Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg op 23 februari 2022;
- de brief van de bewindvoerder d.d. 22 juni 2022;
- het V6-formulier met bijlagen van de advocaat van de rechthebbende d.d. 3 januari 2023.
3.De beoordeling
.De rechthebbende heeft een vast inkomen (Wajong-uitkering) en de vaste lasten worden door middel van automatische incasso voldaan. De rechthebbende heeft voldoende inzicht haar financiën en zonodig kan zij gebruik maken van budgetbeheer via de gemeente. Dat de rechthebbende niet nader kan aantonen dat zij in staat is om haar financiën zelfstandig te beheren, kan de rechthebbende niet worden tegengeworpen. De bewindvoerder heeft nagelaten om een actueel verslag uit te brengen of een en ander ter zitting toe te lichten. Er is nauwelijks contact tussen de bewindvoerder en de rechthebbende en de rechthebbende regelt al veel zaken zelf. Het bewind drukt op de rechthebbende, niet alleen financieel (de maandelijkse kosten), maar ook gevoelsmatig. Zij wil een goed voorbeeld voor haar zoon zijn en zij verdient een kans om aan te tonen dat ze zelfredzaam is.
4.De beslissing
10 maart 2022,
,het bewind over de goederen van [de rechthebbende] , geboren te [geboorteplaats] (Turkije) op [geboortedatum] 1974, wonende aan [straatnaam] [huisnummer] te ( [postcode] ) [woonplaats] ;
N. Veenendaal en is in het openbaar uitgesproken op 6 april 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.