In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 24 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Oost-Brabant, dat op 18 maart 2021 was gewezen. De verdachte, geboren in 1964, werd beschuldigd van het laten staan van een motorrijtuig op een weg zonder een geldige verzekering, in strijd met de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen. Dit feit vond plaats op 17 mei 2019 te Oss. Het hof heeft de zaak beoordeeld op basis van verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen.
Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De eerder uitgevaardigde strafbeschikking van 15 juli 2019 werd ongeldig verklaard. De verdachte is veroordeeld tot een geldboete van € 600,00 en 12 dagen hechtenis. Bij gebreke van betaling kan de geldboete vervangen worden door 6 dagen hechtenis. Daarnaast is bepaald dat een gedeelte van de geldboete niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een nieuw strafbaar feit. De geldboete moet in drie termijnen van € 100,00 worden voldaan. Deze uitspraak is mondeling gedaan door mr. F. van Es tijdens de openbare terechtzitting van het hof.