In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, dat op 12 juli 2021 is gewezen. De verdachte, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] en wonende te [adres], is in eerste aanleg veroordeeld tot een bepaalde straf. Het gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft op 18 maart 2022 uitspraak gedaan in deze zaak. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd ten aanzien van de opgelegde straf en heeft in zoverre opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken, die niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van dertig uren en vijftien dagen hechtenis, die vervangen kan worden indien de taakstraf niet naar behoren wordt verricht. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep voor het overige bevestigd. Deze uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof en is mondeling uitgesproken op de openbare terechtzitting.