De moeder kan zich met deze beslissing niet verenigen en zij is hiervan in hoger beroep gekomen.
De moeder voert, samengevat, het volgende aan. Na de echtscheiding verbleven de kinderen bij de moeder. Bij beschikking van 27 juli 2020 heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant de kinderen uit huis geplaatst bij de vader. Die beschikking is door het hof bij beschikking van 24 december 2020 bekrachtigd. Op 28 juli 2020 zijn de kinderen feitelijk naar de vader verhuisd.
De moeder ontkent dat bij de vader sprake is van een stabiele opvoedsituatie. [minderjarige 1] is begonnen op het VWO en zit nu op het vmbo-t. Er is sprake van veel verzuim en hij maakt zijn huiswerk niet. De moeder weet niet hoe het zit omdat zij geen contact meer mag hebben met de scholen. De kinderen worden te veel alleen gelaten of naar derden gebracht. Opa en oma worden ingeschakeld. De kinderen hebben geen vrijetijdsbesteding meer.
De moeder mag nauwelijks contact hebben met de kinderen, terwijl met name de jongste kinderen zeer duidelijk aangeven dat zij de moeder missen. Met de twee oudste kinderen heeft de moeder vanaf november/december 2020 geen enkel contact meer.
Algemeen aanvaard is dat het slecht is voor de kinderen indien er geen dan wel beperkt contact is met een ouder. Door de GI wordt alleen ingezet op therapie voor de kinderen, terwijl er ook gewerkt moet worden aan de verbetering van de communicatie tussen partijen. De moeder wil terug naar de oude coouderschapsregeling.
De omgangsbegeleiding wordt inmiddels uitgevoerd door [instantie 1] ; de begeleiding verloopt prettiger. [instantie 1] geeft naar de moeder aan wat goed gaat en wat minder goed gaat. De moeder heeft [minderjarige 1] onbegeleid gezien bij opa en oma tijdens de feestdagen. Dat is goed gegaan. De kinderen gaven aan dat zij meer contact willen hebben met de moeder en meer bij haar te willen zijn.
De kinderen zijn bij de moeder opgegroeid. Het weghalen van de kinderen bij de moeder is traumatisch geweest. De moeder had met alle kinderen een goede band en nu willen [minderjarige 1] en [minderjarige 2] ineens geen contact meer. Het kan niet zo zijn dat de moeder alleen nog maar onder begeleiding contact heeft met de kinderen. De moeder staat open voor mediation. Dat wordt echter niet opgepakt. Er is geen hulpverlening geweest voor de ouders om met elkaar te communiceren. De situatie blijft daarom zoals hij nu is en is heel beschadigend. De moeder wordt op deze manier ontouderd. De moeder wordt door de GI buitengesloten.
Bij de moeder is geen sprake van aangeboren hersenletsel.