ECLI:NL:GHSHE:2021:913
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Wijziging van kinderalimentatie en draagkracht in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 25 maart 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de kinderalimentatie die de man aan de vrouw moet betalen voor hun minderjarige kind. De man, die in hoger beroep is gekomen tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, verzocht om wijziging van de kinderalimentatie, die in 2017 was vastgesteld op € 200,- per maand. De man stelde dat zijn financiële situatie was verslechterd door tegenvallende bedrijfsresultaten en dat hij inmiddels een uitkering ontving op basis van de Participatiewet. De vrouw voerde aan dat de man in eerdere jaren voldoende inkomen had om de alimentatie te betalen en dat er geen sprake was van een wijziging van omstandigheden.
Het hof heeft vastgesteld dat de man inderdaad een wijziging van omstandigheden heeft aangetoond, aangezien hij sinds oktober 2019 een uitkering ontvangt. Het hof heeft de ingangsdatum van de wijziging van de alimentatie vastgesteld op 3 oktober 2019, de datum waarop de man zijn uitkering ontving. De behoefte van het kind is geïndexeerd naar € 546,51 per maand, maar het hof heeft geoordeeld dat de man geen draagkracht heeft om deze alimentatie te betalen, gezien zijn schuldenlast en de zorg voor zijn andere kinderen. De man heeft geen enkele bijdrage geleverd aan de alimentatie sinds de eerdere beschikking, en het hof heeft daarom de kinderalimentatie met ingang van 3 oktober 2019 op nihil gesteld. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten draagt.