[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 1998,
wonende te [adres] .
Bij het vonnis waarvan beroep is de verdachte veroordeeld ter zake van “openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen” tot een taakstraf voor de duur van 150 uren subsidiair 75 dagen hechtenis met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht. Daarnaast is de verdachte hoofdelijk veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] van een bedrag van respectievelijk 2.463,43 euro en 654,13 euro, telkens te vermeerderen met de wettelijke rente. De benadeelde partijen zijn ten aanzien van het meer gevorderde niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen. Aan de verdachte zijn tevens schadevergoedingsmaatregelen opgelegd.
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis zal bevestigen.
Door de verdediging is vrijspraak bepleit. Verder heeft de verdediging een straftoemetingsverweer gevoerd.
Het hof kan zich op onderdelen niet met het beroepen vonnis verenigen. Om redenen van efficiëntie zal het hof evenwel het gehele vonnis vernietigen.
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 1 januari 2020 te Oss openlijk, te weten, in zalencentrum Vivaldi en/of (vervolgens) aan de Molenstraat 81, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon en/of een goed te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] door die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] meermalen in het gezicht en/of tegen het hoofd en/of tegen het lichaam, te slaan en/of schoppen;
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 1 januari 2020 te Oss openlijk, te weten, in zalencentrum Vivaldi en vervolgens aan de Molenstraat 81, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen personen, te weten [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] door die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] meermalen in het gezicht en/of tegen het hoofd en/of tegen het lichaam, te slaan en/of schoppen.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
1. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 1 januari 2020 (pg. 6 en 7), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van aangever [slachtoffer 1] :
Pagina 6
Ik doe aangifte van mishandeling.
Op woensdag 1 januari 2020, omstreeks 02.00 uur, was ik aanwezig in de Vivaldi te Oss. Dit betreft een uitgaansgelegenheid waar een feest gaande was. Omstreeks 03.15 uur liep ik in de zaal. Er liep iemand tegen mij aan. Ik ken die jongen van het uitgaan in Oss en in Nijmegen. Ik weet dat hij [medeverdachte 1] heet. Hij komt ook uit Oss. Toen [medeverdachte 1] tegen mij aanliep keek hij mij heel boos aan en riep hij iets. Omstreeks 03.20 uur stond ik in de buurt van de bar. Ik zag dat [medeverdachte 1] samen met vijf anderen naar mij toe kwam lopen. Ik herkende hier twee jongens van, te weten [verdachte] (de broer van [medeverdachte 1] ) en [medeverdachte 2] .
Pagina 7
Ik zag dat [verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en de andere jongens mij met gebalde vuist sloegen op mijn gezicht. Ik weet niet precies hoe vaak ik ben geslagen. Ik probeerde de klappen te ontwijken. Ik had direct pijn in mijn gezicht. Vervolgens ben ik naar buiten gegaan. Ik ben daar opnieuw geslagen en geschopt.
2. Het aanvraagformulier medische informatie betreffende [slachtoffer 1] d.d. 9 januari 2020 (dit maakt geen onderdeel uit van het doorgenummerde dossier), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - de verklaring van dr. [arts] :
Omschrijving van het letsel:
- Zwelling en blauwe plekken rondom de ogen en het jukbeen links;
- Snijwonden linker wenkbrauw;
- Snijwond linker mondhoek.
3. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 1 januari 2020 (pg. 10 en 11), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van aangever [slachtoffer 2] :
Pagina 10
Ik wil aangifte doen van mishandeling. Toen ik werd geslagen door de mij bekende [medeverdachte 2] voelde ik direct hevige pijn in mijn gezicht, voornamelijk mijn linker oog. Ik mis ten gevolge van de klappen een stukje van mijn hoektand rechtsboven. Verder heb ik een snee onder mijn rechteroog, zit mijn linkeroog gedeeltelijk dicht en is mijn neus vermoedelijk gebroken.
Op woensdag 1 januari 2020 omstreeks 01.45 uur ben ik samen met enkele vrienden naar
Zalencentrum Vivaldi in Oss gegaan. Tussen 03.00 uur en 03.30 uur liep ik van de technozaal naar de Spiegelzaal. Ik zag dat mijn vrienden [naam 1] en [slachtoffer 1] werden belaagd door een groep van circa 11 Turkse jongens. Ik ken van de groep onder andere [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] .
Pagina 11
Ik zag dat 2 jongens van de groep op [naam 1] afkwamen en hem duwden. Ik wilde [naam 1] weg
trekken en kreeg gelijk van de mij bekende [medeverdachte 2] enkele stompen, met zijn tot vuist gebalde handen. Hij stompte op mijn gezicht, namelijk op mijn linker en rechteroog en mijn neus.
4. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 januari 2020 (pg. 17 en 18), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als relaas van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] :
Pagina 17
Op woensdag 1 januari 2020 omstreeks 03.40 uur werd er een melding uitgegeven van een mogelijke vechtpartij bij zalencentrum “Vivaldi”, gelegen aan de Molenstraat 81 te Oss.
Wij werden ter plaatse aangesproken door een beveiligingsmedewerker die aangaf dat er
zojuist binnen in een van de zalen een vechtpartij was geweest die uiteindelijk buiten werd voortgezet. Wij hoorden dat er een jongen mishandeld was door een aantal buitenlandse jongeren, vermoedelijk van Turkse komaf. Ik, verbalisant [verbalisant 2] , zag dat deze jongen een bebloed gezicht had.
Ik, verbalisant [verbalisant 1] , ben in gesprek gegaan met een van de beveiligingsmedewerkers. Ik zag en hoorde dat hij tegen mij zei dat hij een van de jongens herkende die verantwoordelijk het slachtoffer had mishandeld. Ik zag dat de beveiligingsmedewerker vervolgens een jongen aanwees met een zwart T-shirt met witte letters. Ik zag dat hij de enige jongen was met deze kleding. Ik hoorde dat de beveiligingsmedewerker tegen mij zei dat hij had gezien dat deze jongen het slachtoffer meerdere malen had geschopt. Ik ben vervolgens richting deze jongen gelopen en hem duidelijk gemaakt dat hij verdachte was van mishandeling.
Pagina 18
Deze jongen heet [medeverdachte 1] en is geboren op [geboortedatum 2] 2000 te Oss.
5. Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 1 januari 2020 (pg. 20 en 21), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van getuige [getuige 1] :
Pagina 20
Ik ben vannacht, 1 januari 2020, als horecaportier werkzaam bij Vivaldi aan de Molenstraat 81 te Oss. Ik stond omstreeks 03.40 uur bij de toegangsdeur aan de zijkant van de Vivaldi. Op dat moment kwam er een Nederlandse jongen naar buiten. Ik zag aan zijn gezicht dat hij gewond was en bloedde. De jongen liep richting de Molenstraat. Kort achter deze jongen kwamen enkele andere jongens naar buiten en ook die liepen richting de Molenstraat. Ergens halverwege het pad werd de Nederlandse jongen door een van de andere jongens, aangevallen. Ik zag dat de Nederlandse jongen op de grond viel en terwijl hij op de grond lag door die ene jongen geschopt werd. Ik ben direct naar de jongens toegelopen. Dichterbij gekomen zag ik dat de jongen nogmaals geschopt werd op zijn lichaam. Ik ben er tussen gaan staan zodat er niet meer gevochten werd en heb hulp aan het slachtoffer verleend.
De schoppende jongen had een Turks uiterlijk, donker haar tot in de nek en hij droeg
een zwart shirt met witte letters iets van "Bjalmain". Ik heb de schoppende jongen later aangewezen aan de ter plaatse gekomen politie.
6. Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 1 januari 2020 (pg. 23 en 24), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van getuige [getuige 2] :
Pagina 23
U vraagt mij of ik kan vertellen wat er gisteren is gebeurd. Ik was op stap met mijn vrienden in de Vivaldi in Oss.
Ik zag dat er een ruzie ontstond waarbij het geweld gericht was tegen [slachtoffer 1] (het hof begrijpt: [slachtoffer 1] ). [slachtoffer 1] deed helemaal niets terug. Ik zag dat [medeverdachte 1] en zijn broer, [verdachte] , [slachtoffer 1] aanvielen. Ik zag dat [slachtoffer 1] weg probeerde te komen van die groep en naar buiten ging. Ik zag dat buiten het gevecht verder ging.
7. Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 2 januari 2020 (pg. 26 en 27), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van getuige [getuige 3] :
Pagina 26
Het klopt dat ik afgelopen nieuwjaarsnacht getuige ben geweest van een mishandeling in de Vivaldi in Oss.
Er was een groep met Turkse jongens in de Vivaldi. Ik zag dat het wat onrustig werd. Ik zag dat een van de Turkse jongens echt heel boos was. Ik zag dat hij wild om zich heen aan het slaan was. Ik zag dat hij een Nederlandse jongen sloeg. Ik zag dat die Nederlandse jongen een grijze trui droeg. Ik zag dat de jongen met die grijze trui een vuistslag kreeg tegen zijn hoofd. [slachtoffer 2] (het hof begrijpt: [slachtoffer 2] ) kwam ook in de vechtpartij terecht. De Turkse jongen bleef slaan. Ik zag dat [slachtoffer 2] en die Nederlandse jongen met de grijze trui werden geraakt. Ik zag later ook dat die Nederlandse jongen met grijze trui gewond was aan zijn mondhoek en aan zijn wenkbrauw. Ik zag dat die helemaal open lag. [slachtoffer 2] en die Nederlandse jongens werden in het gezicht geraakt door de vuistslagen. [slachtoffer 2] raakte gewond aan zijn neus door de vuistslag van die jongen.
8. Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 2 januari 2020 (pg. 69 en 72), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van verdachte [medeverdachte 2] :
Pagina 71
U vraagt mij wat er in de nieuwjaarsnacht is gebeurd. De jongens waar wij ruzie mee hadden ken ik. (…) Ik weet niet wat er daarna gebeurde, maar het was 10 meter verderop dat iedereen in elkaar was. Daarmee bedoel ik dat iedereen gewoon op elkaar aan het rammen was. Dit was binnen. Vervolgens kwamen de beveiligers. Wij moesten allemaal naar buiten.
Ik was met best wel een grote groep in de Vivaldi, namelijk [medeverdachte 1] en [verdachte] (het hof begrijpt: verdachte), [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] en [naam 5] . Dat zijn de personen die ik mij kan herinneren.
9. Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 21 mei 2020 (dit maakt geen onderdeel uit van het doorgenummerde dossier), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van getuige [getuige 4] :
Blad 1
Wij waren op 1 januari 2020 bij de Vivaldi in Oss.
Ik weet dat er binnen al iets was gebeurd tussen [slachtoffer 1] (Het hof begrijpt: [slachtoffer 1] ) en een jongen. De jongen met wie hij ruzie had was [medeverdachte 1] of [verdachte] . Ik weet dat zij broers zijn. Toen wij buiten stonden kwamen we die jongens weer tegen. Met die jongens bedoel ik [medeverdachte 1] en [verdachte] en nog een jongen die ik niet ken. Ik stond op ongeveer 1 of 2 meter van [slachtoffer 1] . Die jongens vielen [slachtoffer 1] aan en ik zag dat er geduwd en geslagen werd. Tijdens deze vechtpartij viel [slachtoffer 1] op de grond. Ik zag dat, toen [slachtoffer 1] op de grond lag, een van de jongens hard tegen het gezicht van [slachtoffer 1] aan schopte. Ik weet niet precies wie van de twee, maar het was een van de twee broers dus [verdachte] of [medeverdachte 1] .
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de
feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
De verdediging heeft ter terechtzitting in hoger beroep overeenkomstig de pleitnotitie bepleit dat de verdachte integraal dient te worden vrijgesproken van het tenlastegelegde nu op grond van het bewijsmateriaal niet kan worden vastgesteld dat [verdachte] betrokken was bij de geweldsincidenten.
De aangever [slachtoffer 1] heeft verklaard dat verdachte geweld tegen hem heeft gebruikt. Echter dient volgens de verdediging voorzichtig te worden omgegaan met zijn verklaringen. [slachtoffer 1] heeft weliswaar genoemd dat verdachte hem heeft geslagen, maar geeft daarbij een onjuist signalement van verdachte. Verder heeft [slachtoffer 1] bij de politie anders verklaard dan bij de raadsheer-commissaris over het geweld buiten de Vivaldi. Zo heeft hij bij de politie verklaard niet te weten wie hem buiten heeft aangevallen, terwijl hij bij de raadsheer-commissaris heeft verklaard dat hij, op grond van wat hij tijdens de mishandeling heeft horen zeggen, ervan uitgaat dat hij is aangevallen door verdachte.
Ook [getuige 2] heeft verklaard dat verdachte buiten de Vivaldi geweld heeft gebruikt tegen [slachtoffer 1] . Haar verklaring is echter in strijd met de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] , die aangeeft enkel en alleen verantwoordelijk te zijn voor het geweld buiten, en met de verklaring van beveiliger [getuige 1] die – in tegenstelling tot dat wat getuige [getuige 2] beweert – maar één persoon geweldshandelingen heeft zien verrichten en ook maar één persoon bij [slachtoffer 1] zegt te hebben weggehaald. Verder heeft [getuige 2] bij de raadsheer-commissaris onder andere verklaard dat zij die nacht veel had gedronken en dat het, toen de politie haar belde, een chaos in haar hoofd was. Zij kan zich weinig meer herinneren over hoe het gesprek met de politie is verlopen. Haar verklaring is daarom volgens de verdediging onvoldoende betrouwbaar om te kunnen bijdragen aan het bewijs.
Voor wat betreft de aangever [slachtoffer 2] en de overige getuigen in het procesdossier is door de verdediging gesteld dat de door hen afgelegde verklaringen evenmin als bewijs kunnen dienen nu zij:
a. a) hebben verklaard een geweldsincident niet te hebben gezien, en/of;
b) [verdachte] niet hebben aangewezen als een van de betrokkenen bij de geweldsincidenten, en/of;
c) als zij [verdachte] aanwijzen, niet hebben verklaard dat hij geweldshandelingen heeft gepleegd, en/of;
d) beïnvloed zijn door de andere aangevers en getuigen, en/of;
e) veel alcohol hadden gedronken die avond.
Verder zijn de door hen afgelegde verklaringen ongeloofwaardig omdat zij bij de politie anders hebben verklaard dan bij de raadsheer-commissaris.
Het hof overweegt als volgt.
Het hof twijfelt niet aan de juistheid en betrouwbaarheid van de verklaringen, zoals hiervoor weergegeven in de bewijsmiddelen. Deze verklaringen zijn op een uitzondering na kort na de gebeurtenissen bij de politie afgelegd, zij zijn gedetailleerd en vinden op belangrijke details steun in elkaar en in het bijzonder in de verklaring van de getuige [getuige 1] , die ten tijde van het bewezenverklaarde werkzaam was als beveiliger. Dat de verklaringen van de verschillende getuige niet op alle onderdelen identiek zijn, is eigen aan een situatie waarbij sprake is van het openlijk in vereniging plegen van geweld in het uitgaansleven. Dat maakt echter niet dat die verklaringen als onbetrouwbaar terzijde moeten worden geschoven. Het enkele gegeven dat sommige getuigen bij de raadsheer-commissaris anders hebben verklaard of het zich niet meer goed kunnen herinneren, doet naar het oordeel van het hof ook niet af aan de betrouwbaarheid van de door hen eerder afgelegde verklaringen.
Dat geldt in het bijzonder voor de verklaring die de getuige [getuige 2] op 1 januari 2020 tegenover de politie heeft afgelegd. Van enig belang van de getuige [getuige 2] om de verdachte op dat moment te belasten, is het hof niet gebleken. Het hof neemt hierbij nog in aanmerking dat de getuige [getuige 4] bij de raadsheer-commissaris heeft verklaard dat [getuige 2] , nadat zij door de politie was gehoord, door een van verdachten werd benaderd en dat zij zich daar niet fijn bij voelde. Die mogelijke beïnvloeding achteraf maakt dat het hof juist een groter gewicht toekent aan de verklaring die [getuige 2] al meteen na de gebeurtenissen heeft afgelegd dan aan haar verklaring tegenover de raadsheer-commissaris waarin zij aangeeft het zich niet meer goed te kunnen herinneren.
Ook de verklaring die door de getuige [getuige 4] bij de politie is afgelegd, acht het hof betrouwbaar. Hoewel deze verklaring eerst enkele maanden na de gebeurtenissen is afgelegd, heeft deze getuige gedetailleerd verklaard over wat zij zich van het incident kon herinneren. Zij geeft daarbij ook aan wat zij zich niet duidelijk kan herinneren of waarover zij twijfelt. Haar verklaring vindt bovendien in belangrijke mate steun in de verklaring van beveiliger [getuige 1] .
Op grond van de voornoemde bewijsmiddelen is naar het oordeel van het hof het volgende komen vast te staan. Op 1 januari 2020 is [slachtoffer 1] in de Vivaldi te Oss op enig moment tegen medeverdachte [medeverdachte 1] aangebotst waardoor [medeverdachte 1] drank over zich heen kreeg. [medeverdachte 1] is vervolgens enige tijd later met een groep jongens, waaronder de verdachte en [medeverdachte 2] , naar [slachtoffer 1] toegelopen en heeft hem in zijn gezicht geslagen. [slachtoffer 1] is daarna ook door verdachte, [medeverdachte 2] en anderen van de groep in zijn gezicht geslagen. Aangever [slachtoffer 2] , die tussenbeide kwam, is door een van de betrokken jongens, te weten [medeverdachte 2] , meermalen in het gezicht geslagen. [slachtoffer 1] is vervolgens naar buiten gegaan, gevolgd door [medeverdachte 1] , verdachte en een andere jongen. Buiten is [slachtoffer 1] weer aangevallen. Toen hij op de grond was gevallen, heeft [medeverdachte 1] tegen zijn lichaam en zijn gezicht geschopt. Verdachte was daar op dat moment bij. Naar het oordeel van het hof is sprake van één voortgezette geweldpleging door de groep jongens waarvan de verdachte deel uitmaakte. Deze geweldpleging heeft zich van binnen naar buiten verplaatst. Verdachte maakte deel uit van de groep die binnen geweld heeft gepleegd, hij heeft ook zelf geweld gebruikt en heeft vervolgens met anderen [slachtoffer 1] naar buiten achtervolgd waar het geweld werd voortgezet en waar verdachtes broer die [slachtoffer 1] nog een aantal keer heeft geschopt nadat deze op de grond was gevallen. Gelet op verdachtes handelen in de Vivaldi en zijn aanwezigheid bij het geweld buiten Vivaldi is het hof van oordeel dat de verdachte een voldoende significante en wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het geweld, zodat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan openlijk in vereniging geweld plegen tegen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . Dat de verdachte niet alle tenlastegelegde geweldshandelingen zelf heeft gepleegd, doet aan een bewezenverklaring niet aan af.
Het hof verwerpt het betrouwbaarheidsverweer van de verdediging in volle omvang.
Voor het overige vinden de gevoerde bewijsverweren reeds hun weerlegging in de bewijsmiddelen, zodat ook die verweren worden verworpen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op: