Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
,
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2007, die onder toezicht is gesteld vanwege ernstige ontwikkelingsbedreigingen. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 16 december 2022 aangevochten, waarin de ondertoezichtstelling werd verlengd tot 23 december 2023. De moeder betoogt dat er geen ernstige ontwikkelingsbedreiging meer is en dat de ondertoezichtstelling niet langer dan drie maanden zou moeten duren. De gecertificeerde instelling (GI) daarentegen, stelt dat de minderjarige is opgegroeid in een gezin waar seksueel misbruik heeft plaatsgevonden, wat zijn ontwikkeling ernstig bedreigt. De GI heeft zorgen over de opvoedingscapaciteiten van de ouders en de veiligheid van de minderjarige.
Tijdens de mondelinge behandeling op 23 maart 2023 is de minderjarige in de gelegenheid gesteld zijn mening te uiten. Het hof heeft de argumenten van zowel de moeder als de GI gehoord en heeft de situatie van de minderjarige zorgvuldig gewogen. Het hof concludeert dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk blijft, gezien de ernstige ontwikkelingsbedreigingen die voortkomen uit de gezinssituatie. De ouders hebben niet voldoende inzicht in de gevolgen van het seksueel misbruik voor de minderjarige en er is onduidelijkheid over de rol van de vader in de toekomst.
Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank en verlengt de ondertoezichtstelling voor de duur van één jaar, met de nadruk op het belang van een gedegen veiligheidsplan en de noodzaak van hulpverlening voor de minderjarige. De moeder wordt niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot schorsing van de eerdere beschikking.