ECLI:NL:GHSHE:2023:1060
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van het gezag van een moeder over haar minderjarige kind na ernstige bedreiging van de ontwikkeling
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om de beëindiging van het gezag van de moeder over haar minderjarige kind, [minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2019. De moeder, die momenteel gedetineerd is, heeft in het verleden geprobeerd haar kind te verwonden tijdens een psychose. Sinds 21 september 2020 staat [minderjarige 1] onder toezicht van de gecertificeerde instelling (GI) en woont hij bij pleegouders. De rechtbank heeft op 7 oktober 2022 het gezag van de moeder beëindigd en de GI tot voogd benoemd. De moeder is in hoger beroep gegaan tegen deze beslissing, met het verzoek om het gezag te herstellen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 21 februari 2023 heeft de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. B. Willemsen, haar standpunt toegelicht. Ze betoogde dat ze in staat is om binnen een aanvaardbare termijn voor [minderjarige 1] te zorgen en dat het in zijn belang is om het gezag te behouden. De raad voor de Kinderbescherming en de GI hebben echter betoogd dat de ontwikkeling van [minderjarige 1] ernstig wordt bedreigd als het gezag van de moeder niet wordt beëindigd. Het hof heeft vastgesteld dat de moeder niet in staat is om binnen een aanvaardbare termijn de zorg voor [minderjarige 1] op zich te nemen, gezien haar huidige situatie en de ernst van het verleden.
Het hof heeft geoordeeld dat het belang van [minderjarige 1] bij duidelijkheid over zijn toekomstperspectief zwaarder weegt dan het belang van de moeder om met het gezag belast te blijven. De beslissing van de rechtbank om het gezag van de moeder te beëindigen is dan ook bekrachtigd. De moeder blijft echter altijd de moeder van [minderjarige 1] en haar rol in zijn leven blijft van groot belang, zoals ook door de raad, de GI en de pleegouders is aangegeven.