Uitspraak
Parketnummer: 20-000318-21
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
Het proces-verbaal van aangifte d.d. 30 augustus 2020 PL2300-2020139342-4 (pagina’s 8-10), voor zover inhoudende als verklaring van [aangeefster] :
Het proces-verbaal van aangifte d.d. 30 augustus 2020 PL2300-2020139342-5 (pagina’s 4-6), voor zover inhoudende als verklaring van [aangever] :
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 augustus 2020 (pagina’s 11-12), voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 2] en [verbalisant 3] :
Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 30 augustus 2020 (pagina’s 19-21), voor zover inhoudende als verklaring van verdachte:
De verkeersregels
ernstige mate schendenvan de verkeersregels. In de MvT valt hierover het volgende te lezen.
ernstig verkeersgevaarlijk gedrag. Immers, de verdachte nadert [aangeefster] en [aangever] met zeer hoge snelheid tot op – gelet op de gehanteerde snelheid – zeer korte afstand en rijdt vervolgens aldus zeer dicht, weliswaar kortdurend achter hun voertuig. Nadat [aangeefster] en [aangever] op de andere rijstrook zijn gaan rijden, wisselt verdachte van rijstrook waarna hij op zeer korte afstand voor ze kwam rijden en voorts – zonder enige noodzaak – plotseling remt. Bestuurster [aangeefster] diende zodanig af te remmen om een kop-staartbotsing te voorkomen dat de ABS van haar voertuig in werking trad maar haar voertuig onvoldoende afremde en daardoor diende uit te wijken naar de vluchtstrook, terwijl er geen verkeer voor verdachte reed waaruit kon worden afgeleid dat de verdachte noodzakelijkerwijs diende te remmen. Het is met name het zonder enige noodzaak plotseling flink remmen door de verdachte waardoor een ernstig ongeval alleen voorkomen kon worden door het kordate optreden van [aangeefster] , dat maakt dat de verkeersvoorschriften in ernstige mate geschonden zijn zoals bedoeld in artikel 5a Wegenverkeerswet 1994.
“gericht op het in ernstige mate schenden van de verkeersregels en niet op de verder liggende gevaren of gevolgen”. [3] Het hof zal zich dan ook beperken tot de vraag of het opzet van de verdachte gericht was op het in ernstige mate schenden van de verkeersregels. Voor zover deze vraag bevestigend kan worden beantwoord is daarmee ook de eerste vraag beantwoord: heeft de verdachte een of meer verkeersregels overtreden?
ernstig verkeersgevaarlijk gedragzwaar lichamelijk letsel of levensgevaar was te duchten. Immers, het hof acht het een feit van algemene bekendheid dat een kop-staartbotsing kan worden veroorzaakt door het van rijstrook wisselen en vervolgens (zonder enige noodzaak) plotseling op korte afstand voor het andere voertuig remmen nu de bestuurder daarop niet bedacht zal zijn noch hoeft te zijn. Dat rechtvaardigt onder die omstandigheden eveneens de reële vrees dat een aanrijding had kunnen plaatsvinden en daarbij één of meer personen, waaronder een klein kind, zwaar lichamelijk letsel hadden kunnen oplopen of zelfs hadden kunnen overlijden.
overtreding van artikel 5a van de Wegenverkeerswet 1994
BESLISSING
een gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand.
proeftijd van 3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
een taakstrafvoor de duur van
60 (zestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
30 (dertig) dagen hechtenis.
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
6 (zes) maanden.