In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 25 augustus 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ondercuratelestelling van [belanghebbende], een meerderjarige met het syndroom van Down en een laag IQ. De rechtbank Oost-Brabant had eerder op 13 oktober 2021 een verzoek tot ondercuratelestelling afgewezen en in plaats daarvan bewind en mentorschap ingesteld. Verzoekers, bestaande uit de moeder en zus van [belanghebbende], hebben in hoger beroep verzocht om de beschikking van de rechtbank te vernietigen en [belanghebbende] onder curatele te stellen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 18 juli 2022 is naar voren gekomen dat [belanghebbende] kwetsbaar en beïnvloedbaar is, en dat zij niet in staat is om beslissingen te nemen die in haar belang zijn. De kinderarts heeft bevestigd dat [belanghebbende] door haar beperkingen niet in staat is om haar eigen belangen te behartigen. Verzoekers hebben betoogd dat zonder ondercuratelestelling het risico bestaat dat [belanghebbende] in situaties terechtkomt waarin zij misbruikt kan worden.
Het hof heeft de argumenten van verzoekers overwogen en is tot de conclusie gekomen dat de situatie van [belanghebbende] zodanig is dat een ondercuratelestelling noodzakelijk is. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd en [belanghebbende] met ingang van 26 augustus 2022 onder curatele gesteld, waarbij de eerder ingestelde bewind en mentorschap zijn opgeheven. Tevens zijn [verzoeker 1] en [verzoeker 3] benoemd tot curatoren.