Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) weken.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 2 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte was eerder vrijgesproken van een tweede tenlastegelegde feit, maar werd wel veroordeeld voor diefstal in vereniging door middel van braak. De politierechter had de verdachte een gevangenisstraf van tien weken opgelegd, met aftrek van voorarrest, en de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van € 154,79 toegewezen. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd om het vonnis te bevestigen, maar met een lagere straf van acht weken. De raadsvrouw van de verdachte heeft pleitbezorgd voor integrale vrijspraak of, subsidiair, een taakstraf. Het hof heeft echter geoordeeld dat de verdachte niet-ontvankelijk is in het hoger beroep voor het vrijgesproken feit, omdat er geen hoger beroep openstaat tegen een vrijspraak. Het hof heeft de bewezenverklaring van de diefstal in vereniging door middel van braak bevestigd, waarbij het hof heeft overwogen dat de verdachte voldoende betrokkenheid bij het delict had.
Bij de strafoplegging heeft het hof rekening gehouden met de ernst van het feit, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en haar eerdere veroordelingen voor vermogensdelicten. Het hof heeft uiteindelijk een gevangenisstraf van acht weken opgelegd, met aftrek van voorarrest, en de vordering van de benadeelde partij bevestigd, met uitzondering van de strafmaat. De beslissing is gegrond op de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht.