Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellante] ,
[appellant] ,
1.[geïntimeerde 1] ,wonende te [woonplaats] ,
[geïntimeerde 2] ,wonende te [woonplaats] ,
[geïntimeerde 3] ,wonende te [woonplaats] ,
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, gaat het om een geschil tussen appellanten en geïntimeerden over het gebruik en betreden van naburige percelen, alsook over het onrechtmatig kappen van 42 bomen. De zaak is een vervolg op eerdere tussenarresten van het hof en betreft een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 27 januari 2016. De appellanten, vertegenwoordigd door advocaat mr. W.R.M. Voorvaart, hebben een deskundigenonderzoek aangevraagd, dat door het hof is bevolen. De deskundige, [persoon A] van het Kadaster, heeft een voorschot van € 1.455,-- ontvangen voor zijn werkzaamheden. Later bleek dat de werkzaamheden omvangrijker waren dan verwacht, en de deskundige verzocht om een aanvullend voorschot van € 970,--. Beide partijen hebben geen bezwaar gemaakt tegen dit verzoek.
Het hof heeft in zijn uitspraak van 19 januari 2021 bepaald dat het aanvullend voorschot moet worden voldaan, tenzij een van de partijen binnen veertien dagen bezwaar maakt. De appellanten moeten het bedrag binnen twee weken na ontvangst van de nota met betaalinstructies overmaken. De deskundige, die inmiddels is vervangen door [persoon B], zal het onderzoek voortzetten na ontvangst van het aanvullend voorschot. Het hof heeft ook een termijn vastgesteld voor het indienen van een schriftelijk, ondertekend bericht en heeft de zaak naar de rol van 6 april 2021 verwezen voor memorie na deskundigenonderzoek aan de zijde van de appellanten. Het arrest is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 19 januari 2021.