ECLI:NL:GHSHE:2021:4419

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
17 december 2021
Publicatiedatum
17 juni 2022
Zaaknummer
20-002991-20
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis politierechter inzake overtreding Wegenverkeerswet

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 17 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, dat op 28 december 2020 was gewezen. De verdachte, geboren in 1997, werd beschuldigd van een overtreding van artikel 163, zesde lid, van de Wegenverkeerswet 1994, gepleegd op 22 februari 2019. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van veertig uren en twintig dagen hechtenis. Daarnaast werd de verdachte voor de duur van negen maanden de bevoegdheid ontnomen om motorrijtuigen te besturen, met een bijkomende straf van vijf maanden. Het hof bepaalde dat een gedeelte van de taakstraf en de bijkomende straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. De tijd dat het rijbewijs van de verdachte was ingevorderd of ingehouden, zal in mindering worden gebracht op de duur van de bijkomende straf. Deze uitspraak is mondeling gedaan door mr. F. van Es tijdens de openbare terechtzitting.

Uitspraak

Parketnummer: 20-002991-20

Uitspraak : 17 december 2021
TEGENSPRAAK
Arrest van de enkelvoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof, gewezen op het beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingslocatie Middelburg, van 28 december 2020, in de strafzaak onder parketnummer 96-154925-19 tegen:

[verdachte]

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1997,
wonende te [adres] .
Kwalificatie
Het bewezenverklaarde levert op:
overtreding van artikel 163, zesde lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
Gepleegd op 22 februari 2019 te [plaats] .
Toegepaste wetsartikelen
De beslissing is gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 163, 176 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
40 (veertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis.
Bepaalt dat een gedeelte van de taakstraf, groot
20 (twintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
10 (tien) dagenhechtenis, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Ontzegt de verdachte ter zake van het bewezenverklaarde de
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
9 (negen) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de bijkomende straf van ontzegging, groot
5 (vijf) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bepaalt dat de tijd, gedurende welke het rijbewijs van de verdachte ingevolge artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994 vóór het tijdstip, waarop deze uitspraak voor wat betreft de in artikel 179 van die wet genoemde bijkomende straf voor tenuitvoerlegging vatbaar is geworden, ingevorderd of ingehouden is geweest, op de duur van bovengenoemde bijkomende straf geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit arrest is mondeling gewezen door mr. F. van Es.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 17 december 2021.