ECLI:NL:GHSHE:2022:2801

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
15 april 2022
Publicatiedatum
12 augustus 2022
Zaaknummer
20-001726-21
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis politierechter inzake eenvoudige belediging

Op 15 april 2022 heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, dat op 30 juni 2021 was gewezen. De zaak betreft een verdachte, geboren in 1985, die beschuldigd werd van eenvoudige belediging, gepleegd in de periode van 19 augustus 2020 tot en met 24 september 2020 te Tilburg. De verdachte werd geconfronteerd met de kwalificatie van de feiten en de toepasselijke wetsartikelen, waaronder artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24c en 266 van het Wetboek van Strafrecht.

Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een geldboete van € 150,00 en 3 dagen hechtenis. De geldboete zal niet ten uitvoer worden gelegd, tenzij de rechter later anders beslist, mocht de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maken aan een strafbaar feit. Deze beslissing is mondeling uitgesproken door mr. F. van Es tijdens de openbare terechtzitting van het gerechtshof op 15 april 2022.

Uitspraak

Parketnummer: 20-001726-21

Uitspraak : 15 april 2022
TEGENSPRAAK
Arrest van de enkelvoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingslocatie Breda, van 30 juni 2021, in de strafzaak onder parketnummer 02-300858-20 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1985,
wonende te [adres] .
Kwalificatie

Het bewezenverklaarde levert op: eenvoudige belediging.

Gepleegd in de periode van 19 augustus 2020 tot en met 24 september 2020 te Tilburg.
Toegepaste wetsartikelen
De beslissing is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24c en 266 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 150,00 (honderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
3 (drie) dagen hechtenis.
Bepaalt dat de geldboete niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit arrest is mondeling gewezen door mr. F. van Es.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 15 april 2022.