ECLI:NL:GHSHE:2022:4458

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
9 december 2022
Publicatiedatum
8 december 2022
Zaaknummer
20-000385-22
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep van de verdachte na intrekking

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 9 december 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die in eerste aanleg door de rechtbank Limburg was veroordeeld. De rechtbank had op 2 februari 2022 een vonnis gewezen, waartegen de verdachte hoger beroep had ingesteld. Het hof heeft vastgesteld dat het hoger beroep door de verdachte is ingetrokken nadat de terechtzitting in hoger beroep was aangevangen, maar voordat het hof aan een inhoudelijke behandeling van de zaak was toegekomen. De advocaat-generaal heeft ingestemd met deze intrekking, hoewel deze formeel te laat was. Het hof overweegt dat, nu de inhoudelijke behandeling van de zaak nog niet is aangevangen en de verdachte met de intrekking van het hoger beroep heeft aangegeven dat hij zijn bezwaren tegen het vonnis niet handhaaft, er geen belang meer is bij een behandeling van het hoger beroep. Het hof heeft ook de belangen van de benadeelde partij in overweging genomen. Gelet op deze omstandigheden heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het door hem ingestelde hoger beroep.

Uitspraak

Parketnummer : 20-000385-22
Uitspraak : 9 december 2022

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 2 februari 2022, parketnummer 03-130913-21 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf, parketnummer 03-178531-19, in de strafzaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats + -datum] ,
thans verblijvende in [verblijfplaats] .
Hoger beroep
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die ertoe strekt de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het door hem ingestelde hoger beroep.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het van de zijde van de verdachte ingestelde hoger beroep is ingetrokken nadat de terechtzitting in hoger beroep is aangevangen, maar voordat het hof aan een onderzoek naar de feiten is toegekomen. De advocaat-generaal heeft met deze intrekking, hoewel deze formeel te laat is, ingestemd. Nu de inhoudelijke behandeling van de zaak nog niet ten gronde is aangevangen en de verdachte door het 'intrekken' van het hoger beroep te kennen heeft gegeven dat de bezwaren tegen het vonnis niet worden gehandhaafd, zal het hof - nu het belang van de verdachte noch enig ander rechtens te beschermen belang gediend is met een behandeling van het hoger beroep de verdachte niet-ontvankelijk verklaren in het door hem ingestelde hoger beroep. Het hof heeft hierbij tevens de belangen van de benadeelde partij in aanmerking genomen.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart het door de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus gewezen door:
mr. M.L.P. van Cruchten, voorzitter,
mr. A.J.A.M. Nieuwenhuizen en mr. R.G.A. Beaujean, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. V.C. Minneboo, griffier,
en op 9 december 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken.