ECLI:NL:GHSHE:2023:1767

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
11 april 2023
Publicatiedatum
30 mei 2023
Zaaknummer
20-001959-22
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • mr. drs. M.C.C. van de Schepop
  • mr. S.C. van Duijn
  • mr. H.A.T.G. Koning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring van diefstal in vereniging met braak van een motor en diefstal van een auto

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 11 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 26 augustus 2022. De verdachte is beschuldigd van diefstal in vereniging met braak van een motor en diefstal van een auto. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan deze feiten en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht. De verdachte was eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten, wat heeft meegewogen in de strafoplegging. Het hof heeft ook beslissingen genomen over de inbeslaggenomen goederen, waarbij bepaalde voorwerpen verbeurd zijn verklaard. De uitspraak is gedaan na een zorgvuldige afweging van de feiten, omstandigheden en de persoonlijke situatie van de verdachte, waaronder zijn justitiële verleden en de impact van zijn daden op de slachtoffers.

Uitspraak

Parketnummer : 20-001959-22
Uitspraak : 11 april 2023
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 26 augustus 2022, in de strafzaak met parketnummer 03-124373-22 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1997,
thans uit anderen hoofde verblijvende in PI Limburg Zuid - Gev. De Geerhorst te Sittard.
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van het onder 2 primair en subsidiair tenlastegelegde vrijgesproken en ter zake van diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak (feit 1 primair) veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
De verdachte en de officier van justitie hebben tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, zal bewezen verklaren hetgeen aan de verdachte onder 1 primair en 2 primair is tenlastegelegd en de verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
De verdediging heeft vrijspraak bepleit ten aanzien van het onder 1 primair tenlastegelegde. Met betrekking tot het onder 1 subsidiair tenlastegelegde en het onder 2 tenlastegelegde heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van het hof. Tevens heeft de verdediging een strafmaatverweer gevoerd.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en de gronden waarop dit berust, behoudens de overwegingen en de beslissing ten aanzien van het onder 2 primair en subsidiair tenlastegelegde, de strafoplegging en de aangehaalde wettelijke voorschriften en doet in zoverre opnieuw recht.
Met betrekking tot het onder 1 primair bewezenverklaarde
Het hof is van oordeel dat de zinsnede “…
een kentekenplaat met nummer [kenteken 1] en”in de derde alinea op pagina 3 van het vonnis dient te worden geschrapt.
Tevens is het hof van oordeel dat voetnoot 9 op pagina 3 van het vonnis verbetering behoeft en het hof stelt daarvoor het navolgende in de plaats:
- Deskundigenrapport van The Maastricht Forensic Institute, d.d. 31 mei 2022, door dr. M. Moorlag, forensisch DNA-deskundige in opleiding, en dr. P.J. Herbergs, NRGD-geregistreerd forensisch DNA-deskundige, p. 285-289.
Tot slot is het hof van oordeel dat de eerste zin van de zesde alinea op pagina 3 van het vonnis verbetering behoeft en het hof stelt daarvoor het navolgende in de plaats:
- Getuige [getuige] , de vriendin van de verdachte, heeft verklaard dat zij op 17 mei 2022 haar dochter naar bed ging brengen in de woning gelegen aan het [adres] .
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdediging vrijspraak bepleit ten aanzien van het onder 1 primair tenlastegelegde. Het hof schaart zich achter de overwegingen van de rechtbank hieromtrent en het verweer van de raadsvrouw wordt weerlegd door de door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen, waarmee het hof zich heeft verenigd. Derhalve behoeft het verweer van de verdediging geen nadere bespreking.
Tenlastelegging ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde
Aan de verdachte is onder 2 tenlastegelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 10 mei 2022 tot en met 11 mei 2022 te Aken (Duitsland) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een personenauto (Fiat), gekentekend [kenteken 2] , en/of de zich daarin bevindende goederen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 10 mei 2022 tot en met 12 mei 2022 in de gemeente Aken (Duitsland), althans in Duitsland, en/of in de gemeente Kerkrade, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een personenauto (Fiat), gekentekend [kenteken 2] , althans een goed, heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
hij in de periode van 10 mei 2022 tot en met 11 mei 2022 te Aken (Duitsland) een personenauto (Fiat), gekentekend [kenteken 2] , en de zich daarin bevindende goederen, die geheel of ten dele aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] , toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen ten aanzien van het onder 2 primair bewezenverklaarde
Indien tegen dit verkorte arrest beroep in cassatie wordt ingesteld, worden de door het hof gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het arrest. Deze aanvulling wordt dan aan dit arrest gehecht.
Bewijsoverwegingen ten aanzien van het onder 2 primair bewezenverklaarde
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde onder 2 primair
Het onder 2 primair bewezenverklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:

diefstal.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. Het feit is strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezenverklaarde onder 2 primair
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.
Op te leggen sanctie
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Het hof heeft in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal in vereniging met braak van een motor en diefstal van een auto. Blijkens het handelen van de verdachte heeft hij zich niets aangetrokken van het eigendomsrecht van anderen. Hij heeft enkel oog gehad voor zijn eigen financieel gewin, zonder zich iets gelegen te laten liggen aan de gevolgen van zijn handelen voor de gedupeerden. Bovendien zijn diefstallen zeer ergerlijke feiten, die naast schade ook hinder en overlast veroorzaken voor de gedupeerden. Het hof rekent dit de verdachte aan.
Ten aanzien van de persoon van de verdachte heeft het hof acht geslagen op het uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 7 februari 2023, betrekking hebbend op het justitieel verleden van de verdachte, waaruit blijkt dat hij eerder onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke feiten. Bij de straftoemeting heeft het hof voorts gelet op de overige persoonlijke omstandigheden van de verdachte, welke tijdens het verhandelde ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep zijn gebleken. Hierbij is het hof gebleken dat de verdachte vanaf oktober 2023 in het kader van detentiefasering in aanmerking zou kunnen komen voor elektronische controle (zg enkelband). De verdachte heeft een vriendin en twee kinderen.
Tevens heeft het hof acht geslagen op het reclasseringsadvies betreffende de verdachte d.d. 5 juli 2022. De reclassering ziet geen mogelijkheden om met interventies of toezicht de risico’s te beperken of het gedrag van de verdachte te veranderen. De verdachte heeft zonder resultaat diverse reclasseringstrajecten doorlopen, waardoor een voorwaardelijke straf niet is geïndiceerd. De reclassering adviseert derhalve de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf in geval van een bewezenverklaring.
Daarnaast heeft het hof voor de bepaling van de op te leggen straf aansluiting gezocht bij de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting, waarin het gebruikelijke rechterlijke straftoemetingsbeleid zijn neerslag heeft gevonden. Voor de diefstal van een motorfiets of auto (in geparkeerde toestand door braak/verbreking), is bij veelvuldige recidive het uitgangspunt oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden. Anders dan de rechtbank ziet het hof reden om zich bij dit uitgangspunt aan te sluiten.
Alle omstandigheden afwegende is het hof van oordeel dat niet kan worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. Het hof acht oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Beslag
De rechtbank heeft abusievelijk geen beslissing genomen ten aanzien van de goederen die staan vermeld op de beslaglijst. Het hof is van oordeel dat de hieronder in het dictum vermelde slotentrekker, sleutel en handschoen vatbaar zijn voor verbeurdverklaring, nu het voorwerpen zijn met behulp waarvan het tenlastegelegde en bewezenverklaarde onder 1 primair is begaan. Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van de verdachte.
Het hof is van oordeel dat de schroevendraaier dient te worden bewaard ten behoeve van de rechthebbende.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 33, 33a, 57, 63, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de beslissing inzake het onder 2 primair en subsidiair tenlastegelegde en de opgelegde straf en doet in zoverre opnieuw recht.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 2 primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 2 primair bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurdde in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
  • een slotentrekker (PL2300-2022073733-G1510041, zilver);
  • een sleutel (PL2300-2022073733-G1510027, zilver) en
  • een handschoen ( PL2300-2022073733-G1509974, grijs).
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten een schroevendraaier (PL2300-2022001577-G1474767).
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Aldus gewezen door:
mr. drs. M.C.C. van de Schepop, voorzitter,
mr. S.C. van Duijn en mr. H.A.T.G. Koning, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. J. de Leijer, griffier,
en op 11 april 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. S.C. van Duijn is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.