Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[betrokkene] ,
€ 36.401,- (afgerond).
BESLISSING
€ 36.401,00 (zesendertigduizend vierhonderdéén euro).
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 11 maart 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant van 24 januari 2019. De rechtbank had vastgesteld dat de betrokkene wederrechtelijk voordeel had verkregen ter waarde van € 38.317,17, en had hem een betalingsverplichting opgelegd van hetzelfde bedrag. De betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die bevestiging van het vonnis heeft gevorderd, en van de argumenten van de verdediging, die een draagkrachtverweer heeft gevoerd.
Het hof heeft het beroep van de betrokkene beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat de wettelijke grondslag die door de rechtbank is gehanteerd niet kan worden overgenomen. Het hof heeft vastgesteld dat de betrokkene wederrechtelijk voordeel heeft genoten uit andere feiten, namelijk het telen van 359 hennepplanten in de periode vóór 1 januari 2018. Het hof heeft de betalingsverplichting van de betrokkene vastgesteld op € 36.401,00, na een matiging van 5% vanwege de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure.
Daarnaast heeft het hof de duur van de gijzeling bepaald op 766 dagen, conform de nieuwe regelgeving die op 1 januari 2020 van kracht is geworden. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd wat betreft de betalingsverplichting en opnieuw recht gedaan, terwijl het vonnis voor het overige is bevestigd. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken en is openbaar uitgesproken.