Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
- [minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2005 te [geboorteplaats] , Somalië,
hierna te noemen: [minderjarige 1] , - [minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2006 te [geboorteplaats] , Somalië,
hierna te noemen [minderjarige 2] , - [minderjarige 3], geboren op [geboortedatum] 2012 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige 3] , - [minderjarige 4], geboren op [geboortedatum] 2013 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige 4] , - [minderjarige 5], geboren op [geboortedatum] 2015 te [geboorteplaats] ,
- hierna te noemen: [minderjarige 5] ,
- [minderjarige 6], geboren op [geboortedatum] 2018 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige 6] , - [minderjarige 7], geboren op [geboortedatum] 2021 te [geboorteplaats] ,
- de gecertificeerde instelling Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg,
hierna te noemen: de GI; - de pleegouders van [minderjarige 6], wier naam en adres bij het hof bekend zijn;
- de pleegouders van [minderjarige 7], wier naam en adres bij het hof bekend zijn.
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
- samengevat - aan dat de GI erkent dat de ouders stappen hebben gezet en doelen hebben behaald. Dit zijn echter vooral de praktische doelen die gericht zijn op het krijgen van werk en een woning. De pedagogische doelen zijn niet bereikt en de GI verwacht ook niet dat hier verandering in gaat komen. De ouders zijn niet in staat om vorm te geven aan hun ouderrol, kunnen niet reflecteren op hun handelen en staan niet open voor hulp op het gebied van pedagogisch verantwoord opvoeden. In de omgang met [minderjarige 6] , [minderjarige 4] , [minderjarige 5] en [minderjarige 3] wordt gezien dat het de ouders niet lukt om de kinderen structuur te bieden. De ouders hebben geen overzicht en regie, hetgeen de omgang chaotisch maakt. De ouders bereiden, bijvoorbeeld, wel eens maaltijden die zij meenemen naar de omgang. Zij voeren de kinderen dan zonder te kijken of ze hun mond leeg hebben en zonder met de kinderen af te stemmen of zij dit gelet ook op hun leeftijd prettig vinden. De begeleiding van [instantie 1] tijdens de omgang is steeds nodig om de ouders te helpen de kinderen aan te sturen.
Voorafgaand aan de ondertoezichtstelling hebben de ouders via de gemeente [gemeente] vijf jaar hulp ontvangen van hulpverleningsorganisatie [instantie 3]. De betrokken hulpverlener was van Somalische komaf en heeft veel geïnvesteerd op alle levensgebieden van de ouders. De ouders zijn op een gegeven moment uit hun woning gezet vanwege het veroorzaken van overlast in de buurt. In deze periode waren er meerdere Veilig Thuis meldingen gedaan van schreeuwende en huilende kinderen. Ook waren er vermoedens van huiselijk geweld. Na deze huisuitzetting zijn de ouders in [woonplaats] gaan wonen. De GI heeft geprobeerd hulp voor de ouders te organiseren in deze gemeente. Er was echter maar één hulpverleningsorganisatie waar Arabisch werd gesproken. Omdat de gemeente geen contract met deze organisatie had afgesloten en de ouders aangaven geen verbinding te voelen met deze organisatie, is er gezocht naar een andere organisatie die de ouders kon ondersteunen. Dit is uiteindelijk [instantie 4] geworden, die vooral praktische ondersteuning biedt.
De GI heeft in samenwerking met [instantie 5] oog voor de culturele achtergrond van de kinderen. De persoonlijk begeleiders van [minderjarige 3] , [minderjarige 4] en [minderjarige 5] zijn moslim, waardoor er regelmatig gesproken wordt over culturele vraagstukken en zoeken naar eigen identiteit. Er wordt rekening gehouden met voeding en feestdagen. [minderjarige 3] draagt nog altijd haar hoofddoek en doet mee aan de Ramadan. Al deze thema’s hebben binnen de woonplek van de kinderen de aandacht. Ook [minderjarige 6] is in een Arabisch pleeggezin geplaatst. Ook in dit gezin is er oog voor alle culturele aspecten die voor ouders belangrijk zijn. Het klopt dat de kinderen nauwelijks nog de Somalische taal spreken. Aangezien het een moeilijke taal is die onderhouden moet worden, bestaat het risico dat de kinderen de taal verleren. Gedurende de omgang wordt gezien dat de ouders de Somalische taal onvoldoende onderhouden met de kinderen. De kinderen hebben de ruimte om vanuit hun woonplek op internet filmpjes en liedjes te bekijken in het Somalisch. Hier wordt echter door de oudere kinderen geen gebruik van gemaakt. [minderjarige 7] woont in een Nederlands pleeggezin en in de gesprekken met de pleegouders is de culturele achtergrond altijd onderwerp van gesprek.