de man te veroordelen tot het navolgende:
1.Tot betaling aan de vrouw van een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [minderjarige] :
-Met ingang van 2 september 2015, nader te bepalen door uw gerechtshof
-Met ingang van 1 januari 2016, nader te bepalen door uw gerechtshof
-Met ingang van 1 september 2016, nader te bepalen door uw gerechtshof
-Met ingang van 1 januari 2017, € 799,-
-Met ingang van 1 januari 2018, € 771,-
-Met ingang van 1 januari 2019, € 818,-
-Met ingang van 1 januari 2020, € 755,65,
-Met ingang van 1 januari 2021, nader te bepalen
-Met ingang van 1 januari 2022, nader te bepalen
Althans tot betaling aan de vrouw van een zodanige bijdrage in de kosten van [minderjarige] door uw gerechtshof te bepalen.
2. Tot betaling aan de vrouw van een bijdrage in haar kosten van levensonderhoud:
-Met ingang van 1 juli 2016, nader te bepalen door uw gerechtshof
-Met ingang van 1 januari 2017, € 6.885,-
-Met ingang van 1 januari 2018, € 7.562,-
-Met ingang van 1 januari 2019, € 6.982,-
-Met ingang van 1 januari 2020, € 7.214,-
-Met ingang van 1 januari 2021, nog nader te bepalen
-Met ingang van 1 januari 2022, nog nader te bepalen
Althans tot betaling aan de vrouw van een zodanige bijdrage in de kosten van levensonderhoud van de vrouw door uw gerechtshof te bepalen.
3. Te bepalen dat hetgeen de man aan de vrouw heeft voldaan ter zake kinderalimentatie voor [minderjarige] en partneralimentatie voor de vrouw ingevolge de beschikking van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden d.d. 11 augustus 2020 in mindering zal strekken op hetgeen waartoe de man bij de ten deze te wijzen beschikking is veroordeeld te voldoen ter zake kinder- en partneralimentatie.
4.De man te veroordelen in de kosten van de procedure in alle instanties van dit geding en in het door de vrouw betaalde aandeel in de deskundigenkosten (rapport Boringa) ten bedrage van € 8.923,46.
Vordering ex artikel 843a Rv.:
De man te veroordelen om aan de vrouw afschrift te verstrekken van de navolgende bescheiden:
-aangifte en aanslag IB 2021
-loonstroken juli, augustus en september 2022
-jaarstukken 2020 en 2021 van [B.V. 1] Holding B.V. en [B.V. 2] B.V.
-overzicht van de huurinkomsten van het de appartement(en) in [plaats 1] vanaf 2015 c.q. documenten waaruit zou blijken dat het (de) appartement(en) niet vóór 2020 werd(en) verhuurd
-ziektekostenpolissen 2015 t/m 2022
-overzicht van de huuropbrengst van de garagebox te [woonplaats]
-document waaruit blijkt waarop de belastingteruggaaf IB 2014 en 2015 werd gestort. En de man te veroordelen in de kosten van het incident.