Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
[minderjarige],
geboren op [geboortedatum] 2010 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige] .
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
waarbij het doel dient te zijn een verdere uitbreiding van de regeling;
althans een zodanige zorgregeling zo nodig via een opbouwschema tussen de vader en [minderjarige] vast te stellen als het hof in goede justitie zal vermenen te behoren;
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de raad, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de raad].
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg van 13 oktober 2022;
- het V6-formulier met bijlage van de advocaat van de vader van 25 maart 2022.
3.De beoordeling
.
voor het in de toekomst opstarten van omgang met [minderjarige] .
veiligheid van (spoedeisend) belang zijn voor het kind en dat de niet-verzorgende ouder deze beslissingen niet blokkeert. Ook is het van belang dat ouders die niet in staat zijn de strijd met elkaar te staken, tenminste in staat zijn het kind buiten die strijd te houden. Indien bovengenoemde omstandigheden aanwezig zijn, ligt gezamenlijk gezag in de rede, tenzij
andere redenen eenhoofdig gezag noodzakelijk maken.
4.De beslissing
mr. R. Jelicic, griffier