Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
hij, op of omstreeks 26 oktober 2019 te 's-Hertogenbosch, in elk geval in Nederland, als degene tegen wie verdenking was gerezen als bestuurder van een (bedrijfs- en/of bestel)auto te hebben gehandeld in strijd met artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994 en aan wie door een opsporingsambtenaar was bevolen medewerking te verlenen aan een ademonderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van genoemde wet, niet heeft voldaan aan de verplichting ademlucht te blazen in een voor het onderzoek bestemd apparaat en/of aan de verplichting gevolg te geven aan alle door een opsporingsambtenaar ten dienste van het onderzoek gegeven aanwijzingen;
hij, op of omstreeks 26 oktober 2019 te 's-Hertogenbosch opzettelijk een ambtenaar, te weten [verbalisant 1] , brigadier van de politie, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid en/of in het openbaar, mondeling heeft beledigd, door hem meermalen de woorden toe te voegen: "vieze vette tering homo", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
hij op 26 oktober 2019 te 's-Hertogenbosch als degene tegen wie verdenking was gerezen als bestuurder van een (bedrijfs- en/of bestel)auto te hebben gehandeld in strijd met artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994 en aan wie door een opsporingsambtenaar was bevolen medewerking te verlenen aan een ademonderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van genoemde wet, niet heeft voldaan aan de verplichting ademlucht te blazen in een voor het onderzoek bestemd apparaat;
hij op 26 oktober 2019 te 's-Hertogenbosch opzettelijk een ambtenaar, te weten [verbalisant 1] , brigadier van de politie, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid mondeling heeft beledigd, door hem meermalen de woorden toe te voegen: "vieze vette tering homo", althans woorden van gelijke beledigende aard en strekking.
dievanaf de richting van een marktkraamwagen in mijn richting liep. Ik hoorde dat zij vrij luid riep: "Die man (..) is zojuist tegen onze auto gereden (..)!" Ik zag dat die vrouw naar een man wees die op straat stond. Ik liep naar de man die door de vrouw werd aangewezen. (..) Ik zag dat hij een getinte huidskleur, zwart haar had. Ik schatte dat die man tussen de 30 en 35 jaar was. Ik sprak deze man aan en ik hoorde dat hij zei dat er niets aan de hand was. Ik zag dat deze man bloeddoorlopen ogen had en dat zijn adem zeer sterk rook naar alcohol. (..) Ik hield hem aan op verdenking van het rijden onder invloed (..).
2. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 oktober 2019 (dossierpagina’s 28-29), voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] :
3. Het proces-verbaal van bevindingen d.d.26 oktober 2019 (dossierpagina’s 22-23), voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] :
4. Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 26 oktober 2019 (dossierpagina’s 32-33), voor zover inhoudende de verklaring van getuige [getuige 1] :
5. Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 26 oktober 2019 (dossierpagina’s 36-37), voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige 2] :
6. Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 29 oktober 2019 (dossierpagina’s 11-15), voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:
7. De door verdachte ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 11 mei 2022 afgelegde verklaring luidende:
Ik ontken niet dat ik verbalisant [verbalisant 1] heb beledigd.
een beveltot medewerking aan een onderzoek in de zin van artikel 8, tweede lid, onderdeel a van de Wegenverkeerswet 1994 is gegeven. Een vraag of een verzoek om mee te werken aan een dergelijk onderzoek schept niet de wettelijke verplichting tot medewerking daaraan. De verdachte was die dag nauwelijks aanspreekbaar en herinnert zich niet dat hem gevraagd is mee te werken aan een ademanalyse. Aldus kan niet worden vastgesteld of de verdachte opzettelijk zijn medewerking aan de ademanalyse heeft geweigerd.
“ik had het luikje in de deur van zijn cel geopend om hemdeze vraagte kunnen stellen”,daarbij refererend aan zijn eerder gedane vordering tot medewerking, is het hof van oordeel dat op grond van de hiervoor geschetste gang zaken onomstotelijk is komen vast te staan dat sprake was van een door verbalisant [verbalisant 1] aan de verdachte gegeven bevel als bedoeld in artikel 163, lid 1, van de WVW 1994.
overtreding van artikel 163, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
40 (veertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis.
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
195 (honderdvijfennegentig) dagen.
- ontzegging van de
- een