GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Team familie- en jeugdrecht
Uitspraak : 12 mei 2022
Zaaknummer : 200.303.963/01
Zaaknummer eerste aanleg : C/02/382500 / FA RK 21-765
in de zaak in hoger beroep van:
[de moeder],
wonende te [woonplaats] ,
verzoekster in hoger beroep,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat: mr. B.G.M. de Ruijter,
[de vader],
wonende te [woonplaats] ,
verweerder in hoger beroep,
hierna te noemen: de vader,
advocaat: mr. S. van Reeven-Özer.
Deze zaak gaat over de minderjarigen:
-
[minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2005 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige 1] ;
-
[minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2007 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige 2] ;
-
[minderjarige 3], geboren op [geboortedatum] 2012 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige 3] .
Als belanghebbende merkt het hof aan:
-
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering,
gevestigd te [vestigingsplaats] , inmiddels vervangen door:
Stichting Jeugdbescherming Brabant, gevestigd te [vestigingsplaats] ,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling (GI).
In zijn hoedanigheid als omschreven in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:
de
Raad voor de Kinderbescherming,
regio Zuidwest-Nederland, locatie [locatie] ,
hierna te noemen: de raad.