Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
- [minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2013 te [geboorteplaats] , hierna te noemen: [minderjarige 1] ;
- [minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2016 te [geboorteplaats] , hierna te noemen [minderjarige 2] ;
- [minderjarige 3], geboren op [geboortedatum] 2021 te [geboorteplaats] , hierna te noemen [minderjarige 3] ;
- [de vader], wonende te [woonplaats] , hierna te noemen: de vader,
- [de pleegmoeder] ,wonende te [woonplaats] , hierna te noemen: de pleegmoeder van [minderjarige 3] .
1.Het geding in eerste aanleg
14 september 2022, beide uitgesproken onder voormeld zaaknummer.
2.Het geding in hoger beroep
- de moeder, bijgestaan door mr. Molkenboer,
- [vertegenwoordiger van de raad] namens de raad;
- [vertegenwoordiger van de GI 1] en [vertegenwoordiger van de GI 2] namens de GI.
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg op 29 augustus 2022 (bij V6-formulier van 10 november 2022);
- het V6-formulier met bijlage (brief) van de advocaat van de moeder van 12 oktober 2022;
- de brief met bijlage van de advocaat van de moeder van 19 oktober 2022 (productie 19);
- de brief van de advocaat van de moeder van 27 oktober 2022;
- het V6-formulier met bijlagen van de advocaat van de moeder van 31 oktober 2022 (brief met producties 22 t/m 25);
- twee brieven van de advocaat van de moeder van 15 november 2022.
3.De beoordeling
1 september 2022. Het resterende deel van het verzoek van de raad is aangehouden.
1 september 2022 tot 15 september 2022 en met ingang van 15 september 2022 tot
1 december 2022.
1 september 2022 tot 1 december 2022. Gelet op vaste rechtspraak dient het hof, indien de periode waarvoor een (verlenging van de) machtiging tot uithuisplaatsing is gegeven ten tijde van de uitspraak in hoger beroep is verstreken, aan de hand van de aangevoerde grieven te beoordelen of de bestreden beslissing terecht is gegeven.
en A.J.F. Manders en is op 15 december 2022 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.