ECLI:NL:GHSHE:2022:1980
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- G.C. Bos
- G.J. Schiffers
- N.I.B.M. Buljevic
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake witwassen met verbeurdverklaring van inbeslaggenomen geldbedrag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarbij de verdachte op 1 september 2021 was veroordeeld voor witwassen. De politierechter legde een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie weken op, met een proeftijd van twee jaren, en verklaarde een inbeslaggenomen geldbedrag van € 2.295,- verbeurd. De verdachte heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die vroeg om bevestiging van het vonnis waarvan beroep. De verdediging pleitte voor vrijspraak, en subsidiair voor een taakstraf in plaats van een voorwaardelijke gevangenisstraf. Het hof heeft het beroep op vrijspraak afgewezen en de argumenten van de verdediging voor een lagere straf verworpen. Het hof oordeelde dat het bewezenverklaarde feit bijdraagt aan het in stand houden van criminele geldstromen in Nederland, en dat een taakstraf in dit geval niet passend zou zijn.
Het hof heeft de beslissing van de politierechter bevestigd, maar met een aanvulling en verbetering van de gronden. Het hof heeft de toepasselijke wettelijke voorschriften verbeterd en de beslissing gegrond op de artikelen van het Wetboek van Strafrecht die ten tijde van het bewezenverklaarde feit golden. De verdachte was op het moment van de uitspraak in buitenlandse detentie, wat ook meegewogen is in de beslissing. Het hof heeft uiteindelijk het vonnis waarvan beroep bevestigd, met inachtneming van de overwegingen die in het arrest zijn uiteengezet.