ECLI:NL:GHSHE:2022:102

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
13 januari 2022
Publicatiedatum
18 januari 2022
Zaaknummer
20-000624-21
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis na hoger beroep tegen veroordeling voor grootschalige import van cocaïne

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 13 januari 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte, die eerder was veroordeeld voor de grootschalige import van cocaïne. De verdachte was eerder tweemaal geschorst en had zich aan alle voorwaarden gehouden. Echter, het hof oordeelde dat de veroordeling, die een gevangenisstraf van vijf jaar en een geldboete van 20.000 euro inhield, een geschokte rechtsorde met zich meebracht en dat er gevaar voor herhaling bestond. Het hof benadrukte dat de invoer van cocaïne ernstige gevolgen heeft voor de volksgezondheid en leidt tot andere vormen van criminaliteit. Ondanks de eerdere schorsingen van de voorlopige hechtenis, oordeelde het hof dat de omstandigheden niet zodanig waren dat het belang van de samenleving bij voortzetting van de voorlopige hechtenis moest wijken voor het persoonlijk belang van de verdachte. Het verzoek tot schorsing werd dan ook afgewezen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling strafrecht
Parketnummer hof: [nummer]
Parketnummer 1e aanleg: [nummer]
Het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch heeft gezien het verzoekschrift d.d. [datum] ingediend namens:
naam
[naam]
voornamen
[voornamen]
geboren
[geboortedatum] te [geboorteplaats]
wonende te
[postcode en woonplaats]
adres
[straat en huisnummer]
thans gedetineerd in
[detentieplaats]
strekkende tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Het hof heeft gehoord de advocaat-generaal en verdachte, bijgestaan door diens raadsvrouw mr. S.P.H. Brinkman.
Het hof heeft kennis genomen van het dossier.
Uit het dossier blijkt onder meer het navolgende.
Verdachte is door de rechtbank op [datum] veroordeeld wegens invoer van cocaïne tot onder meer een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaar met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht en een geldboete van 20.000 euro. Tegen dat vonnis is namens verdachte hoger beroep ingesteld.
Verdachte is op [datum] in verzekering gesteld en op [datum] is verdachte in bewaring genomen. Het bevel gevangenhouding is van [datum] . Aan de voorlopige hechtenis is ten grondslag gelegd de geschokte rechtsorde en het gevaar voor herhaling.
De voorlopige hechtenis van verdachte is geschorst geweest van 17 mei 2019 tot 24 februari 2021 en van 20 juli 2021 tot 14 september 2021.
Namens verdachte is thans verzocht de voorlopige hechtenis te schorsen. Daarbij is onder meer aangevoerd dat de voorlopige hechtenis van verdachte eerder geschorst is geweest, dat verdachte zich tijdens de schorsing aan alle voorwaarden heeft gehouden, dat de voorlopige hechtenis niet mag dienen voor de tenuitvoerlegging van de aan verdachte opgelegde gevangenisstraf, dat verdachte first offender is en voor de eerste keer gedetineerd is, en dat verdachte persoonlijke belangen heeft gelegen in de voortzetting van zijn [bedrijf] .
Het hof overweegt als volgt.
Verdachte is veroordeeld wegens de grootschalige import van cocaïne tot een aanmerkelijke gevangenisstraf. Het hof heeft kennis genomen van het vonnis en het hof is van oordeel dat het vonnis gegeven is door een bevoegde rechter en dat niet gezegd kan worden dat het vonnis evident feitelijk en of juridisch onjuist is. Dat heeft onder meer tot gevolg dat het recht om de berechting in vrijheid af te wachten, niet zonder meer nog langer van toepassing is. Dat het vonnis nog niet in kracht van gewijsde is gegaan doordat er namens verdachte hoger beroep tegen is aangetekend, maakt dat niet anders.
Voorts is er sprake van een veroordeling voor een strafbaar feit waar naar de wettelijke omschrijving 12 jaar gevangenisstraf op staat en waardoor de rechtsorde ernstig is geschokt. Naar het oordeel van het hof is er ook thans nog sprake van een ernstig geschokte rechtsorde. De invoer van cocaïne in ons land heeft epidemische vormen aangenomen. Dat leidt niet alleen op grote schaal tot een gevaar voor de volksgezondheid, maar gaat ook gepaard met andere ernstige vormen van criminaliteit zoals bedreiging met geweld en daadwerkelijk geweld in de vorm van liquidaties. Daarnaast is er sprake van witwassen op grote schaal en dat alles leidt tot een ondermijning van de samenleving. De overheid investeert veel middelen en menskracht tot bestrijding van deze de samenleving ondermijnende georganiseerde misdaad en het zou ook thans nog voor de samenleving niet te begrijpen zijn en het zou door die samenleving ook niet geaccepteerd worden, wanneer degene die door een daartoe bevoegde rechter met een niet evident onjuist vonnis is veroordeeld tot een langdurige gevangenisstraf zijn verdere berechting in vrijheid zou mogen afwachten. Dat zou in strijd zijn met de geldende rechtsopvatting. Het hof heeft daarbij tevens acht geslagen op het oordeel van de rechtbank dat verdachte een leidinggevende rol vervulde bij de invoer van een grote partij cocaïne. Dat de voorlopige hechtenis van verdachte eerder geschorst is geweest maakt nog niet dat daarmee een einde is gekomen aan de geschokte rechtsorde en voor zover dat al het geval zou zijn geweest, is die geschokte rechtsorde met het veroordelend vonnis herleefd.
Voorts is het hof van oordeel dat er nog steeds gevaar voor herhaling is. Het is een feit van algemene bekendheid dat het, zeker ook wanneer een grote partij verloren is gegaan doordat zij door de politie en of de douane is onderschept en vernietigd, buitengewoon lastig is om zich van het georganiseerd verband waarbinnen de grootschalige invoer van cocaïne plaatsvindt, los te maken. De aard van het strafbaar feit waarvoor verdachte is veroordeeld en de omstandigheden waaronder het is gepleegd, doen derhalve ernstig vrezen voor herhaling.
Dat de voorlopige hechtenis van verdachte eerder is geschorst geweest en dat verdachte zich voor zover bekend tijdens die schorsing aan alle voorwaarden heeft gehouden, maakt dit niet anders.
In geval van een veroordeling wegens een strafbaar feit waar naar de wettelijke omschrijving 12 jaar gevangenisstraf op staat en waardoor de rechtsorde is geschokt is schorsing van de voorlopige hechtenis in beginsel slechts aan de orde wanneer er sprake is van bijzondere zwaarwichtige de persoon van de verdachte betreffende omstandigheden op grond waarvan het belang dat de samenleving heeft bij voortzetting van de voorlopige hechtenis dient te wijken voor het persoonlijk belang van de verdachte. Namens verdachte is onder meer aangevoerd dat verdachte een [bedrijf] heeft en dat die zaak door verdachte gerund moet worden ter voorkoming van het ten onder gaan van het bedrijf. Voorts is aangevoerd dat een inhoudelijke behandeling van de zaak in hoger beroep nog niet aanstaande is.
Het hof ziet in deze omstandigheden niet zodanig zwaarwichtige omstandigheden dat daardoor het belang dat de samenleving heeft bij voortzetting van de voorlopige hechtenis dient te wijken voor het persoonlijk belang van de verdachte. Dat een inhoudelijke behandeling nog niet in zicht is, is gelet op de aan verdachte opgelegde straf thans nog niet van zodanige zwaarte dat op grond daarvan de voorlopige hechtenis zou moeten worden geschorst. Het hof heeft voorts vastgesteld dat de datum voor de voorwaardelijke vrijheidstelling nog niet in zicht is, dat geldt ook voor de expiratiedatum.
Voorts is aangevoerd dat de voorlopige hechtenis van een medeverdachte is geschorst. Dat is voor het hof geen aanleiding om thans tot schorsing over te gaan nu niet is vastgesteld dat er sprake zou zijn van schending van het gelijkheidsbeginsel.
Alles overziend wijst het hof af het verzoek.

BESCHIKKENDE

Wijst af het ingediende verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Aldus gedaan op 13 januari 2022
door mr. E.A.A.M. Pfeil, voorzitter, mr. G.P.M.F. Mols en mr. M.E.F.H. van Erve, raadsheren, in tegenwoordigheid van S.J.H. van Beekveld, griffier.
Fiat betekening en tenuitvoerlegging:
's-Hertogenbosch,
De advocaat-generaal,
Gezien d.d.
De directeur van