aan weers-zijden van de zool, gebogen profielnoppen. In het spoor bevinden zich onregelmatigheden. Het spoor vertoont slijtage.
Foto 12 (
hof: p. 1256) toont het spoor [4] op ware grootte.
Foto 13 (
hof: p. 1257) toont schoenspoor [4] op ware grootte, waarop met pijlen en nummers de onregelmatigheden zijn aangeduid, met betrekking tot spoor [4].
Foto 14 (
hof: p. 1258) toont een proefafdruk van de linkerschoen [A] waarop met pijlen en nummers, de onregelmatigheden zijn aangeduid, met betrekking tot spoor [4].
Foto 15 (
hof: p. 1259) toont de zool van de linkerschoen [A] waarop met pijlen en nummers de beschadigingen zijn aangeduid, met betrekking tot spoor [4].
SCHOENEN
De schoenen [A], merk: Nike, zijn op een label aan de binnenzijde van de tong van de schoenen voorzien van de maataanduiding: 42,5. De schoenen tonen een profiel bestaande uit hoofdzakelijk) vierhoekige figuren. Ter hoogte van het geleng bevinden zich, aan weerszijden van de zool, gebogen profielnoppen. Aan de voorzijde van de zool bevinden zich ribbels, dwars op de lengterichting. In de zolen bevinden zich beschadigingen en de zolen vertonen verschijnselen van vergevorderde slijtage.
Ten behoeve van het onderzoek zijn met de schoenen [A] proefafdrukken vervaardigd.
Ten gevolge van de slijtage/beschadigingen in de zolen van de schoenen [A] worden de hiermee vervaardigde proefsporen als karakteristiek voor deze schoenen beschouwd
Resultaten
(p. 1242)
Vergelijking spoor [4] met schoenen[A]
Tijdens het vergelijkend onderzoek tussen enerzijds het schoenspoor [4] en anderzijds de zool van
de linkerschoen [A] en de daarmee vervaardigde proefsporen is gebleken dat:
- het profiel overeenkomt, voor zover waarneembaar;
- de afmetingen praktisch overeenkomen;
- de door het schoenspoor [41 weergegeven slijtage globale overeenkomst vertoont met de
slijtage aan de zool van de linkerschoen [AJ;
- 6 onregelmatigheden in het schoenspoor [4] qua plaats en globaal in vorm overeenkomen
met 6 beschadigingen in de zool van de rechterschoen [Al.
Onverklaarbare verschillen zijn niet waargenomen
(p. 1243)
Conclusie:
Op grond van het vergelijkend onderzoek concludeer ik dat het schoenspoor [4]
isveroorzaakt met linkerschoen [A]
Feit 4; de Inbraken op 15 juli 2016 en op 22 september 2019 bij [benadeelde 2] / [benadeelde 2] .
1.Het proces-verbaal van aangifte d.d. 2 augustus 2016, met bijlagen (p. 1311-1319), voor zover inhoudende als verklaring van aangever [aangever 3] :
(p. 1311)
Ik ben namens de benadeelde [benadeelde 2] , [adres 5] gerechtigd tot het doen van aangifte. Ik, [aangever 3] , wil aangifte doen van diefstal uit [benadeelde 2] gelegen te Sittard. Ik ben werkzaam als huisarts en ben gerechtigd om aangifte te doen namens de huisartsenpraktijk (
hof: [adres 5]) en alle andere inpandige bedrijven. Op 14 juli 2016, omstreeks 18:00 uur, is het pand afgesloten en onbeschadigd achtergelaten. Op 15 juli 2016, omstreeks 07:45 uur werd de inbraak ontdekt. De dader(s) hebben het pand via de achterzijde benaderd. Aldaar hebben ze de poort van het hekwerk open gebroken om het terrein te betreden. Ik zag dat de toegangsdeur van het fysiotherapie open gebroken was (..). Vervolgens zijn de daders via de ruimtes van de fysiotherapie richting het trappenhuis gelopen. Via het trappenhuis kan de begane grond en de eerste verdieping van het [benadeelde 2] bereikt worden. Beide toegangsdeuren van beide etages zijn verbroken met het gebruik van een breekijzer. Dit betreft het trappenhuis aan de achterzijde van het pand.
(p. 1312)
Op de begane grond en op de eerste verdieping zijn ruimtes en kasten doorzocht, waarbij ook een aantal goederen zijn weggenomen.(..) Via de eerste verdieping kan doorgelopen worden naar het apotheekgedeelte. Via de trappengang aan de voorzijde van het pand, kan de apotheek bereikt worden. Aldaar is een toegangsdeur open gebroken met het gebruik van een schroevendraaier. Binnen de apotheek zijn allerlei cosmetica-artikelen en verhandelbare medicijnen weggenomen. (..) Er zijn camerabeelden beschikbaar (..) van de apotheek.
Hierbij werd het goed, zoals genoemd op de bijlage goederen, weggenomen.
Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.”
(p. 1317)
Lijst gestolen goederen inbraak d.d. 15 juli 2016 [benadeelde 2] :
2 x 100 stuks = 200 stuks Promethazine 25 mg tablet

Geneesmiddelen:

  • 245 stuks Dexemfetamine 2,5 mg tablet
  • 4 x 10 = 40 stuks Fentanyl 12 mcg/uur pleister
  • 123 stuks Fentanyl 25 mcg/uur pleister
  • 2 x 30 = 60 stuks Flunitrazepam 1 mg tablet
  • 150 stuks Medikinet 5 mg tablet
  • 19 stuks Methadon 5 mg tablet
  • 9 stuks Methylfenidaat 18 mg mga tablet
  • 136 stuks Methylfenidaat 36 mg mga tablet
  • 6 x 30 stuks = 180 stuks Methylfenidaat 54 mg mga tablet
  • 1387 stuks Methylfenidaat 10 mg tablet
  • 586 stuks Methylfenidaat 5 mg tablet
  • 69 stuks Morfine 10 mg/ml 1 ml ampul
  • 43 stuks Morfine 20 mg/ml 1 ml ampul
  • 36 stuks Morfine ret 10 mg tablet
  • 60 stuks Morfine ret 100 mg tablet
  • 39 stuks Morfine 20 mg/ml 5 ml ampul
  • 90 stuks MS Contin® 10 mg tablet
  • 150 stuks Oxycodon ret 30 mg tablet
  • 281 stuks Oxynorm instant 5 mg smelttablet.

Goederen:

- Vichy cosmetica (Purete Thermal, Aqualia Thermal, Nutrilogie, Idealia, Liftactiv,
Neovadiol, Lumineuse, Ideal body, Deodorant, Vichy Homme, Dercos, Ideal Soleil.
Contanten
- Kassalade: € 200,00.

2. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 oktober 2016, met fotobijlage (p. 1320-1333), voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] :

Op zondag 2 oktober 2016 werden door mij, verbalisant [verbalisant 3] , de veilig gestelde camerabeelden uitgelezen van de bedrijfsinbraak bij het [benadeelde 2] gelegen aan [adres 5] in de gemeente Sittard-Geleen. De beelden zijn afkomstig van het camerabeveiligingssysteem van [benadeelde 2] , een van de getroffen bedrijven in het [benadeelde 2] .(..)
Camerabeelden
De beveiligingscamera hangt binnen en is gericht op de vier balies en de voorraadkasten van de apotheek. De beveiligingscamera’s nemen continue op. De beelden zijn in kleur. Op de camerabeelden loopt de datum en tijd in beeld. (..)
Waarnemingen
Op 15 juli 2016 omstreeks 00:21:40 uur zie ik, verbalisant, dat een persoon met een zwarte bivakmuts de apotheek in komt lopen vanuit een gang in het midden van het beeld. Ik noem deze persoon in dit proces-verbaal NN01. Ik zie dat NN01 een witte tas met zwarte accenten in zijn rechterhand heeft. Ik zie dat NN01 direct richting de vierde balie (geteld vanaf onder in beeld naar boven toe) loopt en uit de voorraadkasten producten neemt die hij in de witte tas stopt. Ik zie om 00.22:50 uur dat NN01 de witte tas mee neemt naar de gang in het midden van het beeld waar hij uit het zicht van de camera valt.
(..) Op 15 juli 2016 omstreeks 00:22:59 uur zie ik, verbalisant, dat NN01 weer uit de gang komt en direct naar balie 3 loopt. Ik zie dat NN01 weer een witte tas in zijn handen heeft en ik zie dat NN01 deze tas weer vult met goederen die afkomstig zijn uit de voorraadkasten van de apotheek. Ook deze witte tas heeft zwarte accenten.
(..) Op 15 juli 2016 omstreeks 00:24:26 uur zie ik, verbalisant, dat een tweede persoon zich bij NN01 voegt die van rechtsboven het beeld in komt en naast NN01 achter balie 4 is. Ik noem deze persoon in dit proces verbaal NN02.
(..) Ik zie dat NN01 wederom met een witte tas de gang op loopt in het midden van het beeld waar hij uit het zicht van de camera valt.
(..) Ik zie dat NN02 achter balie 4 zit en hier producten uit de lades neemt. Ik zie dat NN02 de gang op loopt en uit beeld verdwijnt. Op dat zelfde moment komt NN01 weer vanuit de gang in het midden van het beeld de apotheek in en loopt weer richting balie 4. Ik zie dat NN01 dit keer een blauwe zak (lijkend op een plastic vuilniszak) bij zich heeft en deze vult met goederen afkomstig van de voorraadkasten van de apotheek.
(p. 1321)
Ik zie dat NN01 weer de gang op loopt en NN02 weer het beeld in loopt richting balie 4.
Ik zie dat NN02 verder gaat met vullen van de blauwe zak. Ik zie dat om 00:26.30 uur deze blauwe tas door NN02 de gang op wordt gedragen. (..)
Op 15 juli 2016 omstreeks 00:28:20 uur zie ik, verbalisant, dat NN02 weer in beeld komt en loopt richting balie 4. Ik zie dat NN02 een gele tas draagt met rode accenten/letter. Ik zie dat NN02 deze tas vult met goederen afkomstig van de voorraadkasten van de apotheek. Ik zie dat NN02 zich vervolgens verplaatst naar de balies 3, 2 en 1 en ik zie dat hij de gele tas met zich mee draagt aan twee hengsels. Ik zie dat hij bij balie 2 goederen, vermoedelijk briefgeld in de rechter zak van zijn jas stopt. Ik zie dat NN02 vervolgens de kassalade van balie 2 uitschudt in de gele tas. Ik zie dat NN02 omstreeks 00:31:30 uur uit het zicht van de camera verdwijnt ter hoogte van balie 1. (..)
Op 15 juli 2016 omstreeks 00:37:10 uur zie ik, verbalisant, dat NN01 nogmaals vanaf de gang in het midden in beeld komt en richting balie 4 loopt om vervolgens weer terug te lopen en weer de gang op loopt. (..)
Op 15 juli 2016 omstreeks 00:37:30 uur zie ik, verbalisant, dat NN02 en NN01 weer vanaf de gang in beeld komen en naar balie 4 lopen. Ik zie dat NN01 nu de gele tas draagt waarop de rode accenten zichtbaar zijn en ook een zwart accent/figuur zichtbaar is. Ik zie dat beide personen NN01 en NN02 om 00:38:08 de ruimte weer verlaten via de gang in het midden van het beeld. (..)
Op 15 juli 2016 omstreeks 00:39:20 uur zie ik, verbalisant, dat beide personen wederom terugkeren bij balie 4. Ik zie dat NN01 een blauwe zak heeft die hij vult met goederen afkomstig van de voorraadkasten en ik zie dat NN02 een bak heeft meegenomen welke hij vult met goederen. Ik zie omstreeks 00:41:05 uur dat NN02 de ruimte verlaat aan de bovenzijde van het beeld en dat NN01 de ruimte verlaat in het midden van het beeld met de blauwe zak in zijn handen.(..)
Op 15 juli 2016 omstreeks 00:42:20 uur zie ik, verbalisant, dat beide personen NN01 en NN02 wederom terug keren naar balie 4 en nu de bak vullen met goederen. Hierna zakken de beide personen af langs de andere balies waarbij selectief goederen van de voorraadkasten worden genomen en in de bak gegooid worden. Omstreeks 00:43:50 uur
verlaat NN01 de ruimte onder in beeld richting de gang en NN02 verlaat de ruimte in
het midden van het beeld waarbij hij de bak vol met goederen mee schuift.
Op basis van de camerabeelden kan ik NN01als volgt beschrijven:
NN01: Man, smal postuur, draagt een zwarte bivakmuts, draagt een jack tot aan
zijn middel met zwarte capuchon, op dit jack zit een klein plaatje/logo op de
linkermouw tussen schouder en elleboog, draagt een zwarte broek, draagt donkere
sportschoenen met dikke witte zolen en felle veters.

3. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 28 september 2016, (p. 1344-1346), voor zover inhoudende als verklaring van aangeefster [aangever 4] :

(p. 1344)
Ik ben namens de benadeelde, [benadeelde 2] , [adres 5] , gemeente Sittard-Geleen, gerechtigd tot het doen van aangifte. Ik ben de filiaalmanager.
Op 23 september 2016 (..) omstreeks 01.45 uur hoorde ik van de alarmcentrale van de apotheek dat een inbraakalarm was afgegaan. (..) Toen ik bij de apotheek aankwam hoorde ik de assistent zeggen dat ze cosmeticaproducten hadden meegenomen. Ik bekeek de camerabeelden en zag (..) een man in de apotheek. Ik zag dat de man er als volgt uitzag: Blank met een lang en smal postuur.(..). Ik zag dat deze man vanaf het raam op de Vichy producten afliep. (p. 1344/1345) De Vichy producten staan in een schap achter de eerste kassa, gezien vanaf de toegangsdeur. Ik zag dat hij uit dit schap Vichy producten pakte en deze stopte in een grote Big Shopper. Het viel mij op dat deze man gericht de Vichy producten pakte.
(..)
Ik zag dat de man naar het raam liep waar door hij was binnengekomen en naar buiten
klom. Ik zag aan de hand van de cameratijd dat de man ongeveer anderhalve minuut
binnen in de apotheek was.
(..)
Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.

4. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 oktober 2016, met fotobijlage (p. 1347-1355), voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] :

(p. 1347)
Op zondag 23 oktober 2016 werden door mij de veilig gestelde camerabeelden uitgelezen
van de bedrijfsinbraak bij het [benadeelde 2] gelegen aan [adres 5]
in de gemeente Sittard-Geleen. De beelden zijn afkomstig van het camerabeveiligings-
systeem van [benadeelde 2] , gehuisvest in het [benadeelde 2] .
De pleegdatum van het feit is 22 september 2016 omstreeks 23:00 uur.
Camerabeelden
Een beveiligingscamera is gericht op de ramen van de apotheek. Deze camera is aangeduid met ‘channel 3’ en zal ik als zodanig ook benoemen in dit proces verbaal. De andere beveiligingscamera hangt binnen en is gericht op de vier balies en de voorraadkasten van de apotheek. Deze camera is aangeduid met ‘channel 4’ en zal ik ook als zodanig benoemen in dit proces verbaal. De beveiligingscamera’s nemen continue op. De beelden zijn in kleur. Op de camerabeelden loopt de datum en tijd in beeld.
Waarnemingen
Op 22 september 2016 omstreeks 22:57:07 uur zie ik, verbalisant, op de beelden van camera channel 3 (bestandsnaam: 225704-225738.264) dat een raam geopend wordt vanaf de buitenkant. Ik zie dat hierdoor spullen die op de vensterbank staan op de grond vallen. Direct hierna zie ik een persoon door het raam naar binnen komen die met één voet op een stoel stapt en zo in een vloeiende beweging de apotheek binnen komt en uit het zicht van deze camera verdwijnt. Ik zie dat deze persoon een (..) tas in zijn linker hand houdt.
(..)
Op 22 september 2016 omstreeks 22:57:08 uur zie ik, verbalisant, op de beelden van
camera channel 4 (bestandsnaam: 225434-231059.264) dat dezelfde persoon in een
vloeiende beweging naar de rechter balie rent (de vierde balie vanaf onder in beeld
geteld). Ik zie dat deze persoon direct producten vanuit de kast achter de balie neemt en deze in de (..) tas stopt. (..) Na enkele seconden rent deze persoon weer terug naar de meest rechter balie waar hij nogmaals goederen van de planken neemt en in zijn (..) tas stopt. Na enkele seconden draait deze persoon zich om en loopt via dezelfde weg als gekomen terug richting het raam waar hij door heen is gekomen. Ik zie dat op 22 september 2016 omstreeks 22:58:20 uur uit het zicht van de camera verdwijnt.
(..)
Op 22 september 2016 omstreeks 22:58:21 uur zie ik, verbalisant, op de beelden van
camera channel 3 (bestandsnaam: 225757-225851.264) dat deze persoon met zijn
rechtervoet op de stoel stapt en met zijn rechter hand het raamkozijn vast pakt en door het raam naar buiten stapt en uit het zicht van de camera verdwijnt.
(p. 1348)
Op basis van de hier boven omschreven camerabeelden kan ik de persoon als volgt
omschrijven;
NN01: Man, smal postuur, draagt een donkerkleurig trainingsjack van Adidas waarbij
er drie strepen over de mouwen van het vest en de capuchon lopen die fel van kleur zijn evenals de touwtjes van de capuchon die ook fel van kleur zijn, (..) draagt donkerkleurige schoenen met een witte zool.
Het valt mij, verbalisant, op dat deze persoon erg snel (zie tijdsbestek) te werk gaat en precies weet waar hij de producten wilt weghalen. Hij loopt specifiek naar balie 4 en vervolgens naar 1 en laat balie 2 en 3 ongemoeid. Dit kan er mijn inziens op duiden dat deze persoon met voorkennis handelde.
Verder valt het mij, verbalisant, op dat het trainingsjack van het merk Adidas met de
donkere kleur en felle accenten al bij eerdere bedrijfsinbraken gezien is in Sittard
bij de [benadeelde 1] waar op 27-09-2016 en 12-10-2016 ook door één persoon wordt ingebroken
met hetzelfde postuur als de persoon op deze beelden die eenzelfde Adidas trainingsjack draagt met capuchon in een donker paars/blauwe kleur met feloranje/gele strepen over de mouwen en capuchon.

5. Het proces-verbaal van bevindingen met betreffen tot het aantreffen diverse goederen [verdachte] , met fotobijlage (p. 1334-1341), voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] :

(p. 1334)
Op 12 december 2016 vond een doorzoeking van de woning plaats op [adres 11]
. Dit betreft de verblijfplaats van verdachte [verdachte] (1977) en zijn gezin.
(..)
In het schuurtje in de tuin van de voornoemde woning, werd een geel/rode Nettorama-tas en een blauwe jas (..) aangetroffen.
Onder het bed op een van de kinderslaapkamers van voornoemde woning, is een tas aangetroffen vol Vichy-producten.
(p. 1335)
Adidas-vest met oranje elementen
Bij binnenkomst van het onderzoeksteam in voornoemde woning, ten behoeve van de doorzoeking, droeg bewoonster [aangever 7] een blauw/paarskleurig Adidas-vest met oranje elementen.
(..)
Nike-schoenen met oranje veters
In de woonkamer van het pand [adres 11] , werden Nike-schoenen in
beslaggenomen met daarin oranje veters. (hof: foto p. 1341).

6. Het proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 19 december 2016 (p. 1367-1368), als:

a. verklaring van getuige [aangever 4] :
U, verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 8] , laat mij twee zakken zien vol met Vichyproducten. Ik kan u vertellen dat al deze producten in ons assortiment zitten.
b. bevindingen van de verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 8] :
(p. 1368)
Bij het voorleggen van de Vichy producten controleerde Mevr. [aangever 4] de producten
qua type met de producten uit haar assortiment in de computer. Alle getoonde Vichy
producten bleken ook in het systeem van de apotheek te staan.

7. Het proces-verbaal zaaksdossier 14, [benadeelde 2] d.d. 3 mei 2017 (p. 1306), met daarin opgenomen een foto van een tijdens de doorzoeking op 12 december 2016 in de schuur van het adres [adres 11] aangetroffen jas. Op deze foto is een donkere jas met capuchon te zien met op de linkermouw tussen de schouder en de elleboog een ritsje met daaraan een zilver lipje.

8. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 januari 2017, met fotobijlage (p. 1356-1360), voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 8] :

(p. 1356)
Op 14 januari 2017 bevond ik mij in het pand van [bedrijf] gevestigd in perceel [adres 12] . (..) Op 21 januari 2017 heb ik een beeldbestand ontvangen van [bedrijf] d.d. 30/11/2016. Ik herkende op de beelden de mij bekende [verdachte] , geboren op [geboortedag] 1977. Ik heb prints van de beelden toegevoegd waarop [verdachte] voornoemd op staat.

alsmede de printscreen op pagina 1359.

9. Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 10 februari 2017, met fotobijlage (p. 380-393), voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:

V:vraag verbalisant
A:antwoord verdachte
(p. 382)
Vraag verbalisant: Er zijn (
hof: op 12 december 2016) diverse goederen in de woning van [aangever 7] (
hof: [aangever 7] , de ex-partner van de verdachte, wonende op [adres 11]) aangetroffen.
V: In november/december afgelopen jaar ben ik weer bij [aangever 7] thuisgekomen.
(p. 385)
V: We hebben dit paar overduidelijk gedragen Nike schoenen in de kleur jeans/paars, met oranje veters, zoals getoond op fotonummer 5 (
hof: p. 391), in beslag genomen.
A: Dat zijn mijn schoenen.

10. De ter terechtzitting in hoger beroep op 18 november 2021 afgelegde verklaring van de verdachte, inhoudende:

Ik beschik over een Adidasvest met oranje touwtjes aan de capuchon en oranje strepen over de mouwen.
Bewijsmiddelen ten aanzien van parketnummer 03-704557-15 [2]
Feit 1: inbraak in een woning aan [adres 8] .
Het hof zal, nu de verdachte het onder 1 van parketnummer 03-704557-15 tenlastegelegde en bewezenverklaarde feit heeft bekend, overeenkomstig het bepaalde in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv), volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen. Het hof acht dit feit wettig en overtuigend bewezen gelet op:
  • het proces-verbaal van aangifte van [aangever 5] d.d. 30 januari 2015 (p. 33-34);
  • het aanvullend proces-verbaal van aangifte van [aangever 5] d.d. 4 februari 2015 (p. 35);
  • het proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 12 februari 2015, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 12] (p. 20-22);
  • het rapport Resultaten DNA-onderzoek van het NFI d.d. 9 maart 2015 (p. 25-29);
  • de bekennende verklaring van de verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 18 november 2021.
Feit 2: inbraak in een woning aan [adres 9] .
Het hof zal, nu de verdachte het onder 2 van parketnummer 03-704557-15 tenlastegelegde en bewezenverklaarde feit heeft bekend, overeenkomstig het bepaalde in artikel 359, derde lid, Sv, volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen. Het hof acht dit feit wettig en overtuigend bewezen gelet op:
  • het proces-verbaal van aangifte van [aangever 6] d.d. 31 januari 2015 (p. 48-50);
  • het proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 12 februari 2015, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 12] (p. 38-39);
  • het rapport Resultaten DNA-onderzoek van het NFI d.d. 9 maart 2015 (p. 25-29);
  • de bekennende verklaring van de verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 18 november 2021;
Parketnummer 03-136700-16: de bedreiging van [aangever 7] . [3]
Het hof zal, nu de verdachte het onder parketnummer 03-136700-16 tenlastegelegde en bewezenverklaarde feit heeft bekend, overeenkomstig het bepaalde in artikel 359, derde lid, Sv, volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen. Het hof acht dit feit wettig en overtuigend bewezen gelet op:
  • het proces-verbaal van bevindingen van de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] d.d. 3 juli 2016 (p. 11);
  • het proces-verbaal van verhoor aangeefster [aangever 7] d.d. 3 juli 2016 (p. 12-13);
  • de bekennende verklaring van de verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 18 november 2021;
Bewijsoverwegingen
Parketnummer 03-700584-16
De raadsman heeft op de gronden zoals neergelegd in zijn pleitnota betoogd dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van de onder parketnummer 03-700584-16 onder 1 en 4 ten laste gelegde feiten.
Bewijsoverwegingen met betrekking tot feit 1: de inbraken bij de [benadeelde 1] aan [adres 2] .
Inbraak op 22 augustus 2016
Op grond van bovenstaande bewijsmiddelen stelt het hof vast dat op 22 augustus 2016 bij de [benadeelde 1] op [adres 2] een inbraak plaatsvond waarbij de dader zich de toegang tot deze winkel heeft verschaft door met een scooter in te rijden op de ruit van de toegangsdeur van de [benadeelde 1] winkel, waardoor de ruit barstte. Vervolgens heeft de dader via deze kapotte ruit de winkel betreden en pakjes sigaretten weggenomen.
De politie heeft op de camerabeelden van deze inbraak waargenomen dat de dader onder andere een blauw/paarskleurige jas met daarop een wit of zilverkleurig logo draagt alsmede sportschoenen met oranje veters en witte zolen, althans een witte lijn aan de onderkant. Verder is op de camerabeelden te zien dat de dader donker haar heeft en een terugtrekkende haarlijn.
Op 29 augustus 2016 vindt een doorzoeking plaats van een garagebox in Sittard, waar de verdachte bij aanwezig is. Aan de hand van de foto die van de verdachte op dat moment is gemaakt stellen de verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] vast dat de verdachte op die foto sportschoenen draagt met witte zolen en oranje veters. Deze sportschoenen, die later in de woning op [adres 11] zijn aangetroffen en waarvan de verdachte heeft verklaard dat het zijn Nike-sportschoenen betreffen, vertonen een zeer sterke gelijkenis met de schoenen die de pleger van de inbraak bij [benadeelde 1] op 22 augustus 2016 droeg. Daarnaast stelt de politie vast dat de verdachte, net als de dader van de inbraak bij [benadeelde 1] , donker-kleurig haar heeft en een terugtrekkende haarlijn.
Tenslotte hebben verbalisanten aan de hand van de camerabeelden verdachte herkend als degene die de inbraak heeft gepleegd.
Het hof acht, gelet op deze feiten en omstandigheden, in samenhang bezien, wettig
en overtuigend bewezen dat de verdachte de dader is geweest van de bedrijfsinbraak bij
de [benadeelde 1] op 22 augustus 2016, waarbij diverse rookwaren zijn gestolen.
Inbraken op 27 september 2016 en 12 oktober 2016
Op 27 september 2016 en 12 oktober 2016 is wederom ingebroken bij de [benadeelde 1] aan [adres 2] . Op de bewakingsbeelden van [benadeelde 1] is te zien dat de dader van de inbraken die op die data zijn gepleegd een smal postuur heeft en telkens een blauw/paars Adidas-vest met oranje accenten, een zwarte helm zonder vizier, grijze handschoenen en blauwe jeans draagt. Uit de bewijsmiddelen blijkt verder dat de dader bij het plegen van de inbraken gebruik maakt van een zwarte scooter, die is voorzien van een zilverkleurige vering en een voorlamp die over de gehele breedte van de voorkap loopt. Het hof gaat er dan ook vanuit dat beide inbraken door dezelfde persoon zijn gepleegd.
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat de verdachte, net als de dader van de inbraken, beschikt
over een blauw/paars Adidas-vest, waarbij de rits, de touwtjes aan de capuchon en de drie strepen op de mouwen feloranje van kleur zijn. Verder is op de camerabeelden van de inbraak die is gepleegd op 27 september 2016, te zien dat de dader een rood/gele tas bij zich heeft. Bij de doorzoeking in de woning/schuur van de verdachte is door de politie een soortgelijke tas aangetroffen.
Ten slotte blijkt uit de aangehaalde bewijsmiddelen dat de modus operandi van de inbraken die zijn gepleegd op 27 september 2016 en 12 oktober 2016, zeer sterke overeenkomsten vertoont met de modus operandi van de inbraak bij [benadeelde 1] op 22 augustus 2016, waarvan het hof heeft vastgesteld dat deze door de verdachte is gepleegd. In dit verband wijst het hof op het feit dat de inbraken bij de [benadeelde 1] in Sittard relatief kort na elkaar en steeds in de nachtelijke uren zijn gepleegd. Uit de camerabeelden blijkt voorts dat de dader van de inbraken op 27 september 2016 en 12 oktober 2016, evenals de dader van de inbraak op 22 augustus 2016 zich de toegang tot de winkel verschaft door met een scooter in te rijden op de winkeldeur c.q. een winkelruit, waarna de dader door het gebroken glas naar binnen kan komen. Uit de aangiften blijkt voorts dat de dader telkens uitsluitend rookwaren ontvreemdt.
Het hof acht, gelet op deze feiten en omstandigheden, in samenhang bezien, wettig
en overtuigend bewezen dat de verdachte ook degene is geweest die de inbraken bij de [benadeelde 1] op 27 september 2016 en 12 oktober 2016, waarbij diverse rookwaren zijn gestolen,
heeft gepleegd.
Hetgeen de raadsman als verweer heeft aangevoerd vindt naar het oordeel van het hof zijn weerlegging in de door het hof gebezigde bewijsmiddelen. Het verweer wordt verworpen.
Voorwaardelijk verzoek tot het horen van [getuige] als getuige
Nu het hof bij de bewijsvoering geen gebruik maakt van enige verklaring met betrekking tot de kleur c.q. type van de scooter waar de dader zich tijdens de inbraak op 22 augustus 2016 bij de [benadeelde 1] van heeft bediend, ziet het hof geen noodzaak om de heer [getuige] als getuige te doen horen. Het voorwaardelijk verzoek van de raadsman wordt derhalve afgewezen
Bewijsoverwegingen met betrekking tot feit 4: de inbraken bij [benadeelde 2] /
[benadeelde 2]
Het hof stelt op grond van de hiervoor gebezigde bewijsmiddelen vast dat op 15 juli 2016 werd ingebroken bij het [benadeelde 2] / [benadeelde 2] . De daders hadden de poort aan de achterzijde van het pand, de kelderdeur en diverse deuren in het pand opengebroken. Ook de toegangsdeur tot de apotheek op de eerste verdieping was open-gebroken. De daders hebben onder meer geneesmiddelen en cosmetica-artikelen van het merk Vichy gestolen uit de apotheek.
Op de door de politie beschreven camerabeelden van de inbraak op 15 juli 2016 is te zien dat één van de daders (door verbalisant [verbalisant 3] aangeduid als NN01) een man is met een smal postuur. De man draagt een jack met een capuchon met een klein logo op de linkermouw tussen schouder en elleboog en (donkere) sportschoenen met dikke witte zolen en felle veters. De man draagt op enig moment een gele tas met rode accenten.
Op 22 september 2016, om 22.57 uur, wordt wederom ingebroken in de [benadeelde 2] . Dit keer is sprake van één dader die via een raam de apotheek betreedt. Ook dit maal worden cosmetica-artikelen van het merk Vichy gestolen. De dader is, zo blijkt uit de door de politie beschreven camerabeelden van de apotheek, een man met een smal postuur en draagt een trainingsjack van Adidas met drie felgekleurde strepen over de mouwen. Ook de touwtjes van de capuchon zijn felgekleurd. Hij draagt verder donkere schoenen met een witte zool.
Het hof is gelet op de gebezigde bewijsmiddelen van oordeel dat de verdachte als dader is betrokken bij beide inbraken. Het hof baseert zich daarbij op het feit dat:
- een van de daders (door verbalisant [verbalisant 3] aangeduid als dader NN01/p. 1321) van de inbraak op 15 juli 2016 kleding draagt die zeer sterke gelijkenis vertoont met kleding waarover de verdachte beschikt. Dat geldt met name voor de donkere sportschoenen met felgekleurde veters, maar ook voor het jack met een klein logo op de linkermouw tussen schouder en elleboog;
  • ten tijde van de inbraak in de apotheek op 22 september 2016 de dader een Adidas-trainingsjack/vest met felgekleurde strepen over de mouwen en felgekleurde touwtjes aan de capuchon draagt, dat sterke gelijkenis vertoont met kleding waarover de verdachte beschikt, zoals hij ter terechtzitting in hoger beroep heeft verklaard;
  • de modus operandi bij beide inbraken overeenkomt, te weten: het vullen van draagtassen (big shoppers) met (voornamelijk) cosmeticaproducten van het merk Vichy. Aangeefster [aangever 4] heeft na het bekijken van de camerabeelden verklaard dat de dader van de inbraak op 22 september 2016 gericht de Vichy-producten uit de kasten pakte (p. 1345). Ook verbalisant [verbalisant 3] relateert dat de dader op 22 september 2016 precies lijkt te weten uit welke kasten hij de Vichy-producten kan weghalen, hetgeen lijkt te worden bevestigd door de omstandigheid dat de hele actie slechts 1,5 minuut in beslag nam. Dit duidt er op dat de dader van de inbraak op 22 september 2016 ook betrokken was bij de inbraak op 15 juli 2016;
  • bij de inbraak op 15 juli 2016 door de dader(s) een rood/gele tas wordt gebruikt die zeer
sterke gelijkenis vertoont met de rood/gele tas die door de politie tijdens de doorzoeking
op 12 december 2016 in de schuur van de verdachte is aangetroffen. Dat deze tas ten tijde van de doorzoeking leeg was, doet daar naar het oordeel van het hof niet aan af;
- tijdens de doorzoeking in de woning van de verdachte op 12 december 2016 een groot aantal Vichy producten zijn aangetroffen (waarvan een groot deel nog in de verpakking zat). In dit verband acht het hof mede redengevend dat de aangetroffen producten die door de politie zijn getoond aan aangeefster [aangever 4] , alle behoren tot het assortiment van de apotheek. Dat de tijdens de doorzoeking aangetroffen Vichy-producten door [aangever 7] , de ex-partner van de verdachte, zouden zijn gekocht en dat zij die wilde doorverkopen, is naar het oordeel van het hof niet aannemelijk geworden.
Hetgeen de raadsman overigens heeft aangevoerd vindt naar het oordeel van het hof zijn weerlegging in de door het hof gebezigde bewijsmiddelen.
Gelet op het voorgaande is het hof van oordeel dat de verdachte zich op 15 juli 2016 en 22 september 2016 schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen c.q. plegen van gekwalificeerde diefstal bij [benadeelde 2] / [benadeelde 2] .
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
Elk bewijsmiddel wordt - ook in zijn onderdelen - slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezenverklaarde feit, of die bewezenverklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het in de zaak met parketnummer 03-700584-16 onder 1 bewezenverklaarde levert op:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd.
Het in de zaak met parketnummer 03-700584-16 onder 3 bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Het in de zaak met parketnummer 03-700584-16 onder 4 bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
en
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming.
Het in de zaak met parketnummer 03-704557-15 onder 1 bewezenverklaarde levert op:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Het in de zaak met parketnummer 03-704557-15 onder 2 bewezenverklaarde levert op:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Het in de zaak met parketnummer 03-136700-16 bewezenverklaarde levert op:

bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. De feiten zijn strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.
Op te leggen sanctie
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De verdachte heeft zich in een periode van 2 maanden schuldig gemaakt aan een drietal inbraken bij een [benadeelde 1] -winkel te Sittard , waarbij hij zich de toegang tot de winkel verschafte door met een scooter tegen de winkeldeur/pui te rijden. Hierdoor werd veel schade aan het pand toegebracht. Deze inbraken hebben, mede gelet op de relatief korte tijdsspanne tussen de inbraken, een grote impact op de eigenaresse van de winkel gehad. Daarnaast heeft de verdachte ingebroken in een basisschool, waarbij een kluis met inhoud is weggenomen. Bij [benadeelde 2] heeft de verdachte tweemaal ingebroken, de eerste keer samen met een ander, waarbij medicijnen en cosmeticaproducten werden meegenomen.
Bedrijfsinbraken veroorzaken veel schade en overlast voor de slachtoffers, maar leidt ook tot groot financieel nadeel voor de maatschappij.
Tevens heeft het hof bewezen geacht dat de verdachte twee woninginbraken heeft gepleegd. Woninginbraken veroorzaken niet alleen veel materiële schade voor de bewoners, maar maken ook een forse inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers en leiden veelal tot gevoelens van angst en onveiligheid bij hen maar ook voor de omwonenden. De verdachte heeft zich hiervan geen rekenschap gegeven, maar heeft zich slechts laten leiden door zijn eigen financieel gewin.
Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het bedreigen van zijn ex-partner
[aangever 7] .
Naar het oordeel van het hof kan gelet op het aantal en de ernst van de bewezenverklaarde feiten in de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd, niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming.
Het hof heeft daarbij mede gelet op de omstandigheid dat de verdachte, zoals blijkt uit hem betreffende Uittreksel uit de Justitiële documentatie d.d. 11 november 2021, in het verleden meermalen onherroepelijk ter zake van vermogensdelicten is veroordeeld tot gevangenisstraf. De verdachte lijkt van het plegen van bedrijfs-en woninginbraken een gewoonte te hebben gemaakt. De eerder opgelegde gevangenisstraffen hebben de verdachte kennelijk er niet van kunnen weerhouden om wederom in de fout te gaan. De verdachte lijkt geen enkel respect te hebben voor de eigendommen van een ander.
De verdachte heeft weliswaar in hoger beroep de woninginbraken bekend, maar hij heeft ter terechtzitting niet getoond dat hij enig inzicht heeft in hetgeen hij door zijn handelen bij de slachtoffers teweeg heeft gebracht.
Het hof heeft bij de straftoemeting acht geslagen op de door het LOVS geformuleerde oriëntatiepunten voor straftoemeting ten aanzien van woning- en bedrijfsinbraken. Voor het plegen van een woninginbraak wordt - bij recidive - een gevangenisstraf van 5 maanden tot uitgangspunt genomen. Voor een inbraak in een bedrijfspand (waaronder ook een school wordt gerekend) wordt ingeval van recidive uitgegaan van een gevangenisstraf voor de duur van 10 weken.
Weliswaar komt het hof tot een bewezenverklaring van minder feiten dan de rechtbank, maar uitgaande van een bewezenverklaring van 6 bedrijfsinbraken, 2 woninginbraken en een ernstige bedreiging door de verdachte van zijn ex-partner ligt oplegging van een forse gevangenisstraf, gelet op deze oriëntatiepunten, in de rede.
Het hof zal echter niet uitgaan van het oriëntatiepunt voor ramkraken, zoals door de advocaat-generaal gevorderd, maar zal wel rekening houden met de wijze waarop de verdachte bij de inbraken bij de [benadeelde 1] gebruik heeft gemaakt van een scooter om zich de toegang tot het pand te verschaffen en de schade die hij daardoor veroorzaakt heeft. Daarnaast acht het hof de omstandigheid dat de verdachte twee van de bedrijfsinbraken in vereniging heeft gepleegd strafverzwarend.
Redelijke termijn
Bij de strafvervolging van verdachte is de redelijke termijn, bedoeld in artikel 6, eerste lid van het EVRM, geschonden nu de verdachte op 30 november 2017 hoger beroep heeft ingesteld en het hof thans 4 jaar later arrest wijst.
Als uitgangspunt heeft in deze zaak te gelden dat in hoger beroep het geding met een einduitspraak behoort te zijn afgerond binnen 2 jaren nadat het rechtsmiddel is ingesteld, aldus is sprake van een overschrijding van de redelijke termijn met 2 jaren.
Zonder schending van de redelijke termijn zou een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden, met aftrek van voorarrest, naar het oordeel van het hof passend zijn geweest. Nu de redelijke termijn is geschonden, zal worden volstaan met het opleggen van een gevangenisstraf voor de duur van 38 maanden, met aftrek van voorarrest.
De tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] , vertegenwoordigd door [aangever 1]
De benadeelde partij [benadeelde 1] heeft in eerste aanleg een schriftelijke vordering ingediend, strekkende tot schadevergoeding tot een bedrag van € 8.047,32, waarvan € 7.747,32 ter zake van materiële schade en € 300,00 ter zake van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente. Ter terechtzitting in eerste aanleg d.d. 7 november 2017 heeft de vertegenwoordiger van de benadeelde partij de vordering ter zake van materiële schade verminderdt tot een bedrag van € 3.000,00 (eigen risico in verband met de schadeverzekering), waardoor de totale vordering € 3.300,00 bedraagt.
Deze vordering is bij vonnis waarvan beroep (hoofdelijk) toegewezen tot een bedrag van
€ 3.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 22 augustus 2016 tot en met de dag van algehele voldoening. De rechtbank heeft de vordering voor het overige (de immateriële schade) afgewezen.
De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd ter zake van het niet toegewezen gedeelte van de vordering.
De raadsman heeft de vordering ter zake van de materiële schade niet inhoudelijke betwist. Ten aanzien van de immateriële schade heeft de raadsman bepleit dat de vordering in zoverre dient te worden afgewezen.
Materiële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat aan de benadeelde partij [benadeelde 1] , vertegenwoordigd door mevrouw [aangever 1] als gevolg van de door de verdachte gepleegde inbraken bij de [benadeelde 1] , [adres 2] op 22 augustus 2016, 27 september 2016 en 12 oktober 2016, zoals bewezenverklaard onder feit 1 van parketnummer 03-700584-16 rechtstreeks schade is toegebracht tot een bedrag van
€ 3.000,00. Het betreft hier € 1.000,00 eigen risico per gebeurtenis. Het hof acht deze vordering voldoende onderbouwd. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is, telkens te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de data waarop de inbraken hebben plaatsgevonden.
Immateriële schade
De benadeelde partij heeft voorts vergoeding gevorderd ten aanzien van de door mevrouw [aangever 1] geleden immateriële schade. Indien geen sprake is van lichamelijk letsel, zoals in dit geval, kan op grond van artikel 6:106, eerste lid, onder b, van het Burgerlijk Wetboek slechts een vergoeding voor immateriële schade worden toegekend indien de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast (dit geldt buiten de onder a en c genoemde gevallen).
Van bedoelde aantasting in de persoon op andere wijze is in ieder geval sprake indien de benadeelde partij geestelijk letsel heeft opgelopen. Degene die zich hierop beroept, zal voldoende concrete gegevens moeten aanvoeren waaruit kan volgen dat in verband met de omstandigheden van het geval psychische schade is ontstaan, waartoe nodig is dat naar objectieve maatstaven het bestaan van geestelijk letsel kan worden vastgesteld. Daarnaast kunnen de aard en de ernst van de normschending en van de gevolgen daarvan voor de benadeelde, meebrengen dat van de in artikel 6:106, eerste lid, onder b, BW bedoelde aantasting in zijn persoon op andere wijze sprake is.
In beginsel zal degene die zich hierop beroept de aantasting in zijn persoon met concrete gegevens moeten onderbouwen. In voorkomend geval kunnen de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen. Van een aantasting in de persoon op andere wijze als bedoeld in voormelde bepaling, is niet reeds sprake bij de enkele schending van een fundamenteel recht.
De benadeelde partij heeft in de toelichting op de vordering vermeld, kort samengevat, dat de inbraken die in een periode van 2 maanden hebben plaatsgevonden haar veel stress en spanning hebben bezorgd. Ter terechtzitting in eerste aanleg heeft zij verklaard dat de inbraken een grote impact op haar leven hebben gehad en dat zij zich niet meer veilig voelde in haar winkel. Hoezeer ook invoelbaar is dat de inbraken deze gevolgen voor de benadeelde partij hebben gehad, te meer nu zij relatief kort na elkaar plaatsvonden, op grond van het onderzoek ter terechtzitting kan niet worden geoordeeld dat sprake is van een aantasting van de persoon op andere wijze in de zin van genoemde bepaling. Het hof zal de gevorderde immateriële schadevergoeding daarom moeten afwijzen.
Schadevergoedingsmaatregel
Op grond van het onderzoek ter terechtzitting heeft het hof in rechte vastgesteld dat door het bewezenverklaarde handelen van de verdachte rechtstreeks schade aan het slachtoffer [benadeelde 1] , vertegenwoordigd door [aangever 1] , is toegebracht tot een bedrag van € 3.000,00. De verdachte is daarvoor jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Het hof ziet aanleiding om aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op
te leggen ter hoogte van voormeld bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente zoals hierna bepaald tot aan de dag der algehele voldoening
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
Beslag
Het hof is van oordeel dat de in beslag genomen goederen, zoals vermeld op de beslaglijst, teruggegeven dienen te worden aan de rechthebbende, te weten [benadeelde 2] .
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 36f, 47, 57, 63, 285 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 03-700584-16 onder 2, 5 en 6 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 03-700584-16 onder 1, 3 en 4 en in de zaak met parketnummer 03-704557-15 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 03-136700-16 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 03-700584-16 onder 1, 3 en 4 en in de zaak met parketnummer 03-704557-15 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 03-136700-16 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
38 (achtendertig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de
teruggaveaan [benadeelde 2] van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- 7 stuks parfumerie, merk Vichy (goednummer 879921);
- een zak met parfumartikelen, merk Vichy (goednummer 879915);
- een kappersartikel, merk Vichy (goednummer 879885).

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] t.a.v. mevr. [aangever 1]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 1] t.a.v. mevr. [aangever 1] ter zake van het in de zaak met parketnummer 03-700584-16 onder
1. bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 3.000,00 (drieduizend euro) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Wijst de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding voor het overige af.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 1] t.a.v. mevr. [aangever 1] , ter zake van het in de zaak met parketnummer 03-700584-16 onder 1 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 3.000,00 (drieduizend euro) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 40 (veertig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op:
  • 22 augustus 2016 ter zake van € 1.000,00,
  • 27 september 2016 ter zake van € 1.000,00,
  • 12 oktober 2016 ter zake van € 1.000,00.
Aldus gewezen door:
mr. K. van der Meijde, voorzitter,
A.J.M. van Gink en mr. S. Riemens, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. M.R.G.H. van Outheusden, griffier,
en op 16 december 2021 ter openbare terechtzitting uitgesproken.

Voetnoten

1.Hierna wordt - tenzij anders vermeld - verwezen naar pagina’s van het proces-verbaal van de Districtsrecherche Zuid-West Limburg, onderzoek LB3R016284 gesloten d.d. 3 mei 2017, bestaande uit wettig opgemaakte processen-verbaal en andere geschriften (doorgenummerd van pagina 1 t/m 1553).
2.Tenzij anders vermeld wordt hierna verwezen naar pagina’s van het politiedossier van de Eenheid Limburg, District Zuid-West-Limburg, Basisteam Maastricht, registratienummer PL2300-2015019599, gesloten d.d. 19juni 2015, bestaande uit wettig opgemaakte processen-verbaal en andere geschriften (doorgenummerde pagina’s 1-50).
3.Tenzij anders vermeld wordt hierna verwezen naar pagina’s van het politiedossier van de Eenheid Limburg, District Zuid-West-Limburg, Basisteam Westelijke Mijnstreek, registratienummer PL2300-2016119775, gesloten d.d. 27 juli 2016, bestaande uit wettig opgemaakte processen-verbaal en andere geschriften (doorgenummerde pagina’s 1-29).