In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 13 augustus 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, locatie Roermond. De zaak betreft een verdachte die op 21 maart 2020 in Roermond opzettelijk heeft gehandeld in strijd met het verbod zoals gesteld in artikel 2 onder C van de Opiumwet. De politierechter had eerder op 28 augustus 2020 een vonnis gewezen in deze strafzaak, geregistreerd onder parketnummer 03-145566-20.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 60 uren en 30 dagen hechtenis. Daarnaast is er een onttrekking aan het verkeer van in beslag genomen voorwerpen gelast, en is de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf van 11 dagen gevangenisstraf bevolen. De advocaat-generaal heeft afstand gedaan van het recht om beroep in cassatie in te stellen, wat betekent dat de uitspraak van het hof definitief is.
De beslissing van het hof is gegrond op de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet en de artikelen 9, 22c, 22d en 63 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden. Dit arrest is mondeling gewezen en uitgesproken op de openbare terechtzitting van het gerechtshof op dezelfde datum als de uitspraak.