ECLI:NL:GHSHE:2022:282
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling wegens niet-nakoming van verplichtingen door de schuldenaar
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 3 februari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de appellante. De rechtbank Zeeland-West-Brabant had eerder op 17 november 2021 besloten om de schuldsaneringsregeling tussentijds te beëindigen, omdat de appellante, ondanks herhaalde waarschuwingen en verlengingen van de regeling, niet voldeed aan haar verplichtingen. De appellante had de sollicitatie- en werkverplichting niet naar behoren nagekomen, wat leidde tot de beslissing van de rechtbank. Het hof heeft de zaak behandeld na een beroepschrift van de appellante, die stelde dat haar persoonlijke omstandigheden, waaronder gezondheidsproblemen en stress door een echtscheiding, haar in de weg stonden om aan de verplichtingen te voldoen. Tijdens de mondelinge behandeling op 26 januari 2022 heeft de appellante haar situatie toegelicht, maar het hof oordeelde dat zij onvoldoende bewijs had geleverd voor haar stellingen. Het hof concludeerde dat de appellante, ondanks eerdere verlengingen van de schuldsaneringsregeling, niet in staat was gebleken om haar verplichtingen na te komen. Het hof bekrachtigde daarom het vonnis van de rechtbank, waarbij de schuldsaneringsregeling van de appellante tussentijds werd beëindigd.