In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 13 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de omgangsregeling tussen een vader en zijn twee minderjarige kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De vader had in hoger beroep verzocht om de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 7 oktober 2022 te vernietigen, waarin de omgangsregeling was gewijzigd. De rechtbank had bepaald dat de vader en de kinderen minimaal één keer per week twee uur begeleid contact met elkaar zouden hebben. De vader was het niet eens met deze regeling en stelde dat de GI (Gecertificeerde Instelling) ten onrechte het contact had beperkt zonder voldoende onderbouwing.
Het hof heeft vastgesteld dat er sinds de eerdere beschikking van de rechtbank een wijziging van omstandigheden heeft plaatsgevonden, met name door een incident op 26 augustus 2022, waarbij zorgen over de veiligheid van de kinderen in de thuissituatie van de vader en de stiefmoeder naar voren kwamen. Het hof heeft echter ook geconstateerd dat de situatie inmiddels is verbeterd en dat de fysieke onveiligheid voor de kinderen is weggenomen. Daarom heeft het hof besloten om de omgangsregeling te wijzigen, zodat de vader en de kinderen één keer per week op woensdag gedurende vier uur contact met elkaar hebben, met de mogelijkheid dat dit contact gedeeltelijk onbegeleid kan plaatsvinden.
De beslissing van het hof is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de nieuwe regeling onmiddellijk van kracht is, ondanks eventuele verdere juridische stappen die de betrokken partijen kunnen ondernemen. Het hof heeft benadrukt dat de vader en de stiefmoeder een constructieve houding moeten aannemen richting de GI en de hulpverlening om verdere uitbreiding van de contactregeling mogelijk te maken.