Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
[minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2013 te [geboorteplaats] ;
[minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2014 te [geboorteplaats] .
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch is behandeld, gaat het om een wijziging van de zorgregeling voor twee minderjarige kinderen, geboren in 2013 en 2014. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, heeft de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 30 maart 2021 aangevochten, waarin haar verzoek tot wijziging van de zorgregeling werd afgewezen. De vrouw stelt dat de huidige regeling niet in het belang van de kinderen is en dat er veel onrust en slechte communicatie tussen de ouders is. De man, verweerder in hoger beroep, verzoekt de vrouw niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoek, maar stelt ook dat hij een zorgregeling wil waarbij de zorg gelijk verdeeld is. Tijdens de mondelinge behandeling op 29 november 2021 zijn beide partijen gehoord, evenals vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling en de Raad voor de Kinderbescherming.
Het hof heeft vastgesteld dat de kinderen klem zitten door de slechte communicatie tussen de ouders en dat er een ernstige ontwikkelingsbedreiging voor hen is. Het hof oordeelt dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden die een herbeoordeling van de zorgregeling rechtvaardigen. De voorgestelde regeling van de GI, waarbij de kinderen bij de man verblijven van donderdag na school tot maandag naar school, wordt als het meest in het belang van de kinderen beschouwd. De nieuwe regeling gaat in op 1 maart 2022, met een overgangsregeling tot die datum. De vakantieregeling blijft zoals in het ouderschapsplan is vastgelegd, tenzij partijen in onderling overleg tot een wijziging komen. Het hof vernietigt de eerdere beschikking en stelt de nieuwe zorgregeling vast, waarbij de zorg- en opvoedingstaken tussen de ouders worden verdeeld.