ECLI:NL:GHSHE:2022:2800

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
15 april 2022
Publicatiedatum
12 augustus 2022
Zaaknummer
20-002335-21
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis politierechter in strafzaak met betrekking tot Opiumwet

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, gewezen op 1 oktober 2021. De verdachte, geboren in 1979 en wonende te [adres], is beschuldigd van het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het verbod van artikel 3 onder C van de Opiumwet, met betrekking tot een grote hoeveelheid van het middel. Het feit zou gepleegd zijn op 10 november 2020 te Den Dungen, gemeente Sint-Michielsgestel. De rechtbank had eerder een voorwaardelijke straf opgelegd, die nu ter discussie staat in het hoger beroep.

Het gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft op 15 april 2022 uitspraak gedaan in deze zaak. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is niet-ontvankelijk verklaard voor zover het hoger beroep zich richt tegen feit 2. Voor feit 1 is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden. Daarnaast heeft het hof de tenuitvoerlegging gelast van de eerder voorwaardelijk opgelegde straf van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant van 16 november 2018, parketnummer 01-153966-18.

De beslissing van het hof is gegrond op de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet en artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden. Het arrest is mondeling gewezen door mr. F. van Es en uitgesproken op de openbare terechtzitting van het gerechtshof op 15 april 2022.

Uitspraak

Parketnummer: 20-002335-21

Uitspraak : 15 april 2022
TEGENSPRAAK
Arrest van de enkelvoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, van 1 oktober 2021, zittingslocatie ’s-Hertogenbosch, in de strafzaak onder parketnummer 01-101583-21, alsmede de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere opgelegde voorwaardelijke straf, parketnummer 01-153966-18, tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1979,
wonende te [adres] .
Kwalificatie
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel.
Gepleegd op 10 november 2020 te Den Dungen, gemeente Sint-Michielsgestel;
Toegepaste wetsartikelen
De beslissing is gegrond op de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet en artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk voor zover het hoger beroep zich richt tegen feit 2.
Veroordeelt de verdachte ten aanzien van feit 1 tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant van 16 november 2018, parketnummer 01-153966-18, te weten van:
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden.
Dit arrest is mondeling gewezen door mr. F. van Es.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 15 april 2022.