In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 18 februari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, dat op 14 oktober 2020 was gewezen. De verdachte, geboren in 1986 en woonachtig te [adres], was aangeklaagd voor een overtreding van artikel 8, tweede lid, onderdeel a van de Wegenverkeerswet 1994, waarbij hij op 13 januari 2020 te Moerdijk een hoeveelheid van 670 microgram had overschreden. Het hof heeft de zaak beoordeeld op basis van de artikelen 23, 24, 24a en 24c van het Wetboek van Strafrecht, evenals de relevante artikelen van de Wegenverkeerswet 1994.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een geldboete van € 750,00 en 15 dagen hechtenis. Daarnaast is de verdachte voor een periode van 6 maanden de bevoegdheid ontnomen om motorrijtuigen te besturen. Het hof heeft bepaald dat de tijd waarin het rijbewijs van de verdachte is ingevorderd of ingehouden, in mindering zal worden gebracht op de bijkomende straf. Deze uitspraak is mondeling gedaan door mr. F. van Es tijdens de openbare terechtzitting van het gerechtshof.