Uitspraak
- [bewindvoerder] te [plaats] (hierna: de bewindvoerder);
- [zoon] , zoon van de man en de vrouw (hierna: [zoon] );
- [dochter 1] , dochter van de man en de vrouw (hierna: [dochter 1] );
- [dochter 2] , dochter van de man en de vrouw (hierna: [dochter 2] ).
1.Het geding in eerste aanleg in beide zaken
.
.
- appellanten, bijgestaan door mr. Akkaya en door een beëdigd tolk, H. Chabbou;
- de bewindvoerder;
- [dochter 2] ;
- [zoon] .
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg op 6 januari 2021;
- het aanvullend appelrekest met bijlagen, ingekomen op 8 november 2021;
- het tijdens de mondelinge behandeling door de advocaat van de man en de vrouw overgelegde e-mailbericht van [betrokkene] .
- een tweetal tijdens de mondelinge behandeling door de bewindvoerder overgelegde budgetplannen.
3.De beoordeling
4.De beslissing
,het bewind over de goederen van [de man] , geboren te [geboorteplaats] (Syrië) op [geboortedatum] 1971 en [de vrouw] , geboren te [geboorteplaats] (Syrië) op [geboortedatum] 1981, beiden wonende aan de [adres] [woonplaats] ;
A.M. Bossink en is in het openbaar uitgesproken op 20 januari 2022 door mr. A.M. Bossink in tegenwoordigheid van de griffier.