[appellant] kan zich met deze beslissing niet verenigen en is hiervan in hoger beroep gekomen. [appellant] heeft in het beroepschrift – zakelijk weergegeven – het volgende aangevoerd. Hij meent dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat onvoldoende aannemelijk is dat [appellant] ten aanzien van het ontstaan of onbetaald laten van zijn schulden in de afgelopen vijf jaar voorafgaand aan de dag waarop het verzoekschrift
is ingediend te goeder trouw is geweest althans dat onvoldoende aannemelijk is dat
hij de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen naar behoren zal nakomen en zich zal inspannen zoveel mogelijk baten voor de boedel te verwerven. [appellant] stelt dat hem (vooraf) niet door de gemeente bekend was gemaakt dat hij de door hem te ontvangen schadevergoeding moest melden bij zijn schuldhulpverlener. Volgens [appellant] verkeerde hij derhalve in de veronderstelling dat het door hem (te) ontvangen schadevergoedingsbedrag hem zelf toebehoorde en aldus ook door hem naar eigen believen kon worden besteed. Volgens [appellant] heeft hij onder deze omstandigheden niet kunnen inzien dat het ontvangen van een schadevergoeding informatie is die hij had moeten delen met zijn schuldhulpverlener. Daarmee heeft [appellant] vervolgens evenmin kunnen inzien dat hij, door het contant opnemen van de schadevergoeding van zijn rekening, zijn schuldeisers ernstig zou benadelen, aldus [appellant] . [appellant] stelt dat op grond van bovenvermelde feiten en omstandigheden voldoende aannemelijk is dat hij ten aanzien van het ontstaan of onbetaald laten van zijn schulden in de afgelopen vijf jaar voorafgaand aan de dag waarop het verzoekschrift is ingediend te goeder trouw is geweest.
[appellant] stelt verder dat, indien en voor zover onvoldoende aannemelijk is dat [appellant] ten aanzien van het ontstaan of onbetaald laten van zijn schulden in de afgelopen vijf jaar voorafgaand aan de dag waarop het verzoekschrift is ingediend te goeder trouw is
geweest, dat nog niet betekent dat onvoldoende aannemelijk is dat hij de uit de
schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen naar behoren zal nakomen en
zich zal inspannen zoveel mogelijk baten voor de boedel te verwerven.
Ondanks het feit dat [appellant] kampt met psychosociale problematiek stelt hij gemotiveerd te zijn om hard aan zichzelf te werken, mede in het belang van een oplossing
voor zijn schuldenproblematiek. Volgens [appellant] wordt hij sinds begin 2021 behandeld door Reinier van Arkel. Het begeleidend team bestaat volgens [appellant] uit een psychiater, een psycholoog en een psychiatrisch verpleegkundige. De intensieve wekelijkse behandeling is volgens [appellant] gericht op trauma-verwerking, naar aanleiding van twee bedrijfsongevallen en een mishandeling na een bezoek aan een casino. Na een EMDR-therapie volgt volgens [appellant] nu exposure therapie (confrontatietherapie). [appellant] zal nog een verklaring van zijn behandelaar overleggen waaruit, voor wat betreft de psychische problematiek, de actuele situatie blijkt.
[appellant] wordt op de voorkomende leefgebieden begeleid door [instantie] . Er zijn volgens [appellant] in de afgelopen periode geen nieuwe achterstanden of schulden ontstaan. [appellant] meent de omstandigheden die hebben geleid tot het ontstaan van de schulden te
kunnen beheersen. Volgens hem zal hij niettemin op korte termijn starten met budgetbeheer en staat hij ook open voor een mogelijk vervolg in de vorm van beschermingsbewind. [appellant] is volgens hem, blijkens zijn attitude, gemotiveerd om door middel van de schuldsaneringsregeling te komen tot een oplossing voor zijn schuldenproblematiek.