ECLI:NL:GHSHE:2022:209
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- J.C.E. Ackermans-Wijn
- A.J.F. Manders
- H.J.M. Arkel-van Gasselt
- C.N.M. Antens
- Rechtspraak.nl
Beëindiging ouderlijk gezag en bekrachtiging van de beschikking
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om de beëindiging van het ouderlijk gezag van de ouders over hun twee minderjarige kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De ouders, [de moeder] en [de vader], hebben in hoger beroep verzocht om de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 8 juli 2021 te vernietigen, waarin hun gezag over de kinderen was beëindigd en de Stichting Jeugdbescherming Brabant als voogd was aangesteld. De ouders voerden aan dat de beëindiging van het gezag niet gerechtvaardigd was en dat er onvoldoende hulpverlening was ingezet om de hechtingsrelatie met hun kinderen te verbeteren.
Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. De kinderen zijn sinds 10 januari 2019 onder toezicht gesteld en uit huis geplaatst. De ouders hebben in het verleden positieve stappen gezet, maar het hof concludeert dat zij niet in staat zijn om de opvoeding van de kinderen op zich te nemen. De kinderen vertonen gedragsproblemen en hebben behoefte aan bovenmatige opvoedvaardigheden, die de ouders niet kunnen bieden. Het hof heeft ook de argumenten van de ouders over contra-expertise en de noodzaak van een gezinsopname overwogen, maar oordeelt dat dit niet in het belang van de kinderen is.
Uiteindelijk heeft het hof de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij het belang van de kinderen voorop staat. De ouders hebben recht op een veilige en stabiele omgeving voor hun kinderen, wat momenteel bij de pleegouders het geval is. De beslissing van het hof benadrukt de noodzaak van traumabehandeling voor de kinderen en de continuïteit van hun huidige situatie.